Mijn nieuwe hybride-avontuur duurt nu al dik 3.000 kilometer en ik kan vol overtuiging stellen dat ik blij ben dat ik geen elektrische auto heb gekocht. Het VK schiet zo tekort qua EV-infrastructuur dat je wel kunt stellen dat vol-elektrisch rijden hier het hele punt van het hebben van een auto – kunnen gaan en staan waar je wilt, wanneer je wilt – tenietdoet.

Kunnen omgaan met treinvertragingen en taxichauffeurs die geen idee hebben waar ze heen gaan is aanmerkelijk minder stressvol dan het moeten verplegen van een stervende EV. Daarbij: de meeste publieke laadpalen zijn kapot of bezet, en thuisladen is voor mij niet altijd een optie.

Niet iedereen was het eens met de aankoop

Ik heb er flink van langs gekregen vanwege mijn keuze voor een hybride. Er zijn criticasters in twee kampen: de Ware EV-Gelovigen die van geen andere oplossing of argument willen weten en iedereen die het niet met ze eens is, wegzetten als moordenaar – op z’n minst.

En dan zijn er de EV-rijders die problemen met laden en bereik totale nonsens vinden, totdat blijkt dat ze hele hectares aan eigen grond hebben waarop ze makkelijk kunnen parkeren, en voor langere reizen doodleuk lekker achter in een door een chauffeur bestuurde S-klasse ­diesel stappen.

Maar op dit moment gaat hybride rijden prima in het VK – stil door de stad rollen en toch kunnen beschikken over die verbrandingsmotor voor de lange, snelle stukken. Het lijkt mij dé weg vooruit, maar natuurlijk is de opmars van de hybride auto alweer voorbij; overheden verbannen ze, net als de conventionele auto’s met alleen een verbrandingsmotor, en dat is echt een gemiste kans.

Het komt wel, maar het kost tijd

Grote sociale veranderingen bewerkstelligen kost nu eenmaal tijd, en er moeten periodes van ontwikkeling en omschakeling zijn. Op geen enkel ander hedendaags Brits maatschappelijk vlak zou de bevolking zo snel gedwongen ­worden zulke drastische veranderingen te realiseren zonder overgangstermijn. De hybride bewijst dat er een oplossing is voor de transitie van fossiel naar elektrisch, maar helaas willen overheden het leven van de meerderheid van hun kiezers helemaal niet gemakkelijker maken. Ze geven de voorkeur aan het tevredenstellen van de luidruchtige minderheid.

Goed, de Polestar 1, mijn hybride, is gewoon de beste oplossing voor de manier waarop ik een auto gebruik. Ik kan hem af en toe ’s nachts aan de lader leggen, wat me zo’n 110 kilometer aan vol-elektrisch stadszoeven oplevert. Dat is toereikend voor alle korte en middellange ritjes – in Bristol en omstreken is de benzinemotor geloof ik nog nooit wakker geworden. Ik kan niet ontkennen dat dat heel goed voelt, en dat ik er de morele superioriteit van veel EV-rijders bijna van ga begrijpen.

Als een lader het niet doet of de accu’s leeg zijn, kan ik altijd terugvallen op een 309 pk sterke benzinemotor, en als ze allebei paraat zijn, is het een gekkenhuis van 609 pk dat het een RS 4 bijzonder lastig kan maken.

Is de Polestar 1 wel zo geniaal?

Zoals iedereen die iets nieuws en slims heeft, sta ik hoogst irritant te trappelen om iedereen te vertellen hoe geweldig het ding is. En zoals die andere evangelische types die denken dat hun manier de enige juiste manier is, ben ik totaal overbluft als iemand het genie van mijn nieuwe auto in twijfel trekt.

Dus toen iemand laatst zei: ‘Da’s allemaal leuk en aardig, Chris, maar hij kost 150.000 pond, het stuur zit aan de linkerkant en je bent de enige in het hele VK die er een heeft gekocht’, stond ik met mijn mond vol tanden. Wat ik had moeten zeggen, was dat als de auto-industrie de kans had gekregen te investeren in deze dingen, de techniek in de Polestar 1 nu beschikbaar zou zijn voor een kwart van de prijs.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)