Hyundai heeft hun verkooptopper in Europa onder handen genomen. Na drie jaar werd het tijd om de Tucson te moderniseren. Je wilt natuurlijk wel zorgen dat je nog genoeg geld uit je cashcow kan halen. Heel schokkend zijn de veranderingen bij de Hyundai Tucson-facelift niet, het geheel is allemaal wat moderner, waardoor hij weer een aantal jaartjes mee kan.
Aan de buitenkant zijn de grille en de achterbumper strakgetrokken. Onder die nieuwe achterbumper schuilen dubbele chroom-uitlaten. Je kunt de Hyundai Tucson-facelift ook herkennen aan de nieuwe kop- en achterlampen. Verder kun je hem ook in drie nieuwe kleuren kiezen.
En ook het interieur is te verkrijgen in drie kleurstellingen die je bij de vorige versie niet kon krijgen. Over dat interieur gesproken: dat voelt nu allemaal een stukje luxer aan doordat er nieuwe stoffen en materialen zijn gebruikt. Daarnaast krijg je nu standaard tal van veiligheidssystemen die het rijden aangenamer moeten maken.
De belangrijkste wijzigingen kun je vooral onder de motorkap vinden. Je hebt nu de keuze uit twee nieuwe diesel- en twee nieuwe benzinemotoren. Bij de benzinevarianten kun je kiezen voor de 1.6 GDI (132 pk) en een 1.6 T-GDI (177 pk). Prijzen voor de eerstgenoemde beginnen bij 32.995 euro, de T-GDI heb je vanaf 40.995. Daar komt nog eens 8.000 euro bij als je kiest voor vierwielaandrijving.
Bij de dieselmotoren vind je de krachtigste versie van het hele gamma. Dit de de R2.0 CRDi met 185 pk, waar je een forse 56.995 euro voor betaalt. Als je niet de hoofdprijs voor een nieuwe Tucson overhebt maar toch wil dieselen, kun je de 1.6 CRDi (136 pk) kopen voor 35.995 euro.
Zoals we al zeiden: schokkend is deze Hyundai Tucson-facelift niet, maar zo hebben we wel weer onze portie consumentenadvies voor vandaag gehad. Nu weer gauw terug naar de dwaze supercars.
Die versie van 177 pk die zuipt veel te veel benzine