Is het je ooit opgevallen dat de Japanse helden uit de jaren negentig allemaal exact 280 pk hebben? Kijk maar eens naar de Japanse specificaties van de Nissan Skyline GT-R, Honda NSX, Mitsubishi Lancer Evo, Toyota Supra en de Mazda RX-7. Stuk voor stuk hebben ze 280 pk. Op papier, dan.

In het land waar autofabrikanten geen sleutelmaat 13 gebruiken omdat het getal ongeluk brengt, zou je het kunnen toeschrijven aan een soort bijgeloof. Maar dat is niet zo. De Nissan Skyline GT-R R34 produceert eerder 330 pk dan 280 pk en ook de andere bovengenoemde auto’s produceren fors meer.

Dus, hoe zit dat?

Aan het einde van de jaren tachtig piekte het aantal doden in het verkeer met meer dan 10.000 doden in de afgelopen tien jaar. Vooral de opstandige Bosozoku-beweging maakte het erg bont. De Japan Automobile Manufacturer’s Association (JAMA) verzocht autofabrikanten het vermogen van hun motoren te limiteren tot 280 pk en de topsnelheid tot 180 km/u.

Autofabrikanten knikten braaf ja, maar gingen vrolijk door met het ontwikkelen van vermogende turbobeulen. De enige verandering vond plaats in de catalogus: elke auto produceerde nu op magische wijze 280 pk. In het echt was het vaak nog een stuk meer. Een wassen neus, dus. De topsnelheid van 180 km/u werd trouwens wel gehandhaafd.

Wanneer hield het op?

In 2004 was daar plots de Honda Legend met 300 pk, voor de Japanse markt. Honda was de eerste die het herenakkoord verbrak en opende daarmee de sluisdeuren voor andere merken. Plots stegen de vermogens bij alle Japanse autofabrikanten en dat was het einde van het herenakkoord. Ben je van plan een Japanse held uit de jaren negentig te importeren, neem de 280 pk dan met een korreltje zout.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)