De A5 Cabrio is met een dikke V6 een verrukkelijke auto. Dat is niet zo moeilijk. Maar wat als er een viercilindertje in ligt?
 
Gek hoe snel dingen wennen. Neem nou pk’s. Vroeger (vertelde opa, hoewel het nu ook weer niet zo lang geleden is) was je met een pk of 100 behoorlijk het mannetje. De eerste Golf GTI had 110 pk en nou nou, dat was me wat. Toegegeven, auto’s wogen destijds stukken minder en hadden dus ook geen karrenvrachten vermogen nodig. Maar vergis je niet: die GTI deed er 9,1 seconden over om 100 km/u te bereiken, een tijd waarvoor een modale diesel zich tegenwoordig zou schamen.
 
Waar willen we naartoe met dit verhaal? Wel, het kwam op toen we merkten dat we ons vooraf een beetje zorgen maakten over de Audi A5 Cabrio die we zouden gaan ophalen. Waarom? Omdat hij een tweeliter viercilindertje aan boord had. Niet dat wij iets tegen viercilinders hebben – sommige van onze beste vrienden zijn viercilinders. Maar ja: de enige andere A5 Cabrio’s die we gereden hadden, hadden respectievelijk een V6 compressor met dik 330 pk (en heette dan ook S5 Cabrio) en een sowieso onvergelijkbare monsterdiesel. Die waren dermate hilarisch dat daarop inleveren alleen maar kan tegenvallen. Audi heeft ons de laatste tijd sowieso verwend: hysterische V10’s, gromgrommende vijfcilinders. Deze viercilinder daarentegen ligt ook in de VW Golf. De GTI weliswaar, maar toch. Past dat wel bij zo’n elegante en redelijk zware (dik 1.600 kilo) semi-sportauto als de A5 Cabrio? Je begrijpt: slapeloze nachten.
 
Achteraf schamen we ons behoorlijk voor die zorgen. Hoe kun je nou denken dat 211 pk niet voldoende is om een beetje vaart in een modale open vierzitter te houden? Waren we dan íéts tekort gekomen in die GTI? Hadden we ons vooraf niet een tikje beter kunnen informeren, door bijvoorbeeld eens te kijken hoe snel dat ding volgens Audi naar 100 km/u ging? Dan hadden we gezien dat-ie dat in 7,5 tellen doet, een snelheid waarmee je nog altijd een dikke 90 procent van het Nederlandse wagenpark achter je laat bij het stoplicht. De top van 241 km/u is in het dagelijks leven vrij irrelevant, maar had onze twijfels als kabouters in een hagelstorm kunnen laten verdwijnen. Sterker nog: deze motor is waarschijnlijk de beste die je in deze A5 kunt kiezen. Hij is smeuïg, soepel, stil en zuinig, heeft niet meer cilinders dan hij nodig heeft (waardoor je dus ook niet om de 300 kilometer bij de pomp staat) en presteert er niet minder om. En hij klinkt nog eens heerlijk ook: mooi diep en grommerig. Eigenlijk past hij bij de auto als Stan bij Ollie: een dunne motor in een dikke auto, die elkaar aanvullen tot een nagenoeg perfect duo.

Reacties