Dit is hem dan, de auto die de middenklasse een enorme schop onder de kont moet gaan verkopen. Dat wil zeggen, als het aan Jaguar ligt. De splinternieuwe XE moet niet alleen de pijnlijke herinnering aan de X-type voor altijd uitwissen, maar ook BMW en Audi grijze haren gaan bezorgen. Heeft hij het in zich? Ja. En nee.

De XE is niet alleen de belangrijkste, maar ook de moeilijkste auto die Jaguar ooit heeft gebouwd. De F-type was in feite een makkie: zo'n soort auto hebben ze al ettelijke keren gemaakt en ze weten precies wat ervan verwacht wordt. Voor een middenklasser gelden echter totaal andere normen, normen als ruimte, efficiency, praktische mogelijkheden en 'value for money' – dingen waaraan niemand als eerste denkt als het om een Jaguar gaat. Daarbij is het enige voorbeeld een auto waaraan niemand graag terugdenkt: de X-type. Een auto die iedereen versleet voor een Ford Mondeo met een andere badge en die een roemloze dood stierf. 'En terecht,' aldus een Jaguar-medewerker. 'Dat was geen Jaguar, dat was een moetje van eigenaar Ford.

Als er één goed ding is voortgekomen uit de X-type, dan is het dat Jaguar nu heel goed weet hoe het niet moet. En voor de XE hebben ze dan ook álles anders aangepakt. Alles aan de auto is nieuw. Hij staat op een modulair aluminium onderstel, 75 procent van de carrosserie bestaat uit aluminium (gerecycled alu, nota bene). Het staal dat gebruikt is, is ook ingezet om een optimale 50/50-gewichtsverdeling te creëren. De veiligheidskooi waarin de inzittenden verblijven, is ook al van aluminium, van het 'high strength'-soort. Het levert al met al een auto op die licht is, maar ook zeer stijf: twintig keer stijver dan een XF, om maar wat te noemen. Daarnaast is zeer veel aandacht besteed aan de aerodynamica: allerlei slimmigheden als een geheel vlakke onderkant, een diffusor die in die onderkant geïntegreerd is en nauwelijks zichtbare spoilertjes her en der leveren een Cw-waarde van 0,26 op: beter dan welke Jaguar ook.  

Ook motorisch doet Jaguar het op eigen kracht, met de motorenfamilie die ze Ingenium hebben gedoopt. De XE wordt in den beginne leverbaar met de drieliter V6 met Supercharger die je ook in de F-type aantreft: 340 pk sterk, 450 Nm, 4,9 seconden naar 100 km/u, een afgeregelde top van 250 km/u en een verbluffend geluid; al is 'verblaffend' waarschijnlijk de betere term. Dat die motor het (zeker in combinatie met de standaard achttraps ZF-automaat) uitstekend zal doen in de XE ligt voor de hand. Spannender is eigenlijk de geheel nieuwe tweeliter commonrail diesel, waarvan Jaguar belooft dat hij maar 3,9 l/100 km gaat verbruiken en 99 gr/km CO2 gaat uitstoten (wat 20 procent bijtelling betekent). Hij zou 163 pk en 380 Nm gaan leveren, geheel toevallig (of niet) exact wat er uit een BMW 320d komt. Kon nog wel eens leuk worden. Zeker omdat Jaguar aankondigde de komende twee jaar elke drie maanden met een nieuwe variant van een Ingenium-motor te komen. 

Qua veiligheid gaat Jaguar met de XE volop voor de 5 sterren Euro-NCAP, wat er grappig genoeg mede toe geleid heeft dat hij de eerste Jaguar is met elektrische stuurbekrachtiging. Zonder dat wordt het namelijk lastig een aantal zaken als Lane Departure Warning voor elkaar te krijgen, en kun je wel automatisch inparkeren en een besturing die zich qua zwaarte en precisie aanpast aan je voorkeuren of rijstijl ontwikkelen. Als we Jaguar moeten geloven gaat dat allemaal helemaal goed komen, met extra veel aandact voor het stuurgevoel: de XE moet bovenal een 'driver's car' worden. 

Aan infotainment ook geen gebrek: een touchscreen met een aantal sneltoetsen voor veelgebruikte functies eromheen is standaard. Het richt zich vooral op een optimale integratie met je smartphone, of het nou een Apple of Android is. Daarbij komt een fors en immer groeiend aantal apps voor routes, parkeren en dat soort zaken. Meridian kan een knallend soundsystem met 10 speakers en 380 watt vermogen leveren. Ook een leuke optie: een head-up display op laser-basis: moet scherper en sneller zijn. 

Aan al dat soort 'randvoorwaarden' lijkt dus voldaan, maar de belangrijkste factor om al die nieuwe klanten waarop Jaguar zo vurig hoopt binnen te halen, lijkt toch het uiterlijk. Is dat voldoende spannend? Wij weten het niet. De neus is fraai en imposant (en heel erg XF), maar hoe verder naar achteren je gaat, hoe voorzichtiger het wordt. De achterkant is als je het ons vraagt, zelfs een tikje aan de saaie kant. De XE is, zeker als je hem in het echt ziet, een soort mix tussen het beste dat Audi en BMW te bieden hebben: hoge deurlijnen, Hoffmeister-knik, A5-daklijn, 3-serie kofferbak. Je kunt slechtere voorbeelden pakken, de XE is ook allesbehalve een lelijke auto, maar wat meer Brits lef en Jaguar-eigenzinnigheid had best gemogen.

Het slechtste nieuws is nog wel dat het zeker tot mei/juni 2015 gaat duren voordat je de XE in Nederland kunt verwachten. Geeft je in ieder geval de tijd om te wennen…

 

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear