Bommetje! Ook de meest recente toevoeging aan het overvolle Mini-gamma, de Paceman, is onder de chocoladefontein van huistunert John Cooper Works terechtgekomen. Gevolg: veel, heel veel spoilerwerk en natuurlijk extra power.
We vonden de Paceman toch al een betrekkelijk vreemde eend in de steeds gekker wordende Mini-bijt, met z'n gedrongen proporties en Range Rover Evoque-achtige daklijn, en de overdaad aan spoilers, skirts en andere oorlogstooi maakt de Paceman er niet direct slanker op. Sterker: hijs Ma Flodder in een camouflagepak en gooi er een rugzak met dertig Uzi's overheen, en je komt aardig in de buurt van een menselijke equivalent. Goed, da's onze mening, maar we hebben, zoals gewoonlijk, wel weer het grootste gelijk van de wereld.
Op straat spelende kinderen zullen zich geschrokken, huilend en extra gezwind richting moeder spoeden als ze een Paceman JCW zien aankomen, en dat is maar goed ook, want hij komt snel. Daar zorgt de van andere JCW-versies bekende motorbehandeling wel voor, die 218 pk, 300 Nm, een sprint naar 100 km/u in 6,9 seconden en een top van 226 km/u ten gevolge heeft. De standaard vierwielaandrijving waakt ervoor dat al dat vermogen moeiteloos komt waar het hoort: op straat dus, en niet tussen straat en band, wat bij voorwielaangedreven JCW's nog wel eens het geval was/is. Met een pluche rechtervoetje zou je, heel eventueel, maar 7,4 liter brandstof per 100 kilometer hoeven verstoken, tenzij je voor de versie met automatische versnellingsbak kiest – die lust een half litertje meer. Hebben? Dan moet je nog even geduld hebben tot april; tegen die tijd weten ze vast ook wat ze ervoor willen hebben.
Reacties