TopGear stapt net uit de Volvo V60 Polestar. In het komende nummer lees je het hele verhaal, hier alvast de highlights.
Testobject: Volvo V60 Polestar
Uitvoering: er is er maar één. Nou ja, en sedanbroertje S60 Polestar, dus die hebben we ook gereden
Locatie: Zweden
Weersomstandigheden: droog, voorzichtig zonnetje
Wat reden we?
Polestar is de race-afdeling van Volvo. Het liet al eerder redelijk woeste prototypes zien (een C30 met 451 pk bijvoorbeeld) en levert 'upgrades' (via chiptuning 25 pk erbij in je V60 T6), maar dit is de eerste keer dat een door Polestar onder handen genomen Volvo daadwerkelijk in productie gaat. Als Limited Edition, dat dan weer wel; er worden er dit jaar 750 gebouwd, waarvan er 50 naar Nederland komen.
Beviel het?
Ja, zeker! Maar laten we eerst vertellen wat je je precies bij de Polestar moet voorstellen. Een raceafdeling die een productie-auto bouwt, dan denk je al gauw aan een soort streetlegal race-auto. Dat was nou net het laatste dat Polestar wilde maken; dan krijg je namelijk een nauwelijks handelbaar uitgespoilerd monster waar je vrouw niet mee wil rijden en jij eigenlijk alleen in het weekend – als het droog is. De V60 Polestar moest een echte rijdersauto worden waar je wel elke dag met plezier instapt. 'Its quality is measured by the size of your smile', zeggen ze zelf. En dat is heel aardig gelukt.
Nog bijzonderheden?
Ja, want Polestar heeft geen half werk geleverd. Je ziet het niet direct, want de uiterlijke wijzigingen zijn subtiel: splitters op de voorbumper, een bescheiden achterspoiler en diffusor, wat zwarte accenten hier en daar, een enkel vierkant blauw logootje – het meest in het oog springen nog de enorme, wielkastvullende 20"-wielen. Onder de blauwe huid (je kunt de Polestar verder alleen in zwart, wit of zilvergrijs krijgen) veranderde veel meer. De vering werd 80 procent stijver en er zijn speciaal gemaakte dempers van Öhlin (dat ook de dempers voor de Lamborghini Aventador maakt – alleen zijn die van de Polestar nog net iets geavanceerder) gemonteerd. De zes-in-lijn T6-motor heeft onder andere een andere twin-scroll turbo van Borg-Warner en een andere interkoeler gekregen. Met de remmen is men naar eigen zeggen een jaar bezig geweest, om precies het juiste remgevoel en -dosering voor elkaar te krijgen. Ook de uitlaat is gewijzigd. Resultaat: 350 pk, 500 Nm, 0-100 in 4,9 seconden, 0-200 in 17,7 tellen en een afgeregelde top van 250 km/u.
De V60 Polestar is snel, erg snel. Hij klinkt, zeker als je de boel in Sport zet (dan gaan de vlinderkleppen in de uitlaat open) lekker vol en ronkend. De grip is, mede dankzij de vierwielaandrijving en die formidabele dempers, haast eindeloos – echt zeer indrukwekkend. Ondertussen is hij verre van oncomfortabel: als je hem niet pusht, lijkt het haast een normale V60. Maar oh wee als je hem op z'n lazer geeft; dan kun je moeiteloos en eigenlijk zeer relaxed met gemak mee met de Audi S4's en BMW 335i's van deze wereld. Minpuntjes zijn er helaas ook: de bak heeft af en toe moeite het tempo bij te benen en de besturing kan een dosis extra gevoel bijzonder goed gebruiken.
Welke modellen komen er, wat gaan ze kosten en wanneer staan ze in de showroom?
Simpel: er komt een V60 en een S60. Ze zijn helemaal volgestampt met alles wat normaal gesproken in de optielijst staat: van navi tot stuurverwarming, achteruitrijcamera tot superaudio – het is allemaal standaard. Dat heeft helaas ook gevolgen voor de prijs, want € 96.500 (S60) en € 99.500 (V60): het is bepaald geen koopje… De levering begint in oktober.
Kom maar door met dat eindoordeel dan!
Polestar heeft met deze S60/V60 laten zien echt iets te kunnen toevoegen aan het bestaande palet van Volvo. De Polestar is een bijzonder vermakelijke auto die je niet altijd op de spits drijft, maar je beloont met geweldige prestaties als je dat wel doet. Motor en onderstel zijn geweldig, bak, besturing en prijs helaas wat minder.
Reacties