In de TAG Heuer-fabriek is Max Verstappen druk bezig met zijn bijdrage aan het ontwikkelen van het nieuwe horloge dat zijn naam draagt. We wandelen met hem mee en vragen hem naar zijn technische kennis over zijn auto, de RB14.

‘Het is altijd goed om basiskennis te hebben over wat er met je auto aan de hand is. Ik ben geen monteur, dus ik begrijp niet alles. Toch is het handig als je ongeveer weet wat er gebeurt als je het gaspedaal intrapt.’

De monteurs doen ‘t meest

‘Bij het karten was het bijvoorbeeld een stuk makkelijker om door je eigen inbreng sneller te gaan. Daarvoor hoefde je maar kleine aanpassingen te maken. In die tijd moest je bijvoorbeeld zelf de optimale brandstofmix vinden. Maar in de Formule 1 is er zoveel meer data waar je rekening mee moet houden. Nu kan ik hooguit tegen mijn monteurs zeggen dat het schakelen niet soepel gaat, of dat het afremmen op de motor niet optimaal is. De monteurs zorgen er dan voor dat deze problemen opgelost worden. Ik moet me vooral bezighouden met het vinden van de ideale set-up van mijn auto. Daarmee kun je op ieder circuit veel tijd winnen.’

‘Alle basiskennis hierover heb ik van mijn vader geleerd. Toen ik klein was, bracht ik veel tijd met hem door in de werkplaats. Hij deed altijd de aanpassingen aan mijn motor in mijn karttijd. Als je je vader dan constant bezig ziet, pak je vanzelf dingen op en word je er al snel handig in. Die kennis maakte het in Formule 3 en Formule 1 een stuk makkelijker om te vertellen wat je van de auto wilt en wat er daarvoor nog verbeterd moet worden.’

Elke dag leren

‘Toch leer ik nog steeds elke dag een beetje bij. Vooral in mijn eerste jaar Formule 1 was dit een grote stap. Nu is die leercurve iets minder steil, maar hij is nog niet gestopt. Het belangrijkste was om bekend te worden met de opties op het stuur van de auto, hoe je het differentieel kunt instellen en om het afremmen op de motor te verbeteren. Dat laatste is vrij krachtig in de Formule 1. In mijn tijd in de Formule 3 kon je dat soort aanpassingen nog niet echt doen. Nu kun je het zelfs per bocht instellen. En hoe meer races je rijdt, hoe handiger je daarin wordt.’

‘Hoeveel je ook blijft aanpassen, de techniek kan je alsnog in de steek laten. Dat hoort bij het racen – soms ben je heel blij als je wint en soms sta je langs de kant van de baan als je motor het begeeft. Dan moet je je gewoon proberen te focussen op de volgende race en daar proberen een goed resultaat te halen. We hebben wel altijd een beetje geluk nodig om te winnen. Of de techniek het nou wel of niet doet, we komen altijd vermogen tekort ten opzichte van de Ferrari en Mercedes-motoren. Gelukkig doen die kansen zich af en toe voor en die moeten we dan pakken.’

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear