Ik herken dat gezicht…
Da’s niet verrassend. Hij werd in 1989 gelanceerd als een betaalbare, open sportauto voor elke dag, en 30 jaar, vier generaties en talloze prijzen later heeft Mazda er dik een miljoen van verkocht. Hij staat zelfs in het Guinness Book of World Records als bestverkochte tweezits sportauto ter wereld. Je hoef niet echt je best te doen om er op straat een tegen te komen.
Het origineel is niet echt verouderd, toch?
Nope. Hij beleefde zijn première op de Chicago Auto Show toen veel huidige TG-teamleden nog niet eens waren geboren, en het op de Lotus Elan geïnspireerde uiterlijk is nog even aantrekkelijk als altijd. Het meest opvallend zijn waarschijnlijk de klapkoplampen, die vanwege de veiligheidseisen bij de tweede generatie al verdwenen, net als die gave deurklinken.
Instappen is in beide teruggaan in de tijd; voor snuisterijen hoef je hier niet te wezen, maar de familiegelijkenis is duidelijk. Het dak openen is simpel – twee clips losmaken en het achter de stoelen laten vallen – en er is een heus afsluitbaar handschoenenvakje.
Zijn de prestaties vergelijkbaar?
De eerste generatie, NA, woog 955 kilo en was in het begin alleen leverbaar met een 1,6-liter met 116 pk, goed voor een sprintje van 0 naar 100 km/u in 8,5 seconden en een top van 195 km/u. Vijf jaar later kwam er een 1.8 bij die er 15 pk bovenop deed, een halve seconde van de sprinttijd haalde en net over de 200 km/u topte.
De huidige generatie weegt zo’n 100 kilo meer, maar blijft zijn roots trouw met achterwielaandrijving en turboloze motoren. De instapper is een 1.5 met 132 pk, die 0 naar 100 in 8,3 seconden doet en maximaal 204 km/u rijdt. De topper is een 2,0-liter met 184 pk, een top van 219 km/u en een acceleratie naar 100 km/u in 6,5 tellen. Kleine stapjes.
Is de nieuwe veel beter om te rijden?
Iets, misschien, maar het scheelt weinig. En er is ook een goede reden dat Mazda gedurende vier generaties het recept nauwelijks heeft veranderd. Waar het origineel precieze besturing, kort en scherp schakelen en een fantastische balans dankzij een 50/50-gewichtsverdeling bood, biedt de nieuwste… eigenlijk exact hetzelfde.
Het is de perfecte formule voor een simpele sportauto, en waar ie ten opzichte van concurrenten misschien wat vermogen mist, is ie zeker niet minder plezierig om te rijden. Zeker met het dak omlaag en de wind door je haren.
Wat is het verschil in prijs?
Toen de MX-5 in de jaren negentig voor het eerst in de showrooms verscheen, kostte hij zo’n 23.500 euro. Een schijntje, hoe je het ook bekijkt. Tegenwoordig moet je voor een basismodel met de 1.5-motor ruim 36 mille (net iets meer dan 30k in België) meenemen. Dat maakt het niet moeilijk te begrijpen waarom hij altijd zo’n aantrekkingskracht wist uit te oefenen op iedereen die op zoek was naar betaalbare lol, toch?
Reacties