TopGear stapt net uit de nieuwe Jaguar XE. In de komende editie van het magazine vind je het complete testverslag, hier vast de highlights.
Testobject: Jaguar XE
Uitvoering: P300 en D180
Locatie: St. Tropez, Frankrijk
Weersomstandigheden: bewolkt en fris
Jaguar XE, dat was toch…
…de baby-Jag, ja. Het model dat het moet opnemen tegen auto’s als de BMW 3-serie, Audi A4 en Mercedes C-klasse. En het zichzelf alleen daardoor al extreem lastig heeft gemaakt – kies maar eens níet voor een van dat trio als je in deze klasse winkelt. Plus dat er nog wel een paar andere concurrenten zijn (Volvo S60, of denk eens aan een Renault Talisman of Peugeot 508). Om over het immer groeiende aanbod aan SUV’s maar te zwijgen. Kortom: veel drukker dan in dat segment kan het niet worden… Welkom!
Oeps. Klinkt ingewikkeld
En dat is het. Je zult in ieder geval van héél goeden huize moeten komen om ook maar het kleinste kansje te maken. Nou is Jaguar een uitstekend huis, maar een spetterend succes kun je de XE tot nu toe niet noemen. Dat had natuurlijk veel te maken met die concurrentiepositie. Maar ook met het feit dat de Jaguar XE hier en daar wat steken liet vallen. Zo was het interieur vijf jaar geleden al verouderd, om maar wat te noemen.
En dus…
Inderdaad: dat is het eerste dat ze hebben aangepakt. En ze zijn voortvarend te werk gegaan. Zo is de hele meterboel nu digitaal, met een stevige Virtual Cockpit-vibe. Ook het infotainment is geheel nieuw, naar voorbeeld van de I-Pace; hij snapt nu dus ook wat ie moet doen als je een iPhone of Samsung Dinges aansluit.
Ook zijn er andere moderne snufjes als een head-updisplay, een binnenspiegel die in een beeldscherm (voor de camera achter) kan veranderen, kun je draadloos opladen, et cetera. Alles is keurig afgewerkt, het dashboard is met leer bekleed – heel Jaguaresque, dus. Wat helaas, maar logischerwijs gebleven is, is de wat beperkte ruimte op de achterbank.
Hij ziet er ook wel iets anders uit…
Klopt. De bumpers en lichtunits (nu altijd vol-LED) zijn nieuw, en door wat subtiele detailwijzigingen oogt hij wat breder. De grote lijnen zijn echter hetzelfde gebleven.
Hoe rijdt die nieuwe Jaguar XE?
Rijden deed die al goed, en de nieuwe doet dat nog iets beter. Het onderstel, met dubbele draagarmen voor en een multilink-ophanging achter, is bijzonder comfortabel. Verrassender is dat hij, als je een beetje met ‘m aan het gooien en smijten slaat, dat óók erg leuk blijkt te vinden. Het lijkt tegenstrijdig, comfortabel en toch sportief, maar het is een typische Jaguar-eigenschap die veel gevoel voor goed afstellen verraadt.
Dat kun je trouwens zelf ook nog naar eigen smaak aanpassen. Een Dynamic Mode zorgt voor een vinniger reactie op het gaspedaal, sportievere schakelmomenten en een (iets) steviger besturing. De tweeliter benzinemotor levert naar keus 250 of 300 pk, de dieselmotor 180 pk. De motoren zijn standaard gekoppeld aan een achttraps automaat, die de kracht naar alleen de achterwielen of alle wielen voert.
Duur..?
Tsja, het is en blijft een Jag, dus ontzettend premium enzo, en dus ook niet goedkoop. Het begint bij € 57.380 – dat is fors, al moet daarbij dus wel gezegd worden dat ook die goedkoopste Jaguar XE al bijzonder riant is uitgevoerd. Leren bekleding, 18″-lichtmetaal, die automaat, achteruitrijcamera: het zit erop.
Voor mensen die meer willen zijn er nog S-, SE- en HSE-uitvoeringen, die je allemaal nog iets sportiever kunt laten ogen met het R-Dynamic pakket. Aan de auto hoeft het niet te liggen – we wensen de Jaguar XE veel succes met het van zich afslaan van SUV’s en andere concurrenten.
Remon heeft op 20 april 2019 geschreven:
Because is doens’t look like an Audi at all
Classic jaguar fan heeft op 17 april 2019 geschreven:
Looks like an Audi !
Why would anyone buy a Jag that looks German?