Aiways U5 Showroom

Aiways U5, ja. Geen spelfout. Er had niet eigenlijk ‘de eerste automobiele poging van een bekend maandverbandmerk’ moeten staan. En nee, dit apparaat mag dan wel uit China komen, het is niet zo dat het om een luchtvaartbedrijf gaat dat die voor Chinezen berucht lastige ‘r’ maar helemaal heeft weggelaten. De ‘Ai’ in de naam staat voor ‘Artificial Intelligence’. Voluit zou Aiways ‘Artificial Intelligence is on the way’ moeten betekenen. Taaltechnisch nog steeds zo krom als een hoepel, maar goed.

Een beetje achtergrond

Ten eerste: Aiways bestaat pas sinds 2017. Nu weten wij ook wel dat Chinezen in de anderhalve week die wij nodig hebben voor een tuinhek doodleuk drie wolkenkrabbers neerzetten, maar toch. Het mirakel wordt iets minder groot als je weet dat ze zich hebben ingekocht bij Changan Automobiles en Jiangling Motors. Nooit van gehoord? Wij ook niet. Maar Changan is alleen maar de huidige nummer 4 van China, werkte voorheen intensief samen met PSA en nu met Ford. Jianglings geschiedenis gaat terug tot 1947. Het maakte vooral bedrijfswagens en trucks, maar stuurde met het merk Landwind (ah, iets bekends!) ook ooit een van de grootste horrorverhalen op wielen op Europa af.

Hoe groot is de Aiways U5?

Denk qua formaat aan een BMW X3 – het scheelt hier en daar hooguit wat centimeters. Hij ziet er beslist niet slecht uit, een beetje ‘Volvo meets Mazda’ met een heleboel vleugjes andere dingen. Misschien omdat de oprichter van Aiways, Fu Qian, eerder de verkoopdirecteur van Volvo China was? Wie weet. Vanbinnen lijkt vooral inspiratie te zijn opgedaan bij Tesla, want hier heersen leegte en een groot scherm.

Ruim interieur

Kennelijk spraken ook stadsbussen tot de verbeelding, want hij is, zeker op de achterbank, enorm ruim. De bagageruimte is groot en onder de vloer is genoeg plek voor je laadsnoer en allerhande smokkelwaar. Vreemd: een handschoenenvak is er niet. Zo ligt de handleiding in een open vak onder de middentunnel; dat oogt wat onaf. De afwerking is keurig: fraai leer (of nepleer, maar dan het goeie spul) op dashboard en deuren, prima materialen die goed in elkaar lijken te steken. Er rammelt niks, de deur gaat met een geruststellende ‘klonk’ dicht en de weinige knopjes en hendels die er zijn, voelen vertrouwenwekkend aan. De stoelen zitten prima en zijn goed te positioneren. De verstelbaarheid van het stuur had rianter gemogen, maar ach, kniesoor.

204 pk

Daar komt bij dat de Aiways U5 uitstekend rijdt. Het onderstel is dik voor elkaar: comfortabel en toch communicatief. De besturing voelt kunstmatig aan, maar is wel precies en redelijk direct. De elektromotor (één, op de vooras) genereert 204 pk en 310 Nm, wat resulteert in een sprint naar 100 km/u in 7,8 seconden en een begrensde top van 150 km/u. Geen spektakel dus, maar ruim voldoende om mee te komen.

Er zijn drie rijmodi: Eco, voor die ‘haal ik het wel?’-momenten, Normal, en Sport als het allemaal wat meer humor mag hebben. Met name die laatste stand is aangenaam: de respons op het ‘gaspedaal’ wordt  aanzienlijk verscherpt. De mate van regeneratie kun je alleen via het scherm instellen, niet via bijvoorbeeld peddels aan het stuur. Jammer – iedere EV-rijder weet dat het leuk is om te variëren tussen een stukje freewheelen en sterk afremmen zodat je precies voor het stoplicht tot stilstand komt. Zit er hier dus niet in.

Geen last van wielspin

Van andere typische EV-onhebbelijkheidjes, zoals spinnende voorwielen bij het optrekken als je iets te enthousiast stroom trapt, heeft de U5 geen last. De accucapaciteit van 63 kWh is genoeg voor een actieradius van 400 kilometer volgens WLTP. Bij ons stond er altijd 380 kilometer op het display, en zeker bij kou en veel snelweg ga je ook dat bij lange niet halen. Maar dat geldt voor alle EV’s: hoe langzamer je rijdt en hoe vaker je remt, hoe verder je komt. Fact of life. Snelladen kan, tot 90 kW.

De minpunten van de Aiways U5

De bediening moet, uitgezonderd een paar knopjes op het stuur, in zijn geheel op dat grote scherm plaatsvinden. Dat is lastig en het leidt af, zeker omdat lang niet alles even snel te vinden is. De systemen van kennelijke voorbeelden als Tesla en Volvo werken veel intuïtiever. Ook opmerkelijk: de bemoeizucht van de U5 kan je eenvoudig tot waanzin drijven. Zo’n beetje alles wat je doet, leidt tot een waarschuwend piepje. En bijna altijd is het de vraag wát je dan fout deed.

De ‘blijf in je baan’-hulp begint al te mauwen als ie in de verte een streep ziet. De parkeersensoren zetten het op een piepen als iemand achter je gaat staan voor het stoplicht. Goed, het regende, vinden sensoren altijd lastig, maar toch. Het allerergst is de camera die linksonder in de voorruit op je gericht staat en alles wat je doet in de gaten houdt. En op alles wat je doet goedbedoeld, maar betweterig advies geeft.

Kijk je even naar rechts, om te kijken of er niets aankomt, klinkt er opeens een stem: ‘Please look ahead, don’t be distracted.’ Het betuttelendst is nog wel als je een sigaret in je gezicht steekt: ‘Please focus on the road and DON’T SMOKE!’ Nou ja zeg. Het goede nieuws: je kunt alles ook uitzetten. Behalve die parkeersensoren: die kunnen niet uit.

Waar koop je een Aiways?

Naar een Aiways-showroom zul je vergeefs zoeken. Je koopt een U5 op de Aiways-site, waarna hij bij je thuis wordt afgeleverd. Verder is er een deal gesloten met Profile, waar je terechtkunt voor onderhoud en op termijn ook voor proefritten.

De Aiways U5 is, in tegenstelling tot wat je wellicht zou verwachten, geen AliExpress-auto. Een Euro NCAP-crashtest is er nog niet, en de deugdelijkheid zal zich in de loop der jaren moeten gaan bewijzen, maar aan de eerste indruk zal het niet liggen. Hij is stil, comfortabel, riant uitgerust en belachelijk ruim. En redelijk betaalbaar, want 41.850 euro voor ons model (er is ook een ‘Standaard’ voor 39.950 euro en een Premium voor 43.850 euro) is concurrerend. Niet heel goedkoop, maar batterijen zijn nu eenmaal duur…

Er zijn heus nog wel wat puntjes op diverse i’s te zetten, maar er zullen geregeld updates komen die dingen bijschaven en beter maken. De ontwikkeling van volgende modellen (inderdaad: U6 en U7) is in volle gang. Zo heeft het er alle schijn van dat Aiways hier het eerste Chinese blijvertje zal zijn.

Andere Chinese merken

Konden we in 2005 nog lacherig doen (en terecht: wat een drama was dat) toen Landwind als eerste Chinese merk bij ons kwam kijken: als de Aiways U5 één ding duidelijk maakt, is het dat die tijden voorbij zijn. En het mag dan de eerste (oké, na MG, dat we om bijzonder flauwe nostalgische redenen nog altijd het gebruik van de naam kwalijk nemen) fatsoenlijke auto uit China zijn, de laatste is het zeker niet. Er zit nog veel, veel meer aan te komen, en van minimaal de helft hebben we op dit moment nog niet het flauwste idee.

Andere merken zag je al eerder voorbijkomen. Nio is bijvoorbeeld een merk dat enorm aan de weg timmert; niet alleen met de belachelijk snelle supercar EP9 (0-100 in 2,7 seconden), maar ook met aanzienlijk normalere auto’s. En wat te denken van Seres, een Chinees-Amerikaanse samenwerking (dat het kán!), die dit jaar komt met diverse smakelijk ogende SUV’s? Europese fabrikanten kunnen hoe dan ook hun borst natmaken: de Chinezen komen.

Specificaties Aiways U5 Showroom (2021)