Amerika is de geestelijk vader van de SUV. De pick-up is er koning. Maar de auto die die twee hebben opgeslokt, de traditionele ­stationwagen, heeft nog altijd een loyale en gepassioneerde groep volgers… Als je weet waar je ze moet zoeken.

In 1910 was de ‘automobile’ een dappere nieuwkomer in de transportwereld. Als je in Groot-Brittannië of Amerika ergens naartoe wilde en het was ook maar een beetje ver weg, dan pakte je de trein. Om de burgerij en hun bagage van hun buitenhuis naar het treinstation te vervoeren, schroefden fabrikanten een vierkantere carrosserie op het rudimentaire chassis van hun auto’s.

De Britten noemden deze werkpaarden logischerwijs ‘estate cars’estate is immers het Engelse woord voor buitenhuis. In Amerika heetten ze in het begin ‘depot hacks’, maar dat veranderde later, al even logisch, in ‘station wagons’. En dat is hoe, niet voor het eerst en niet voor het laatst, twee landen die verdeeld worden door dezelfde taal twee compleet verschillende namen verzonnen voor hetzelfde ding. Tomeeto, tomaato. Oh, en het is trousers, niet pants.

Het doel van stationwagens

Gedurende het grootste deel van de eeuw die volgde, deed de estate/stationwagen braaf zijn ding. Deels gebruiksvoorwerp, deels familievriend; hij vervoerde gewillig jou, je geliefde, je nakomelingen en alles wat zij nodig hadden van A naar B. Bagageruimtes werden steeds groter en krompen weer. Er werden deuren en stoelen toegevoegd en weer verwijderd.

Chevrolet Malibu stationwagen achter

Maar de veelzijdige genialiteit van de wagon, het Zwitserse zakmes van de autowereld, werd nooit minder. Bij ons niet, tenminste. In Amerika, waar de opmars van de SUV begon, stonden de stationwagens vanaf de vroege jaren ’90 onder druk. Ooit maakte elke fabrikant, van AMC tot Oldsmobile en van Plymouth tot Pontiac, een wagon. Tegenwoordig zijn zelfs die merken stuk voor stuk verdwenen.

Stationwagens zijn dood in Amerika

En weet je hoeveel stationwagens er tegenwoordig, in 2023, gemaakt worden door de gecombineerde megakracht van Buick, Cadillac, Chevrolet, Chrysler, Ford, Dodge en Lincoln bij elkaar? Nul. Niet één. De stationwagen is mors- en morsdood.

Als je een voorkeur hebt voor een lang dak in de VS, ben je op zijn minst excentriek. Zelfs de archetypische soccer mom heeft de wagon in de steek gelaten en heeft hem ingeruild voor een Volvo XC90 of de nieuwste Chrysler minivan. De honger naar stationwagens die bij ons in Europa zo normaal is, wordt in Amerika voor volstrekt achterlijk gehouden.

Zijn er nog wel stationwagens in Amerika?

Nou zijn we bij TopGear dol op autosubculturen, waar stijfkoppen dapper tegen de stroom van onverschilligheid in zwemmen. Dus toen ik hoorde dat Audi van plan was een nog snellere versie van de RS 6 Avant te introduceren in San Francisco, borrelde het plan weer op om een handjevol van de meest obsessieve wagonistas van de westkust uit te nodigen op een plek waar ze zich thuis zouden voelen. Dat bleek een achteraf-­parkeerterrein te zijn net ten noorden van Oakland, dat de twijfelachtige eer heeft de stad met de meeste auto-inbraken van Amerika te zijn. Wist ik niet. Oeps.

Stationwagens in Amerika shirt Audi RS 2 Avant voor auto

Dit idee ontstond al toen de huidige RS 6 werd onthuld in de herfst van 2019. Audi week van de eigen regels af en kondigde aan dat hun nieuwe biturbo-monster ook te koop zou zijn in Noord-Amerika – de eerste RS 6 Avant na twee decennia afwezigheid. Ik had me destijds opgeworpen als vrijwilliger om het eerste exemplaar van de boot te rijden en band op Amerikaanse bodem te laten zetten, met een soort ‘welkom terug’-feestje eromheen. Lang verhaal kort: COVID kwam wel, de RS 6 niet.

Specificaties van de Audi RS 6 Performance

We spoelen even door naar de zomer van 2023; ik grom over de Golden Gate Bridge in een gitzwarte RS 6 Performance. Beter laat dan nooit. Dit is de vervanger van de ‘gewone’ RS 6, dus uiteraard heeft de Performance wat extra’s. Grotere turbo’s hebben zich in de 4,0-liter V8 genesteld en de turbodruk is hoger, waarmee het vermogen stijgt naar 630 pk en de sprinttijd van 0 naar 100 twee tiende van een seconde krimpt: 3,4 seconden heb je er nog voor nodig.

Audi RS 6 Performance rijder schuin voor

Prachtige 22-inch velgen met smalle spaken besparen 5 kilo aan onafgeveerd gewicht, wat veel goeds betekent voor het rijcomfort, en er is 8 kilo isolatiemateriaal verwijderd om de V8 aan te moedigen zich ook in de vlekkeloos afgewerkte cabine iets meer te laten horen. Geniet ervan zolang het kan – de volgende RS 6 is waarschijnlijk elektrisch.

‘Deze RS 6 heeft een duistere kant: Audi heeft hem wat baldadigheid toegediend’

De Performance laat zich er niet erg op voorstaan dat hij de nieuwste en krachtigste RS 6 is. Er zijn nergens stickers of badges te bekennen. De stoelen bieden nog altijd misdadig weinig zijdelingse steun en alleen als je met half gas je grote teen strekt op de afrit van de 101, hoor je een kléín beetje meer V8-geburbel. Dus als je je afvraagt waarom de Performance dan dik 8.600 euro meer moet kosten dan een reguliere RS 6 – je bent niet de enige.

Op bezoek bij Pixar

Het antwoord komt de volgende dag, wanneer we de stad verlaten en op de wat kronkeliger wegen rijden die naar de heuvels van Napa County leiden. Deze RS 6 heeft een duistere kant; eindelijk heeft Audi bij het actieve achterdifferentieel wat van de voorzichtigheid laten varen en de RS 6 wat baldadigheid toegediend. Het is niet zo’n mafkees als de BMW M3 Touring, maar hij is ook beslist geen Koning Onderstuur meer. Eindelijk hebben we dan een RS 6 die alles kan.

Ik zet de Audi in zijn comfortabelste stand voor de toeristische route door San Francisco, via de zigzaggende zotheid die Lombard Street heet – ‘de bochtigste weg van Amerika’. Even luitenant Frank Bullitt nadoen met een twee ton wegende überwagon op de hellingen die in Bullitt onsterfelijk zijn gemaakt? Doen we gewoon. Alcatraz? Gezien, in de verte, maar geen tijd – we moeten naar een feestje.

Audi RS 6 bij Pixar

Ga naar het oosten over de Oakland Bay Bridge en je komt in Emeryville. Vreemde plek. Dit is het thuis van Pixar, de animatiestudio achter Toy Story, The Incredibles en Finding Nemo. Het hoofdkwartier – ontworpen door Steve Jobs – is herkenbaar aan de enorme bureaulamp die deel uitmaakt van hun logo en bevindt zich in een onbeduidende straat, naast een anoniem motel en een gigantische Ikea.

Om de hoek ligt een gebouw van één verdieping met de naam Fantasy Junction. Klinkt als een louche stripclub, maar gelukkig blijkt het een autodealer te zijn met een verbluffende hoop exotica. Naast talloze 911’s en E-types staan er raceauto’s van Aston Martin en Lola, een vooroorlogse Bentley, Alfa’s, Corvettes en een unieke Maserati Indianapolis Coupé die te koop staat voor 1,4 miljoen dollar. Oh, en een Volvo.

Pixar lamp groot stationwagens in Amerika

Dit is wat me naar Fantasy Junction lokte. Toen ik op het web aan het zoeken was naar een geschikte plek om wagonfans te vermaken, trof ik hier naast allerlei Italiaanse aristocraten een Volvo V70R aan. Die bleek het eigendom te zijn van Spencer, een van de werknemers van het bedrijf, en hij bleek alleszins bereid het parkeerterrein te delen met wat collega-nerds.

Hoe we de stationwagen-liefhebbers hebben gevonden

Hier moet ik Adam Cramer van avants.com even bedanken, die ik op Instagram vond en die de organisator bleek te zijn van, naast diverse andere evenementen voor autoliefhebbers, het jaarlijkse Pacific Northwest Wagonfest.

Hij bladerde door zijn adresboekje met stationwagenmensen, met de bedoeling vier, misschien vijf eigenaren te vinden die hun donderdagmiddag wilden opofferen om een wildvreemde te ontmoeten op een plek waar het knap is als je auto níét onder je neus wordt leeggetrokken. Het werden er tien. Enthousiastelingen? Fanatici zul je bedoelen.

Ze komen al vroeg. De boos van zich af kijkende RS 6 krijgt gezelschap van een stel vriendelijker ogende Audi S4’s, en twee uitbundig verchroomde tweedeurs Amerikanen uit de late jaren ’50. Hé, is dat de auto uit Ghostbusters? En daar, een monstertruck. Laat me ze even aan je voorstellen.

De mensen die stationwagens levend houden in Amerika

Pensionado Henry is bezig artikelen uit te stallen die gewijd zijn aan zijn geliefde Chevy Bel Air. Hij komt regelmatig op autoshows. ‘Bijna elk weekend rij ik naar evenementen’, zegt hij lachend. ‘Ik volg gewoon de jongeren. Zij rijden voorop en zeggen: “Volg ons maar, dan verdwaal je niet.”’ Ik ben iets te Brits-beleefd om te informeren naar zijn leeftijd, maar een van zijn vrienden laat later vallen dat Henry al geboren was toen zijn Chevy in 1956 de fabriek uit reed.

Stationwagens in Amerika Chevrolet Bel Air

‘Deze auto stond van 1988 tot 1998 op mijn oprit’, vertelt Henry. Hij huurde de bekende ­custom– en motorfietsbouwer Cole Foster in ‘om hem aan de praat te krijgen, maar moet je zien wat ik toen kreeg’. Zijn auto is op een haast klinische manier vlekkeloos. De motorruimte is fascinerend: schoner dan menig operatiekamer. Henry neemt me mee naar de in tweeën gedeelde achterkant om de lading knipsels uit te pakken die hij heeft vergaard door zijn veteraan te delen met een nieuwe generatie enthousiastelingen.

Zelfs medewerkers van Tesla zijn aanwezig

Het is een breed, gemengd gezelschap. Khoa is ingenieur bij Tesla, maar zijn echte passie ligt bij Audi Avants. Samen met zijn vrouw Melissa heeft hij er vijf. En omdat ze maar niet konden besluiten welke ze mee moesten nemen, zijn ze elk met een eigen auto gekomen: een bijna standaard geel exemplaar en Khoa’s paarse, bijzonder laag op de wielen staande trots. De kinderen wachten zeer geduldig terwijl hun ouders leeglopen.

Tesla-medeweker Audi s4 avant

‘Ik volgde deze auto al toen ik de scene net had leren kennen’, legt Khoa uit. ‘Hij is behoorlijk bekend in het hele land, omdat het een omgebouwde widebody is.’ Niet helemaal mijn ding,
dit soort auto’s, maar het zal iets met het Californische avondlicht zijn (en een eigenaar die cool genoeg is om ermee weg te komen) waardoor ik toch word overgehaald. En ik hou wel van de ‘tussen neus en lippen door’-manier waarop Khoa de modificaties beschrijft. ‘Hij staat op BBS LM’s, niet overdreven groot, en de turbo’s komen van een RS 6. Het is een cruiser.’

Audi S4 avant stationwagens in amerika

Zijn vrouw prefereert een wat subtielere familieauto, als je de mosterdkleur even negeert. Melissa’s S4 is wat vriendelijker verlaagd en wordt afgetopt door een gestroomlijnde skikoffer. ‘Hij was eigenlijk voor mijn zoon, maar ik vond hem heel tof dus ik heb hem gehouden.’ Mamma weet wat het beste is.

Nog een Audi

De Original Gangster onder de superwagons van Audi wordt vertegenwoordigd door Kirk, met zijn RS 2 Avant. Hij omschrijft zichzelf als een liefhebber van light beer en de RS 2 als zijn droomauto. Hij wilde er zo graag een hebben dat ie er ongezien een kocht en hem vervolgens in één ruk door drie volledig besneeuwde staten reed.

Audi RS 2 Avant

Dat mag niet verrassen, omdat Kirk nogal – maar op een vrolijke manier – knettergek is. ‘Het ding deed het geweldig, de ultieme quattro-ervaring’, grijnst hij. Hij was vanuit Seattle veertien uur onderweg om hierbij te kunnen zijn, maar wist een vriend zover te krijgen de RS 2 te rijden. Zelf was hij iets te druk met het mennen van zijn Quattromog.

‘Ik ben dol op totaal stupide projecten, en ik had al voordat ik kinderen kreeg een visioen van een verhoogde Audi’, vertelt hij. ‘Toen ik mijn vrouw met kind schopte, hadden we iets nodig waar kinderstoeltjes in pasten, dus ik zocht naar een auto met schade en een kapotte motor.’

Een nieuwe motor en behoorlijk wat op maat gemaakte hoge wielophanging later staat hier de gemeenste A4 ter wereld, compleet met bullbars, lier, lampen op het dak en littekens van alle avonturen. Hij is krankzinnig en heerlijk. Alleen in een land zonder jaarlijkse APK kan zo’n apparaat je dagelijkse familieauto zijn.

Maar ook echte Amerikanen

Of iets heel anders, zoals de Chevy Malibu die werkelijk ‘van een oud vrouwtje is geweest’, met een andere motor die er niet minder dan 700 pk uit knalt. Eigenaar Andrew mompelt dit Ferrari-achtige cijfer zo nonchalant dat hij zich afvraagt wat er aan de hand is als ik bijna flauwval van de schok.

‘Een klein oud dametje reed deze auto en had netjes bijgehouden waar ze naartoe was geweest, waar ze had getankt en wat ze daarvoor had betaald. Maar hij kon wel wat power gebruiken, dus ik heb de oude verweerde lak laten zitten, maar de boel wel op een nieuw onderstel van Speedtech gemonteerd en er een LT4 V8 en een automatische tienbak in gebouwd. The car just rips.’

Chevrolet Malibu

Een punt dat hij kracht bijzet als hij later vertrekt en met gepaste herrie wegbuldert in zijn oma-auto. Het is de kunst van de sleeper, tot in de perfectie uitgevoerd. De Audi RS 6 mag dan dreigend en duister zijn, het is ergens ook wel jammer dat hij nooit zo onder de radar zal blijven als een oude Malibu waarmee je supercars kunt vernederen.

Filmauto als surfmaatje

Als extrovert je ding is, dan zul je Adam mogen. Hawaï-hemd, stevige handdruk en een 5,8 meter lange Buick, compleet met surfboard. ‘Hij past in mijn garage – nou ja, net aan.’ Deze Le Sabre beach cruiser uit 1960 is zijn grote trots. Het is met de grootst mogelijk nadruk níét de Ghostbusters Ecto-1 waar mensen hem maar al te vaak mee verwarren – dat was een Cadillac-ambulance. Maar stel nou dat er een metershoge golf wordt gespot in jouw omgeving: who ya gonna call?

Buick La Sabre

‘Een meneer in New Jersey wilde deze wel ruilen met mijn Dodge uit 1936, en toen ie hier werd afgeleverd, besloot ik er een strandauto van te maken.’ Het is een mammoet van een machine, getuige van een tijdperk waarin Amerikaans autodesign toonaangevend was, toen ‘kan niet’ niet bestond en het hele land surfte op een golf van ongebreideld economisch, politiek en technisch naoorlogs optimisme.

Welke is onze favoriet uit deze stationwagens in Amerika?

Het wordt nog moeilijk om te beslissen welke auto mijn favoriet is van deze minishow; deze of de erwtjesgroene Pontiac Safari. Zijn baas, Jay Ward, is de creative franchise-baas van Pixar, aan de overkant van de straat. Ik vraag hem dus meteen waarom deze geweldig karaktervolle tweedeurs geen prominente persoonlijkheid was in Cars.

Pontiac Safari

‘Ik was bezig met Ratatouille toen ik deze auto kocht, maar in Cars zitten ook wat coole hot-rods, en veel leuke referenties aan auto’s uit de jaren ’50.’ Jay kocht de Safari als roestig wrak toen zijn familie uitdijde en is drie jaar bezig geweest met de liefdevolle restauratie, al biedend op zeldzame reserveonderdelen op eBay en tips naspeurend van het ‘wagon network’, zoals hij het noemt. ‘Er zijn er van deze maar 1.292 gemaakt, wat een minuscuul aantal is voor General Motors in de jaren ’50.’

Een Corvette in vermomming

De Audi RS 6 heeft de volle aandacht van de heren, als vertegenwoordiger van het moderne eind van het spectrum der superwagons. Steven en zijn zoon zijn aangekomen in een Cadillac
CTS-V Sport Wagon – waarschijnlijk de laatste, en snelste, Amerikaanse stationwagen. In feite is het een Corvette ZR1 in de vermomming van een hoekige alleseter.

Cadillac CTS-V Sport Wagon

Steven zegt dat hij naar de dealer ging om de sedan te kopen, maar dat ‘de beste verkoper ter wereld me deze auto liet zien, en ik kon niet geloven dat zo’n mooie auto überhaupt bestond. De verkoper was er kapot van, hij zei dat hij het elke dag zou missen om naar de auto te kunnen kijken.’

‘We vinden elkaar in onze wederzijdse bewondering voor de nederige stationwagen’

En dan is er nog Sebastian met zijn onderkoelde, volledig standaard en heerlijk onopvallende E 55 AMG. ‘Ik ga ermee vliegvissen in de Sierra’s en slaap dan achterin’, zegt hij. ‘Hij heeft dik 800 Nm en ik ben gewoon helemaal verzot op deze auto. Elke keer als ik instap en vertrek, zorgt ie voor een glimlach op mijn gezicht.’

Mercedes E55 AMG

Hij is mijlenver verwijderd van de moderne, van technologie vergeven, schreeuwerig ogende AMG’s met hybride dit en haptisch dat. De wielen zien er dezer dagen haast komisch dun uit. Maar: supercharged V8-feestje voorin, megaruimte achterin – geweldig.

Het einde van onze carmeeting met stationwagens in Amerika

Terwijl de zon ondergaat achter de baai en het geroezemoes van de avondforensen langzaam verdwijnt, drinken we dubieuze koolzuurhoudende drankjes en vinden we elkaar in onze wederzijdse bewondering voor de nederige stationwagen, in al zijn vormen.

Een voor een schudden we elkaar de hand en vertrekken we om het Goede Woord te verspreiden, waar we ook komen. Zijn we in de minderheid, vergeleken met de SUV’s? Zeker, maar dat is een modeverschijnsel, geen cultuur. Voor het echte werk? I like big boots and I cannot lie.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)