Van hete hatchbacks tot waterstof, Hyundai heeft het allemaal
Dit komt ons bekend voor. Drie jaar geleden benoemden we Hyundai ook al tot onze Fabrikant van het Jaar. De reden hiervoor was een trio van indrukwekkende producten, zowel stout (de i30 N) als zoet (de hybride Ioniq en elektrische Kona). Die auto’s zijn nog steeds te koop – goed, de N niet meer in Nederland – en worden nu vergezeld door enkele zo mogelijk nog meer diverse en getalenteerde karakters.
De i20 N is in de praktijk een gekrompen i30 N met een flinke klodder polijstpasta erop. In werkelijkheid is ie nog veel meer dan de som van zijn delen: een toffe kleine performance-auto die op de een of andere manier zowel simpel als doorontwikkeld aanvoelt. Moet je per se een crossover hebben? De i20 N werd bijna tegelijk gelanceerd met de Kona N, een unieke machine die als snel SUV’tje nog meer ‘zijn eigen ding doet’ dan een Cayenne of Urus. (Helaas geldt ook hier: voor deze pretmodellen ziet Hyundai in Nederland geen markt meer.)
De N-divisie is niet halfslachtig te werk gegaan met een zacht onderstel en verstandige AWD – ze hebben de i30 N gewoon nog een stukje strakker gemaakt. Het resultaat is standvastig, haast slapstickachtig, en zorgt dat we zitten te giechelen in een hoekje van de autowereld waar we meestal moeten gapen. De geüpdatete i30 N – met de steeds slimmere dubbelkoppeltransmissie van de Kona als interessante optie – is nu nog aantrekkelijker voor puristen die graag dicht op het asfalt zitten.
Maar met recente klimaatrapporten en COP26-headlines in het achterhoofd kunnen we ons hier niet enkel focussen op het snelle spul. In 2018 juichten we de Prius-achtige Ioniq sedan al toe; nu is z’n typenaam veranderd in een heel submerk, waarbij de hoekige Ioniq 5 het spits afbijt. Hij krijgt het onwaarschijnlijke voor elkaar: hij ziet er tegelijk retro én futuristisch uit. Z’n design trekt je naar binnen als drijfzand, of je het nu op prijs stelt of niet.
Het feit dat ie zulke esthetische bravoure ook nog eens bijstaat met Audi-achtige kwaliteit maakt hem redelijk onweerstaanbaar, mits je valt voor z’n uiterlijk. Meer Ioniq-modellen zullen volgen, waaronder ook een atletische vierdeurs die het mogelijk beter voor elkaar krijgt om voor ‘chique Hyundai’ te spelen dan de Genesis-producten die we tot nu toe probeerden.
Het bewijs dat Hyundai echt overal een antwoord op heeft, is de Nexo – speciaal voor degenen die ervan overtuigd zijn dat onze toekomst door waterstof wordt aangedreven in plaats van puur door elektriciteit. Het is dapper om op dit moment een waterstofauto op de markt te brengen, want de infrastructuur is qua dekking nog altijd niet echt bruikbaar, om niet te zeggen vrij nutteloos (volgens H2Platform zijn er in heel Nederland nu acht stations in gebruik, in België drie; al zijn er plannen voor een verdubbeling van die aantallen).
Maar kijk eens naar Renault, dat meer dan tien jaar geleden EV’s naar de mainstream bracht en nu de briljante Megane E-Tech bouwt. Een pioniersrol vervullen betekent dat je waarschijnlijk tot de besten zult behoren wanneer (of indien) een technologie echt op stoom komt. De Nexo ziet er zo knap uit als je maar van een familiecrossover kunt verwachten en intrigeert wanneer je z’n aandrijflijn onder de loep neemt. Zijn tijd is (nog) niet aangebroken, maar toch is ie er klaar voor.
Als z’n stijl je bevalt, maar je hebt toch liever een conventionele benzinemotor, dan heeft Hyundai de nieuwe Tucson voor je. Het is de ‘gewoonste’ auto in het rijtje op de foto hierboven – een SUV met een paar veilige hybrideopties waarbij de nadruk ligt op dagelijkse bruikbaarheid – maar hij is misschien het meest opvallende bewijs van hoe ver Hyundai is gekomen in de tijd dat dit magazine bestaat. Je ruimte opeisen in een star segment met zo’n brutaal ontworpen auto, dat vraagt om serieuze hoeveelheden talent, dan wel verstand. Het lijkt erop dat Hyundai beide in overvloed heeft – en daarom mogen ze opnieuw een TG Fabrikant van het Jaar-gong op hun krakende schoorsteenmantel plaatsen.
Reacties