TopGear stapt zojuist uit de nieuwe SsangYong Tivoli. in het komende nummer het complete verslag, hier alvast de highlights.
Testobject: SsangYong Tivoli
Uitvoering: 1.6 e-XLDi160
Locatie: Frankfurt, Duitsland
Weersomstandigheden: koud en zelfs al wat sneeuw
Wat reden we?
De Tivoli dus, de jongste telg van het merk dat je gerust het lelijke eendje van de Koreaanse auto-industrie kunt noemen. SsangYong specialiseert zich al jaren in grote SUV's, wat resulteerde in een paar van de lelijkste auto's die het mondiale asfalt (en onverhard, dat dan weer wel) visueel vervuild hebben. Je kunt je, als je een van nachtmerries vervulde nacht achter de rug hebt, vast de Rodius nog herinneren, de enige auto met dakkapel. Of de Actyon, die BMW leek te inspireren tot de X6. En nee, dat is niet als compliment bedoeld. Maar goed, dat was toen – nu komt SsangYong ook met een klein SUV'tje. Slim, want die dingen zijn ongemeend populair op het ogenblik.
Beviel het?
Dat deed het. Eerst het uiterlijk: zeker voor een fabrikant die zo veel esthetische misdaden op z'n geweten heeft, ziet de Tivoli er erg lekker uit. Hij lijkt nergens op (en dat is wél als compliment bedoeld), oogt met name dankzij de enorm dikke wielkasten lekker stoer. Hij heeft een opvallend 'lege' voor- en achterkant: hij heeft eigenlijk geen grille en weinig tierlantijnen achter en dat ziet er eh… vrij massief uit. Je moet hem in het echt zien: het werkt. De uitvoering die wij hadden was ook rood, zoals op de foto's, maar had een zwart dak en zwarte wielen – echt heel lekker.
Nog bijzonderheden?
De benzine-uitvoering werd al in juni volstrekt geruisloos geïntroduceerd en nu is het dus de beurt aan de diesel. Hij is 1,6 liter groot, levert 115 pk en (bij een diesel belangrijker) 300 Nm koppel dat al bij 1.500 toeren per minuut beschikbaar is. Het is een bijzonder prettig ding dat bijzonder stil en meegaand is. De besturing is goed (je kunt de bekrachtiging op drie standen instellen, maar dat is nergens voor nodig), de handmatige zesbak schakelt uitstekend en de stoelen zitten prettig. Het stuur is wel in hoogte maar niet in diepte verstelbaar en kan naar onze smaak net niet ver genoeg omhoog, maar vooruit.
Het interieur is oké; niet alle kunststoffen komen uit de premiumfabrieken, maar verzorgd en duidelijk is het allemaal wel. In het prima touchscreen woont een bijzonder fijn TomTom-navigatiesysteem – het was een van de weinige introducties waar we niet verdwaald zijn en dat is ook wel eens prettig. De ruimte voor- en achterin is opvallend weelderig – hoofd, benen en bagage vinden meer dan genoeg plek, al moet die laatste wel eerst een forse drempel over. Tor de opvallender opties behoren zaken als stuur- en stoelverwarming, terwijl de stoelen ook nog eens geventileerd kunnen worden – zie je niet vaak in deze klasse.
Welke modellen komen er, wat gaan ze kosten en wanneer staan ze in de showroom?
Er zijn drie uitrustingsniveaus, Crystal, Quartz en Sapphire. De basisuitvoering is niet al te karig, met handmatige airo, elektrische ramen en spiegels, radio met usb en aux, cruisecontrol en veel airbags. Quartz doet daar onder meer 18"-lichtmetaal, dakrails en een touchscreen bij, met Sapphire zit je helemaal goed met navi, privacy-glass, automatische airco, keyless-go en leren bekleding. Prijzen beginnen bij € 22.950, Quartz kost drie mille meer en Sapphire nog eens twee mile erbij. Leuk: je kunt hem ook vierwielaangedreven krijgen, al ben je daarvoor wel vier mille extra kwijt (waarvan de helft extra BPM is).
Kom maar door met dat eindoordeel dan!
Het is een leuk ding, die Tivoli. Hij rijdt goed, smoelt goed en biedt veel ruimte. Tussen de Capturs, Mokka's en Vitara's van deze wereld is het zeker een interessante aanbieding. Je moet het alleen (ondanks SsangYongs vrij vlekkeloze betrouwbaarheidsreputatie én de vijf jaar garantie) wel aandurven – wie op een verjaardagsfeestje vertelt een Tivoli te rijden, heeft een hoop uit te leggen. Maar misschien is dat ook juist een pluspunt.
Reacties