Toyota RAV4 AWD Plug-in Hybrid Business Plus

John de Mol schoot de pitch voor het format De saaiste improvisatieshow al binnen vijf minuten af, maar bij Toyota hadden de bedenkers meer succes. Het ging zo: ‘Beeld je een gemiddelde Toyota-rijder in. Nee, nog beter: beeld je een hybrideToyota-rijder in. Oké, geef hem nu meer dan 300 pk.’ Wat hij ermee doet? Waarschijnlijk niets.

Nutteloos is het vermogen overigens niet. Die overdaad is er niet om GTI-rijders uit hun hete hatchback te lokken, want deze Toyota RAV4 plug-in hybride is gelukkig geen sportieve SUV. Het is heus geen natte dweil; de neus duikt daadkrachtig de bocht in, maar de natuurwetten gaan al snel aan de haal met het hoge zwaartepunt, het hoge gewicht en de eco-bandjes. Zie het vermogen meer als comfort; zorgeloos invoegen en snel inhalen, dat idee. Het onderstel is relaxt en meegaand.

Laad hem vooral bij

Volledig elektrisch rijdt de Toyota RAV4 plug-in hybride trouwens veruit het fijnst. Hoewel de elektromotor het dan moet rooien zonder de viercilinder, komt de Toyota met genoeg pep van zijn plek. Zonder peut haalt de RAV4 gewoon een snelheid van 135 km/u en een – voor een PHEV royale – actieradius van 75 kilometer. Wat je op dat moment wel hoort, is dat de RAV4 redelijk wat windgeruis en bandengeluid produceert, zoals meer SUV’s.

De Toyota RAV4 is niet de enige plug-in hybride met onnodig veel vermogen en een zeer acceptabele 0-naar-100-tijd. Zelfs het verstandige Opel biedt een crossover aan met ruim 300 pk. Het verschil is dat de motor van de RAV4 daadwerkelijk zin heeft in een beetje doorhalen, in tegenstelling tot andere hybrides die het vaak met een hoop ongenoegen en lawaai doen. De 2,5-liter viercilinder pakt gretig door en klinkt niet eens heel onaardig. Wat betreft beleving ontbreekt boven in de toeren dan alleen het schakelmoment; de CVT-automaat zonder versnellingen houdt de viercilinder op een vast toerental. Je kunt niet alles hebben.

De benzinemotor is bescheiden

Wanneer het hybride systeem het nodig acht, springt de benzinemotor bijna ongemerkt en trillingvrij bij. En als de bestuurder niet het volledige vermogen aanspreekt, dan doet de viercilinder stilletjes zijn werk. Wanneer de batterijen leeg zijn, treedt hij tijdens het rijdend bijladen iets meer naar de voorgrond.

Daarnaast houdt de elektromotor de CVT (continu variabele transmissie) in toom. Bij de normale RAV4 wil de automaat nogal gevoelig reageren op het gaspedaal, met een hoop toeren en gejank als resultaat. Nu neemt de elektromotor een groot deel van de acceleratie voor zijn rekening, wat zorgt voor meer rust in de aandrijflijn.

Binnenin de Toyota RAV4 AWD Plug-in Hybrid

Het interieur is verder een fijne plek om te zijn. Een leuk contrast is de analoge naald voor het batterijniveau in het instrumentarium. De draaiknop van de rijmodi verandert van kleur als je bijvoorbeeld naar de sportmodus gaat, wat ook een aardig detail is. De rest van het dashboard is netjes afgewerkt met mooie en zachte materialen. De stoelen zitten goed en achterin is het prima vertoeven.

De interface in de Toyota RAV4 AWD Plug-in Hybrid is niet de mooiste of de snelste, maar hij doet redelijk zijn werk. Er zit Android AutoPlay in, dus verbind vooral het scherm met je telefoon. Dan weet je tenminste ook zeker dat je op tijd komt, want hoewel we best doorreden en geen vertraging hadden, liep de geschatte aankomsttijd tijdens het rijden telkens op. Heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de navigatie nog vaak denkt dat je overdag 130 km/u mag in Nederland. En dat terwijl de auto jonger is dan de nieuwe maximumsnelheid. De adaptieve cruisecontrol die net iets te graag aan social distancing doet, treft wellicht ook een deel van de blaam. Maar ach, ongehaast rijdt de RAV4 toch het best.

Specificaties Toyota RAV4 AWD Plug-in Hybrid Business Plus (2021)