Het is makkelijk om tijdens de TopGear Speedweek de realiteit uit het oog te verliezen. Het is al bizar genoeg dat we zowel de P1 als de 918 een week tot onze beschikking hebben, maar achterin de pitstraat staat ook nog eens een compleet tourwagenteam klaar. Er staan laptops, krikken, stapels banden, keurig gestreken uniformen en er wordt volop gepraat over technische snufjes. Dit is het team van Honda Yuasa Racing (uit het BTCC). Ze wonnen al 22 BTCC-titels. Matt Neal is present, net als zijn auto: een station.

Wisten jullie dat?

Alsof dat nog niet genoeg is, hebben we ook nog een echte hardcore hete hatch: de Seat Leon Cup Racer. Voor 100.000 euro de jouwe, en als je er nog wat meer geld tegenaan gooit, mag je er legaal de weg mee op. Of gewoon meedoen met races en track-days natuurlijk. Seat beweert dat de Cup Racer voor 30 procent een gewone auto is, maar van binnen herken ik bijzonder weinig. Eigenlijk het enige bekende is de dsg-pook. Het overige ziet er verontrustend incongruent uit.

Vrijwel elke auto die tijdens de Speedweek in de pit staat, produceert meer vermogen dan deze twee en krijgt later de kans dat te bewijzen door ze te vermorzelen op het rechte eind. Bochten zijn een heel ander verhaal. De ene gedraagt zich zoals je verwacht dat een tourwagen zich gedraagt. De andere niet. Het enige voorspelbare daarvan is zijn onvoorspelbaarheid.

Wat biedt de Seat Leon

Ik klauter de Seat Leon in. Er is een knop voor de remkrachtverdeling, wat knoppen voor de ontsteking en nog vele andere op het stuur. De meest belangrijke voor mij is die voor het inschakelen van de ventilatie, want het wordt heet in een raceauto. 330 pk heeft de Leon, wat normaal gesproken wel erg veel is op de voorwielen, maar de pk’s worden onder controle gehouden door het differentieel, de grote spoorbreedte en een flink oppervlak glad rubber. Scherp, strak en volop grip; je krijgt een echte dosis racebeleving zonder de doodsangsten. Althans, een minimale hoeveelheid doodsangst. Met goed opgewarmde banden krijg je een duwtje richting overstuur als je midden in de bocht gaat twijfelen en de dsg-versnellingsbak is halfzacht.


Maar de Seat Leon houdt zichzelf staande, de bekende 2,0-liter turbo doet zijn werk effectief, de remmen zijn indrukwekkend en de voorsplitter raakt een paar keer net de grond op de bochtige stukken. Zoals dat gaat met echte racers gaat ook de Leon kapot als we er wat langzamer mee rijden voor de fotosessie. De dag erna komt een man met een laptop naar ‘m kijken. Het mag niet baten: de motor heeft het begeven. Geen rondetijd dus. Een domper, want ik weet zeker dat de Seat Leon sneller geweest zou zijn dan de raceauto van Matt Neal. Als ik had gereden, tenminste.

Laten wee het nu over de Civic hebben

Die auto van Matt Neal is trouwens geen demoversie of testexemplaar, maar zijn enige echte raceauto. Het vergt wat meer handelingen en inspanning om met deze Honda Civic te rijden. Matt warmt de motor op en zorgt dat de nieuwe set banden op temperatuur komt. Ik krijg een rijles en ontdek dat de Honda Civic een bijzonder actief voordifferentieel heeft, en dat ik vooral van alle knopjes af moet blijven. De technici lijken nog nerveuzer dan ik zelf ben. Ze willen per se dat ik een race-overall draag, maar de enige beschikbare is eigendom van Matt zelf. Dus bestuur ik straks niet alleen zijn auto, maar draag ik ook nog zijn kleren. Hij is 1,93 meter lang en in zijn pak zie ik eruit als een dwerg, maar het kan me niets schelen. Ik mag namelijk in een BTCC-auto rijden en als dit zo goed gaat als met de Leon, ben ik gelukkig.

Hij is eng..

Bocht één: een enorme glijder op de achterwielen, ze zijn nog te koud. Bocht twee: ik kies een richting, maar als ik weer gas geef kiest de auto zijn eigen route. Bocht drie: ik draai in, maar er gebeurt vrijwel niets. In paniek gooi ik het stuur verder om, en op dat punt grijpen de voorwielen het asfalt en is mijn achterkant er weer vandoor. Bocht vier, de haarspeld: een herhaling van de eerste bocht. Bocht vijf is een snelle bocht naar links, richting het rechte stuk. De Honda Civic heeft me zo veel angst aangejaagd dat ik nog sneller gereden zou hebben in een Fiat Punto.

Er speelt een aantal factoren mee: de hoofdoorzaak is de lage bandentemperatuur, daarnaast de hypermobiele achterkant en een voordifferentieel dat te veel wil. In ronde twee zijn de banden al snel warmer en rijd ik wat beter. Hoe sneller ik ga, hoe agressiever de achterkant wordt en hoe drukker het differentieel. Er zijn vele manier waarop je deze auto kunt sturen, slechts één ervan is met behulp van het stuur voor mijn neus. Samen met het differentieel, de achterkant en de remmen kun je combineren om zo effectief mogelijk de bocht door te komen. Helaas ben ik nooit een echte multitasker geweest. Alles beïnvloedt de richting van de auto; een bocht lijkt nooit twee keer hetzelfde te verlopen. Mijn hersenen kraken onder invloed van al deze informatie. Als er één ding is wat de Honda Civic me heeft geleerd, dan is het dat het belachelijk precisiewerk is om een tourwagen goed af te stellen. Je kunt dagen bezig zijn met het fine-tunen van het diff, de schokdempers, achter-camber, enzovoort. De racer is fascinerend listig om te besturen. Net als met de P1, een lesje nederigheid.

Specificaties Honda Civic BTCC


Motor: 2.000 cc, viercilinder turbo, 330 pk, koppel n.b.
Prestaties: 0-100 km/u in 4,2 s, top 257 km/u
Aandrijving: voorwielen, 6v sequentiële bak (Xtrac 1046)
Gewicht: 1.280 kg incl. coureur

Specificaties Seat Leon Cup Racer


Motor: 1.984 cc, viercilinder turbo, 330 pk, 339 Nm
Prestaties: 0-100 km/u n.b., top n.b.
Aandrijving: voorwielen, 6v automaat (DSG)
Gewicht: 1.120 kg

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear