Audi werkt aan een snellere versie van de e-tron. Nee, niet die bijtellingsgunstige A3 met een stekker. Ook niet de Sportback die volgend jaar komt of de e-tron GT op basis van de Porsche Taycan. Nee, op basis van de Audi e-tron waarin we eventjes geleden mochten rijden.
Audi propt drie elektromotoren in de hetere elektro-SUV, laten we hem voor nu even Audi e-tron Performance noemen. Twee elektromotoren op de achteras en ééntje op de vooras. Een totaalvermogen wil Audi niet verklappen. Waarom? Met een 0-100-tijd van 5,7 seconden is de e-tron zeker niet langzaam, maar wel langzamer dan de Jaguar I-Pace en de Tesla Model X.
Tijd voor wat giswerk. De huidige versie produceert in totaal met zijn twee elektromotoren 408 pk en 660 Nm. Ongeveer 240 pk daarvan komt van de achterste elektromotor. Als Audi letterlijk dezelfde elektromotor erbij knoopt, zou dat zorgen voor tegen de 640 pk. Al is systeemvermogen altijd wat lastig rekenen.
Audi zou het vermogen van de achteras wat terug kunnen schroeven voor een betere balans, maar zelfs dan is een 0-100-tijd van ongeveer 4 seconden zeer realistisch bij het gewicht van 2.490 kilo. Een ander voordeel van twee elektromotoren op de achteras is nauwkeuriger torque vectoring, wat weer zorgt voor dynamischer weggedrag.
Naast de snellere Audi e-tron werkt het merk volgens de geruchten ook aan een instapversie met dezelfde motorsetup, maar minder vermogen en wellicht een kleinere batterij. Deze zou al binnen twaalf maanden kunnen verschijnen. De Audi e-tron Performance wordt verwacht voor 2020.
De vraag is: zit er iemand echt te wachten op twee versies met potentieel minder bereik?
