Natuurlijk heeft de duurste auto ooit verkocht een interessante historie
Gisteren kwam het verlossende woord: de Mercedes 300 SLR Coupé is inderdaad verkocht voor 135 miljoen euro. Daarmee is het de duurste auto ooit verkocht. Het was de bedrijfsauto van Mercedes-ingenieur Rudolph Uhlenhaut, nadat Mercedes zijn raceactiviteiten had gestaakt. De auto was gebaseerd op de W196 F1-auto van Mercedes, dus eigenlijk was het de spirituele voorloper van de Mercedes-AMG One, maar dan al in 1955.
Dat Uhlenhaut een quasi-F1-auto als bedrijfsauto had, paste wel bij de man, als je de verhalen hoort. Dit lijkt ons een mooie gelegenheid om een anekdote uit de jaren vijftig in de spotlight te zetten. We schrijven 1955, toen de 300 SLR Coupé in zijn laatste ontwikkelingsfase was. Ook toen werden nieuwe (race)auto’s grondig getest op de Nürburgring Nordschleife; toen al helemaal het gevaarlijkste circuit ter wereld.
De legendarische Formule 1-kampioen Juan Manuel Fangio mocht de 300 SLR Coupé testen op de Nordschleife. Nadat hij zijn rondes had gedaan, concludeerde hij dat zijn Mercedes niet goed was afgesteld. De koppige ingenieur Uhlenhaut was het daar niet mee eens, en met een ‘overvloedige’ lunch in zijn buik kroop hij zelf achter het stuur.
Gekleed in zijn pak en stropdas stapte in de auto en testte hij zelf op de angstaanjagende Groene Hel. Het resultaat? Hij was drie seconden sneller dan Fangio rond de Ring. En vergeet niet: Fangio was toen al tweevoudig (uiteindelijk vijfvoudig) F1-wereldkampioen, Uhlenhaut was ‘slechts’ een ingenieur. Rudy’s beleefde opmerkingen na de test? Dat Fangio – nogmaals, dé Fangio – gewoon nog wat moest ‘oefenen’. Held.
In totaal bouwde Mercedes twee exemplaren van de 300 SLR Coupé. Eentje met een blauw interieur en eentje met een rood interieur. De blauwe blijft in het museum en de rode gaat naar een anonieme verzamelaar. Het geld gaat naar een goed doel dat Mercedes gaat opzetten. Ook is de afspraak dat de nieuwe eigenaar zijn auto beschikbaar stelt voor bijzondere aangelegenheden.
