21 juni, 2022. De langste dag van het jaar. Zonniger tijden. Je voegt je bij me op de adembenemende curve van de Kylesku-brug in noordwest-Schotland. Het is nog heel vroeg, grijs en lichtelijk onstuimig, de lucht is klam. Het ruikt fris, naar heide, de achtergrondgeluiden worden verzorgd door zeevogels.
Ik heb gisteren expres zo geparkeerd dat ik wakker zou worden met een uitzicht over dit machtige meer, wat vanochtend een gouden greep blijkt te zijn geweest. Een gordijntje opendoen en zulke majestueuze schoonheid gepresenteerd krijgen – dan weet je weer even waar je het allemaal voor doet. Er is hier verder niemand.
Maak kennis met de Bruder EXP-6
Ik heb vannacht geen auto horen langskomen, en ook in het half uur hierna, terwijl ik wat rondloop met een kop hete thee, zal er niemand passeren. Ik haat caravans. Ze zijn zo saai en gewoon. Zie ze gaan, het verkeer ophouden, wat rondtreuzelen, lelijk zijn, vervelend zijn, beige zijn, me tot waanzin drijven. En dan is er de Bruder EXP-6. God, ik wil er een.
Ik weet het, dat lijkt wispelturig. Maar ik ben niet de enige, toch? Kijk ’m nou. Hij is Australisch (hoe kan het ook anders) en gebouwd voor een langdurig verblijf in de outback door een bedrijf met een achtergrond in militaire apparatuur. Nee, da’s niet heel verrassend.
Hij heeft een drukcabine, tot 650 millimeter grondspeling, 600 watt aan zonnepanelen, 33-inch wielen, is grotendeels kogelwerend en kan dankzij acht schokbrekers en vier 3-tons airbags van een klif worden gegooid en daar ongeschonden uitkomen.
Dat geldt overigens niet voor de inhoud. Land Rover claimt vast en zeker hetzelfde voor de Defender, maar als ik me in een van de twee moest bevinden als ie van grote hoogte naar beneden gelazerd werd, zou ik de optie kiezen met het king-size tweepersoonsbed. Die matras is iets heel bijzonders.
Het doel van onze rit met de Bruder EXP-6
Mijlen voorbij de uiterst sterfelijke eigenschappen van een reguliere caravan is dit bovendien een Schotland-bestendig overlevingsvehikel. Dus, wat doen we hier? Nou, ik heb een plan. Ik wil de zonsondergang zien op de langste dag van het jaar, vanaf de plek op het Britse vasteland waar ie het laatst ondergaat.
Dat is Cape Wrath, in de uiterste noordwestelijke hoek van Schotland. De naam is trouwens niet afkomstig van de woeste zeeën op deze plek, maar is een vertaling van het oud-Noorse woord voor ‘keerpunt’. Vanavond zal de zon om 22:33 uur in de zee plonzen. En het is niet zozeer plonzen; meer de horizon kussen en elegant in de omhelzing van de noordelijke Atlantische Oceaan verdwijnen.
Twee factoren bemoeilijken het plan: onze bestemming is een militair schietterrein en er loopt geen weg naartoe. Het eerste hebben we geregeld. We hebben verzoeken gedaan en die zijn ingewilligd. Het tweede is lastiger. Er is een bijna 20 kilometer lange weg die over het terrein naar de kaap loopt, maar die is met niets verbonden. Aan het noordwestelijke eind: de vuurtoren van Cape Wrath.
Aan het zuidoostelijke eindpunt: water. Nu is die weg niet eens zo heel relevant – de Defender en Bruder slaan de handen graag ineen om gehakt te maken van 20 kilometer veen en hei – maar er is (natuurlijk) één ‘maar’: het 1,6 kilometer brede Kyle of Durness, dat ondanks het drijfvermogen van de Bruder (jazeker, dat doet ie) een groter probleem vormt.
Er is een soort pontje om mensen die graag regenkleding dragen over te zetten, maar veel meer dan een rubberbootje met een pruttelend buitenboordmotortje is dat niet. Dat zou dus zijn alsof je een eend vraagt een paard even naar de overkant te brengen.
Voor gelegenheden als deze is er een man die hier woont en een transportponton heeft. Die man is echter op het ogenblik uitgeschakeld door Covid-19. Maar dan is er altijd nog het leger, dat altijd een plan B heeft. Dus om nul-negen-uur-dertig vanmorgen heb ik een afspraak met de commandant van het oefenterrein bij de scheepshelling van Keoldale.
Specificaties van de Land Rover Defender
Dat is maar 56 kilometer verderop, dus laat me je eerst iets vertellen over de dik 1.000 kilometer die ik er al op heb zitten om hier te komen. Slepen is niet zo pijnlijk – 95 km/u kan zelfs verontrustend snel aanvoelen als de 2,3 ton wegende trailer zwaarder is dan de trekauto en dat gewicht zich ook laat gelden – maar de Defender is een uitstekende trekauto.
Lieve hemel, zelfs dit instappertje, de D250, heeft al een enorme berg koppel: 570 Nm bij een luttele 1.250 tpm, wat betekent dat ie zelden of nooit trekkracht tekortkomt, de snelheid makkelijk vasthoudt en de afgelopen 2.500 kilometer zo’n 15,3 l/100 km heeft verbruikt.
‘Zijn effect op andere weggebruikers is bizar’
En eindelijk hebben we eens een keer een boordcomputer van een Land Rover die niet alleen maar sprookjes vertelt. Het leven aan boord is een oase van CarPlay, ondersteunde ellebogen en gemoedsrust. Alleen de lichte zigzagbeweging, veroorzaakt door de invloed die de 165 kilo kogeldruk van de EXP-6 heeft op de korte wielbasis van de Defender 90, verstoort de vrede een beetje.
Het interieur van de Bruder EXP-6
Aan boord van Darth Vaders camper, ondertussen, is alles dik in orde. Ik weet dat omdat ie is uitgerust met een Garmin wifi-tablet, zodat je alles vanuit de auto kunt aansturen. Waterniveaus, verwarming, verlichting, het laden met de zonnepanelen, status van de accu’s, onboard-camera’s: ik kan zelfs de rijhoogte aan elke kant instellen en hem in bochten laten leunen.
Zijn effect op andere weggebruikers is bizar. Ik geloof niet dat ik ooit iets heb gereden dat zo’n opwinding veroorzaakte, dat kassabedienden naar buiten lokte, waardoor kinderen zo hard aan mouwen trokken, waardoor zoveel mensen die me vroegen ‘even vijf minuten te wachten, dan haal ik m’n vrouw/kinderen/vrienden’.
Elke caravanliefhebber of -bezitter stond met z’n bek open, vol tanden. Er wordt nogal eens aan films gerefereerd: Mad Max, Jurassic Park, Star Wars, Armageddon, Batman. Sommige mensen vragen of de pijpen van de luifels raketwerpers zijn; en kunnen hun kin zo van de vloer rapen als ik zeg dat ze gelijk hebben.
In mijn spiegels zien ze eruit als lansen, dus ik mag graag doen alsof ik een middeleeuws steekspel doe met tegemoetkomend verkeer. Iedereen gaat uit de weg. Ik maakte trouwens geen grap toen ik het over ‘kogelwerend’ had. Op het stalen ladderchassis zit een monocoque-‘doos’ van 30 millimeter dikke polyurethaan sandwichpanelen.
Genoeg om ‘lichte munitie’ tegen te houden, al heb ik niet gevraagd wat ze daar eigenlijk mee bedoelen. Iets relevanter leek me het feit dat hij ontworpen is om tegen temperaturen van -20 tot 50 graden Celsius te kunnen, en dat hij de watertanks binnenboord heeft zodat ze niet bevriezen.
De Bruder EXP-6 is er voor op de glamping
De buitenkant is ruw en ruig, ontworpen om langs takken te schrapen zonder te krassen, maar open de dekplaat over de hele breedte van de achterkant en er wordt een wekere kern zichtbaar. Een tweepersoons bed met een zacht matras achterin, in de hele breedte, een sofa waar je een stapelbed van kunt maken, een ‘natte ruimte’ met een douche en toilet, plus spullen om te koken en een wasmachine.
Het hart van de tank is dus pure glamping. Verdere typisch Australische verwennerij behelst een luik waardoor je van binnen naar buiten of vice versa kunt serveren en een tweede uittrekbare keuken in een lade. En nee, dat zeg ik niet verkeerdom.
‘De rit naar Keoldale is spectaculair op een terloopse manier’
En dus maak ik in Kylesku een ontbijtje voor fotograaf Jonny en cameraman James – bacon gebakken in een sauspannetje omdat de inductietechnologie van de inbouwkeuken boven m’n pet gaat. We drinken mokken thee en realiseren ons dat elke volgende foto- of filmsessie als armoe zal aanvoelen.
De rit naar Keoldale is spectaculair op een terloopse manier. Het landschap straalt een soort eeuwigheid uit, alsof de tijd langzamer gaat terwijl wij erdoorheen rijden. Het is hard en genadeloos terrein, vegetatie worstelt, de stenen zijn oud en verweerd, het water donker, kalm en diep.
Er is slecht nieuws
De mannen die we bij Keoldale ontmoeten, zijn duidelijk vergroeid met deze streek. Weinig koetjes en kalfjes, veel kracht bij een handdruk – het soort dat doorgaans zwarte strepen in het gezicht heeft getekend. Ze hebben slecht nieuws, dat met zo’n onverbiddelijkheid gebracht wordt dat ik het wel uit mijn hoofd laat vragen te stellen. Hun landingsvoertuig is buiten bedrijf.
Het ponton drijft wel, maar de boot die het moet duwen niet. En dat is dat. We gaan niet naar Cape Wrath. De commandant, de enige met nog een greintje zachtheid op de vierkante kaken, verontschuldigt zich. We staan erbij en kijken, nou ja, nergens naar, neerslachtig, onzeker over wat te doen, een beetje tegen de stenen schoppen met de militairen, terwijl zij in de motregen staan te wachten op de terugreis.
Ik zie ze af en toe een steelse blik op onze combinatie werpen, dus ik besluit dat een kleine demonstratie wel op zijn plek is. Vanwege de ondiepe hoek van de A-arm aan de voorkant (de twee chassisdelen die van de trekhaak naar achteren lopen), plus de korte wielbasis van de Defender 90, is de Bruder verbluffend wendbaar op kleine oppervlaktes.
Je kunt hem op meer dan 90 graden van de auto zetten. Dus binnen minder dan geen ruimte kan ik hem omkeren op de helling. Ongeveer halverwege realiseer ik me pas dat het a) best wel heel erg steil is en b) waarschijnlijk bijzonder glibberig. Maar ik heb tenminste voor enig entertainment gezorgd, en in ruil daarvoor krijgen we een tip voor een laatste kans.
‘Heeft u contact met de majoor?’ Ja. ‘Zeg hem dat wij vandaag niet kunnen helpen, maar voorstellen dat er gebruik wordt gemaakt van de post bij Faraid Head.’ Dat zal ik zeker doen. Geen idee waar dat is, maar het klinkt goed.
Ik bel. Het blijkt dat Faraid Head de plek is van waaraf de militaire top door verrekijkers de verrichtingen van de bommenwerpers bekijkt als ze hun spullen op de Kaap lossen. Ideaal. De zonsondergang is hier net één minuut eerder. Eén dingetje: ‘De landeigenaar moet toestemming geven om over het strand ernaartoe te rijden.’
De reacties op de Bruder EXP-6
Maar ik ken dat strand. Daar heb ik ooit, onbezonnen, een Mercedes SLR overheen gereden. Dat wordt een eitje… En dus hebben we wat tijd over. We rijden een eindje naar het zuiden om de combinatie op de wegen te fotograferen. Ik ga het ding geen caravan noemen. Technische trailer, overlevingscabine, outback-ontdekkingsmachine – alles, maar geen caravan.
Er zijn hier wel mensen met caravans, en campers. Dit is de North Coast 500 [een 500 mijl/805 kilometer lange route door Schotland, beginnend en eindigend in Inverness, red.]. Ik verwachtte dat de ene na de andere sportautobestuurder de Hooglanden onveilig zou willen maken. De realiteit is echter dat slakken die hun eigen huisje meeslepen veruit in de meerderheid zijn; dan motorfietsen, dan pas auto’s.
We vallen op, dat wel. Elke keer als we stilstaan, horen we ‘ik zag jullie gisteren nog’, ‘ik hoorde dat jullie in de buurt waren’ of ‘ik zag jullie eerder geparkeerd staan bij Lochinver’. Hier, in het meest afgelegen gebied van het Britse vasteland, blijken we allemaal dezelfde paden te bewandelen. Je krijgt er haast een eigenaardig gemeenschapsgevoel bij. Bij een steengroeve maak ik sandwiches voor iedereen en laten we de stereo even lekker brullen.
Ik heb zowaar bereik op mijn telefoon; ik bel de eigenaar van het strand van Balnakeil en leg de situatie uit. Ah, geen eitje dus – eerder een doos rotte eieren die ik naar mijn hoofd geslingerd krijg. Ze hebben er problemen gehad – te veel wandelaars en wildkampeerders die er een zooitje van maakten.
Een paar jaar geleden was het prima, maar nee: Balnakeil is op deze manier exemplarisch geworden voor dit deel van Schotland, van de voor- én de achterkant van de medaille die de NC500 is geworden. Wat betreft bezoekersaantallen is het een enorm succes, maar het is vluchtig gebleken; mensen reizen erdoorheen, stoppen niet, en dus vindt maar weinig extra geld zijn weg naar de lokale gemeenschappen.
We gaan het strand op met de Land Rover Defender
Terwijl zij juist wel weer last hebben van het extra verkeer, de schade aan wegen en stranden, de belasting voor het milieu. Ik voel me deels verantwoordelijk, want met het verhaal dat ik een dozijn jaar terug met de McMerc SLR heb gemaakt, heb ik (voor een heel klein deel, maar toch) bijgedragen aan het ontstaan van de NC500.
‘Ik ontkoppel de Bruder en kan de Defender bijna een zucht van verlichting horen slaken’
We komen tot een overeenstemming. We kunnen toegang krijgen met de auto, maar niet met de trailer. En ik zal schrijven over de toestanden hier. Ik ontkoppel de Bruder en kan de Defender bijna een zucht van verlichting horen slaken. Rustig rijd ik het witgouden strand op. Heel eerlijk: ik ben blij dat ik op dit moment, op dit zachte zand, de zeven meter aan aanhangsel niet mee hoef te sleuren.
Maar wat denk je, aan het andere eind van het strand? Daar verschijnt opeens het asfalt weer, op haast mysterieuze wijze verscholen tussen de zandduinen. Het kronkelt zich een kilometer of drie voort, klimmend langs kliffen en grazige weides tot we bij het compound aankomen. De hekken zitten op slot. Er brandt licht in de toren, maar op ons kloppen reageert niemand.
En dus keer ik om en zet een kamp op in de duinen. Niet voor de nacht, alleen om de zon onder te zien gaan. We hebben meegenomen wat we konden, maar gezien de beperkte hoeveelheid plek in de bagageruimte van de 90 betekende dat cameraspullen, een stoel, benodigdheden voor een kampvuur en wat blokken hout.
Het eindoordeel van de Bruder EXP-6
Het is een nuttige, capabele en begerenswaardige machine voor de moderne tijd, maar een echt werkpaard is het niet. De missie van de Bruder is een stuk duidelijker. Hij is gebouwd als een overlevingscapsule voor de bruutste omgevingen op aarde, wat betekent dat ie op elke andere plek in feite enorm overkill is.
Dat is ook meteen wat hem authenticiteit geeft, iets wat de nieuwe Defender niet heeft. Maar vormen ze samen niet een heerlijk koppel? De hele combinatie van Defender en EXP-6 moet ongeveer hetzelfde bedrag opbrengen als een supercar opbrengen. Natuurlijk zien we de zon nooit ondergaan. De wolken wijken zelfs geen moment om een klein straaltje oranje zonlicht door te laten.
Naast ons knispert het haardvuur, we roosteren marshmallows en proosten met, godbetert, alcoholvrij bier. De missie was goed, de uitwerking iets minder. Het is nog licht als ik de trailer weer aanhaak en Kyle of Durness nog een keer goed bekijk.
Ik parkeer de boel precies zo dat ik klaar ben voor de zonsopkomst. En jawel: een stralende lucht en de zon in een oranje hemel. Te laat, de tijd is voortgeschreden. Het zijn nu de nachten die langer worden.
Specificaties van de Land Rover Defender (2022)
Gewicht
2.228 kg
Lengte
4.323 mm
Breedte
1.996 mm
Hoogte
1.971
Max. rijhoogte
291 mm
Max. doorwaaddiepte
900 mm
Prijzen
€ 152.534 (NL)
€ 68.200 (B)
Specificaties van de Bruder EXP-6
Gewicht
2.320 kilo
Lengte
6.730 mm
Breedte
1.920 mm
Hoogte
2.350 mm
Max. rijhoogte
650 mm
Max. doorwaaddiepte
Drijft
Prijzen
ca. € 135.000
Reacties