Voor mij is een project als Roborace van groot emotioneel belang. Ik heb in het verleden in de auto-industrie gewerkt en ik ben nog altijd dol op auto’s, maar het revolutionaire is er wel van af. Het zijn consumentenproducten geworden op een uiterst competitieve markt. De meeste ontwerpers hebben de drang om vrij te zijn en de wereld te willen laten zien wat er allemaal mogelijk is.

Waar is de lol-factor?

De jaren zeventig waren een dolle tijd voor conceptcars, maar ondertussen zijn we een beetje uit het oog verloren dat niet alles altijd even functioneel hoeft te zijn, en dat lol ook een factor mag zijn. Het internet heeft daar ook mee te maken – alles wordt meteen keihard bekritiseerd, waardoor creatievelingen soms geen grote risico’s meer durven nemen.

Roborace is anders. We moesten in een omhulsel, ter grootte van een reguliere auto, alles persen waar we voor staan. Aanvankelijk speelden we met het idee om een bestaand onderstel te gebruiken, of misschien zelfs een bestaande auto, maar vrijwel onmiddellijk besloten we dat dat niet de juiste weg zou zijn. Dit was immers een unieke mogelijkheid om iets te doen waardoor iedereen even z’n adem in zou houden, om met iets te komen waarvan iedereen zou beseffen dat het iets geheel nieuws was.

Het gaat bij Roborace om het design en het plezier

Het was voor ons een belangrijk punt om de machine zo te maken dat je van een afstand al zou beseffen dat er geen mens in zit die hem bestuurt. Ten tweede moest hij de omvang van een normale auto hebben, omdat we wilden samenwerken met bedrijven als Michelin, zodat zij specifieke banden zouden kunnen gaan ontwikkelen voor autonome auto’s. We wilden Nvidia-computertechnologie gebruiken, we wilden relevant zijn voor daadwerkelijke productie. Als we het kleiner zouden hebben aangepakt, waren we aan ons doel voorbijgegaan.

Ik wilde een iconisch voertuig scheppen. Ik bedoel: ik ben een designer, ik heb in het verleden met Bugatti samengewerkt. Iets creëren dat een plezier is voor het oog stond hoog op mijn lijst, en dat was een interessante uitdaging omdat we veel mensen uit de autosport in ons technische team hadden: aerodynamicadeskundigen met een achtergrond in de Formule 1.

Agressief, als een tijger

We wilden een extreem lage luchtweerstand hebben, waanzinnig hoge downforce, en we hoefden ons niets aan te trekken van regels, want die waren er niet. Zodoende gebruikte ik veel vloeroppervlak en plaatste ik achteraan een enorme diffuser. We gebruiken twee verschillende bandenmaten – voor 18 inch, achter 20 inch – om de machine een agressieve houding te geven.

Ik streefde ernaar om iets te scheppen dat eruitzag alsof het door asfalt werd opgezogen. Dat hebben we voor elkaar gekregen door de carrosserie tussen de wielen naar beneden te laten lopen. Omdat er geen mens in hoeft te zitten, kon de auto als geheel erg laag blijven. Dat geeft ’m een beetje de houding van een tijger die zijn kop naar de grond buigt, klaar om te springen naar zijn prooi, met zijn schouderbladen scherp omhoog wijzend.

De verantwoordelijkheid voor autonome technologie

We vormden de centrale carrosserie naar het voorbeeld van een torpedo, waardoor het lastig was om alles erin te krijgen – we hebben actuatoren nodig, en accu’s: de auto heeft immers veel vermogen en hij moet ook een zekere actie­radius hebben. Ook was het lastig om alle sensoren een plek te geven.

We mikken uiteindelijk op niveau 5 autonomie, en dat betekent dat je vijf lidars moet hebben (Light Detection And Ranging, waarbij lasers worden gebruikt om afstanden tot objecten te bepalen), veel AI-camera’s, radars voor en achter, ultrasone sensoren, gevoelige GPS-antennes – en dat gekoppeld aan een lange lijst vereisten over de exacte plaatsen waar al die dingen moeten zitten.

In een productieauto knal je gewoon een soort ski-box op het dak en gooit al die zaken daarin, maar wij wilden dat het allemaal onzichtbaar zou zijn. Dat is het unieke aan het Roborace-team. We dragen de verantwoordelijkheid voor die geweldige, nieuwe, autonome technologie.

Een verbluffende machine

We moesten wel een beetje zelfbeheersing aan de dag leggen. We moesten cool blijven. De mensen moeten het product te gek vinden en denken: lieve help, wat is dit? We moeten accepteren dat sommige technici ernaar zullen kijken en denken: dat had sneller gekund, en dat beter. Maar dat is van later zorg. Nu eerst wilden we met iets komen dat mensen verbluft. We concurreren met niemand, we hebben geen voorbeeld, er zijn geen regels. Dit is wat het is, we hebben de vrijheid om het zelf in te vullen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)