Lamborghini Diablo SV bij Domeinen

Ligt het aan ons, of wordt het aanbod van de overheidsveiling bij Domeinen steeds mooier? Zojuist is er een heuse Lamborghini Diablo SV op de website van Domeinen verschenen. Het is misschien wel de uitgelezen kans om de auto die ooit als poster in je kamer hing, in je garage te zetten. Het is niet de meest glamoureuze manier om een supercar te kopen (een bloemetje en champagne zal uitblijven) maar hé, het blijft een Diablo.

Bij Domeinen weet je nooit precies wat je koopt, maar in het geval van een oude Lamborghini weet je sowieso wel dat je veel onderhoudskosten gaan krijgen. Zekerheid heb je dus gewoon. Deze Diablo SV is net gebouwd voordat Volkswagen de boel opkocht en onderbracht bij Audi. Nog geen Volkswagen-displays in de tellerbak, dus. Overigens kwam deze gele Lambo pas in 2015 op Nederlands kenteken te staan. Het vermogen van de V12 is net geen 510 pk en uiteraard is er een handbak.

Dit exemplaar heeft 40.000 kilometer ervaring. Waarom hij nu in handen is van de overheid, is niet helemaal bekend. Volgens de kentekencheck is de auto sinds 2015 alleen in het bezit van bedrijven geweest. Ook geeft Domeinen geen indicatie af van wat de auto ongeveer moet kosten. In het buitenland staan modellen met vergelijkbare kilometerstanden voor iets meer dan 230.000 euro te koop.

Opmerkingen van Domeinen

Normaal is Domeinen niet zo spraakzaam over de mankementen, maar bij deze Diablo SV staat een uitgebreidere beschrijving dan normaal: ‘De banden zijn van productiejaar 2003/2004. Het voertuig rolt momenteel niet doordat het handremsysteem niet vrijkomt, de handremhevel heeft geen weerstand tussen de aanslagen. De werking van de aandrijflijn en technische componenten hebben wij niet kunnen controleren. Wel is er een melding van een niet goed functionerende koppeling. Bij visuele controle van het motoroliepeil blijkt de motorolie weinig verontreinigd en op peil te staan. Het voertuig vertoont rondom gebruikssporen.’

De opvolger van de Countach

Op 21 januari 1990 werd de Diablo, na vijf jaar schaven en sleutelen, in Hotel de Paris in Monte Carlo onthuld als opvolger van de Countach. Met een 5,7-liter V12 en een top van 325 km/u was het de snelste productieauto op dat moment. Natuurlijk had ie achterwielaandrijving (de meeste varianten daarna hadden vierwielaandrijving), vleugeldeuren en een stevig prijskaartje. Een kwart miljoen dollar. Zonder stuurbekrachtiging en met een koppeling die alleen een atleet kon bedienen.