Al in 1985 startte men met het ontwerpen van een opvolger voor de Countach, naar het schijnt met de boodschap: hij moet harder dan 315 km/u kunnen (sommigen zeggen dat dit 320 was). Aangezien Marcello Gandini zowel de Miura als de Countach had getekend, was het niet meer dan logisch dat hij zich over het design zou buigen. Het werd weer een hoekig, wigvormig monster, maar Gandini’s ontwerp werd door de nieuwe eigenaar Chrysler (sinds 1987) afgeschoten. Een ontwerpteam in Detroit, onder leiding van Tom Gale, haalde er flink de vijl overheen zodat er een rondere, zachtere supercar ontstond.De Lamborghini Diablo was geboren.

Gandini schijnt woest te zijn geweest dat z’n ontwerp was bijgeschaafd, en verkocht zijn ontwerp aan een ander bedrijf. (Als je wilt weten hoe dat eruitzag: zoek de Cizeta-Moroder V16T maar eens op). Maar werd hij als ‘designer’ van de auto gepresenteerd, wat ie dan weer niet erg vond.

Aan de Lamborgini Diablo werd vijf jaar geschaafd

Op 21 januari 1990 werd de Diablo, na vijf jaar schaven en sleutelen, in Hotel de Paris in Monte Carlo onthuld. Met een 5,7-liter V12 en een top van 325 km/u was het de snelste productieauto op dat moment. Natuurlijk had ie achterwielaandrijving (de meeste varianten daarna hadden vierwielaandrijving), vleugeldeuren en een stevig prijskaartje. Een kwart miljoen dollar. Zonder stuurbekrachtiging en met een koppeling die alleen een atleet kon bedienen.

Die euvels werden later aangepast bij de Diablo VT (Viscous Traction: dus met vierwielaandrijving), die in 1993 verscheen. Precies op zo ongeveer het moment dat er een financiële crisis was en de markt voor supercars volledig in elkaar stortte. Gevolg: Chrysler, de nog best verse nieuwe eigenaar van Lambo, wilde weer snel van het merk af. Waardoor het via een kort eigenaarschap van een conglomeraat van Aziatische opportunisten in 1998 in handen kwam van de Volkswagen Groep.

De Belg Donckerwolke stylede de laatste Diablo

Op het moment dat VW instapte, waren er al vele varianten en updates van de Diablo verschenen. Waaronder natuurlijk een Super Veloce (met 517 pk) en diverse limited editions. In 1999 kreeg ie een grondige facelift. Onder de hoede van VW/Audi tekende de Belg Luc Donckerwolke nog de VT 6.0 en VT 6.0 SE als laatste kunststukje van de Diablo. Tot de Murciélago in 2001 klaar was om ’m op te volgen.

De Diablo was de bestverkopende Lamborghini tot dan toe, wat ergens best logisch is als je bedenkt dat ie elf jaar in productie was. Ze zijn tegenwoordig te koop vanaf zo’n anderhalve ton, oplopend tot een half miljoen voor bijzondere exemplaren.

Hoe kwamen ze bij de naam Diablo?

Diablo is Spaans voor ‘duivel’ en werd als naam gegeven aan een vechtstier uit de negentiende eeuw. Die is door de hertog van Veragua grootgebracht en leverde in 1896 een episch gevecht met matador José Lara Jiménez. Dat je het even weet.

Productieaantal

2.884

Productieperiode

1990-2001

Specificaties Lamborghini Diablo

5.707 cc V12

492 pk

0-100 km/u in 4,5 s

top 325 km/u

Modellen

Diablo (1990-1998, RWD, 900 stuks)

Diablo VT & VT Roadster serie I (1993-1998, 492 pk, AWD, 325 & 323 km/u, 400 & 200 stuks)

Diablo SE30 & SE Jota (1993, 530 pk [603 pk met kit], RWD, top 331 km/u, 135 & 15 stuks)

Diablo SV & SV Roadster serie I (1995-1998, 500-544 pk, RWD, top 328 & 320 km/u, aantal onbekend & 6 stuks)

Diablo VT & VT Roadster serie II (1998-2000, 530 pk, AWD, top 335 km/u, aantal onbekend & 100 stuks)

Diablo SV serie II (1998-1999, 530 pk, RWD, top 320 km/u, 100 stuks)

Diablo GT (1999-2000, 5.992 cc V12, 575 pk, RWD, top 326 km/u, 83 stuks)

Diablo VT 6.0 & VT 6.0 SE (2000-2001, 5.992 cc V12, 550 pk, AWD, top 330 km/u, 337 & 44 stuks)

+ ca. 500 Diablo’s als extra speciale edities en racers

Reacties

  • Joost heeft op 3 oktober 2021 geschreven:

    Heel leuk artikel! Bedankt. Als ik mag kiezen, de Jota.

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)