Ai, met al die hybrides moeten we toch wel een beetje op onze tellen gaan letten, dacht Toyota. Want het moet wel leuk blijven. Daarvoor kan de GT86 gaan zorgen.
Bravo, driewerf hoera en bloemen voor Toyota en Subaru. Temidden van alle groene gedachten hebben ze ruimte gezien om er een sportautoprojectje tussendoor te fietsen dat momenteel zijn weerga niet kent. Een relatief betaalbaar karretje dat slechts ten doel heeft om jou als bestuurder te plezieren, niet om je droogjes van a naar b te verplaatsen of om je portemonnee te vertroetelen bij de pomp.
Dat het nog kan, verbaast ons, en al helemaal dat het uit de hoek van Toyota komt. Zij nemen immers het voortouw in de hybriderevolutie. Ze zouden het liefst zien dat we allemaal tot in onze tenen ‘milieubewust’ zouden worden, zoals alle eigengeile Hollywood-sterren die van de daken schreeuwen dat ze zo’n ding besturen. Misschien hebben de Japanners inmiddels door dat er altijd een groep enthousiastelingen zal blijven bestaan die hier niet voor zal vallen. Mensen die autorijden niet als noodzakelijk kwaad zien, maar als goed tijdverdrijf, als liefhebberij, als way of life zelfs.
Tot voor een paar jaar konden zulke enthousiastelingen ook bij Toyota hun hart ophalen. Auto’s als de Celica, de Supra, de MR2 en – iets langer geleden – de Corolla AE86 spraken tot de verbeelding met hun pure rijgedrag en hitsige motoren. Tegenwoordig heeft Toyota’s luxedivisie Lexus wel een prestigieuze supercar in het gamma, maar blijft het merk zelf achter op het gebied van de rijdersauto’s waarmee ze vroeger zulke hoge ogen gooiden. Niet langer.
Om de GT86 op een financieel verantwoordelijke manier te ontwikkelen, moesten er kosten gedeeld worden. Dus trokken de ingenieurs van Japans grootste automerk de boxerspecialisten van het kleine Subaru aan hun mouw. Toyota tekent voor de product planning en het design, Subaru verzorgt het overgrote deel van de techniek. Het doel is niet om de concurrentie voorbij te streven op het gebied van acceleratiecijfers en Nürburgring-rondetijden. Nee, puur plezier op vier wielen, dat moest het worden. In de geest van de oude Toyota Sports 800 (boxermotor voorin, achterwielaandrijving), de 2000 GT (lange motorkap, kort kontje) en de AE86 (lichtgewicht, in hoge mate te customizen) werd de GT86 geboren.
De techniekfreaks (pk-fetisjisten daargelaten) zullen lichtelijk gaan watertanden door de specificaties die we nu gaan noemen. De GT86 weegt niet meer dan 1.205 kilo en heeft een gewichtsverdeling van 53 procent op de vooras, 47 procent op de achteras. Met een cW-waarde van 0,27 is het een gladjakker, die bovendien de luchtstroom op verschillende manieren (boven én onder de carrosserie) slim benut voor een optimale stabiliteit. Z’n zwaartepunt ligt lager dan dat van menig supercar. Een sperdifferentieel wordt standaard gemonteerd, en op de optielijst staan serieuze spullen als zwaardere remmen, stabilisatorstangen en een verlagingsset.

De platte 2,0-liter viercilinder levert 200 pk, en hoewel het knap is dat deze waarde zonder turbo’s bereikt wordt, is het niet overdreven veel voor een dergelijke auto. Toyota beweert dat ze hier bewust voor hebben gekozen, zodat de GT86 geen instrument voor professionals zou worden, maar een handelbaar maatje waarmee je nog eens volgas kunt stoeien zonder dat ie je het leven probeert te ontnemen. Goed, dat zeggen ze niet letterlijk, maar het is wel waar het op neer komt. Vergelijk het met sportieve motorfietsen: niet zelden is een lichtere variant stiekem leuker dan een krachtige supersport, omdat je niet continu op je hoede hoeft te zijn wanneer je een bocht uitaccelereert of doodsangsten uitstaat wanneer je bij lage snelheid het gas erop gooit.
De GT86 is even spannend als goedmoedig. Stap in, en alles – de lage zitpositie, het minuscule stuurtje, het kort schakelende pookje en de enorme toerenteller recht voor je neus – suggereert dat je wel eens iets overweldigends en intimiderends mee zou kunnen gaan maken. Alsof twee beulen je bij je armen en schouders pakken en er een derde klaarstaat om je ongehinderd in je maag te gaan stompen. Wat volgt, is juist een onophoudelijke kietelpartij. De GT86 is één en al hilariteit.
‘Met de GT86 is de lichte lol-Japanner eindelijk weer terug’
Als een tegendraadse kater komt de Toybaru-boxermotor niet van z’n plek tot je ‘m hardhandig aan z’n nekvel meesleurt. Minstens 5.000 toeren heb je wel nodig om goed vooruit te komen. Zo schakel je lekker veel en rijd je eigenlijk overal twee versnellingen lager dan normaal. Dat is vast niet gunstig voor het verbruik, maar wel voor de beleving. Een geinig schor geluidje steekt bij zulke toerentallen de kop op – eigenlijk nep, want het inlaatgeluid wordt via een sound generator naar het interieur gestuurd voor extra lol zonder de omgeving te storen.
We hebben het wel vaker over auto’s die in bochten aan de weg kleven, maar in de GT86 is het letterlijk alsof je je op een permanent spoor van superlijm voortbeweegt. De elektronische besturing is de beste die we tot op heden hebben meegemaakt: gewichtig, responsief, natuurlijk. De mate van bekrachtiging is vrij laag, en dat helpt aanzienlijk om het kunstmatige gevoel dat veel van deze systemen kenmerkt, te omzeilen. Het stuur reageert met een ratio van 13:1 ook nog eens bijzonder direct. Het gevolg van dit alles is dat je de GT86 elke hoek om ketst alsof je ‘m een klap met een enorme honkbalknuppel verkoopt.
De remmen zijn een genot. Het pedaal is hard en gaat nauwelijks naar beneden; als in een circuitauto rem je op druk, niet op beweging. Het onderstel is stug en communicatief. Zoek je de grenzen van de zijdelingse grip op, dan komt de stabiliteitscontrole snel maar niet heel opdringerig kijken. In de sportstand geeft ie je aardig de ruimte, maar zet hem vooral volledig uit als je in full Technicolor wilt genieten van alles wat de GT86 te bieden heeft. Op vermogen zul je ‘m niet snel dwarsgooien (of je moet trucjes met je koppeling gaan uithalen), maar op snelheid, balans en een goede dosis lef des te meer.
Speelgoed is het, ontzettend leuk speelgoed. Met de GT86 en de Subaru BRZ is de lichte lol-Japanner eindelijk weer terug, en laat Toyota zien dat ze nog altijd méér kunnen dan alleen grijze hokken voor bejaarden en bijtellingstrekkers bouwen. Daar buigen we diep voor.

Toyota GT 86 2.0 D-4S


17/20


Cijfers

0-100 km/u: 7,6 s
Top: 226 km/u
Verbruik: 7,8 l/100 km
Motor: 1.998 cc, viercilinder boxer benzine
Aandrijving: achter
Vermogen: 200 pk
Koppel: 205 Nm
Gewicht: 1.205 kg
CO2: 181 g/km


Prijs

NL € 41.690
BE € 31.690


Vonnis

Reed je al jaren met een grote boog om Toyota-dealers heen uit angst voor acute sufkutteritis? Ga er maar weer eens langs en probeer een GT 86. Je staat versteld

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear