Een Audi A6 is het tegenovergestelde van een doos chocolaatjes. Daarbij weet je immers nooit wat je krijgt, terwijl je dat met een Audi A6 tot tien cijfers achter de komma precies weet. Is dat bij de nieuwe ook zo?
 
De Audi A6 is al sinds de tijd van de Egyptenaren (de óude, die van farao’s en piramides) een toonbeeld van hartverwarmende voorspelbaarheid. Om de metafoor met films-over-mensen-die-geestelijk-een-tikje-anders-in-elkaar-zitten verder door te trekken: als er toch één ideale Rain Man-auto is, dan de Audi A6.
 
Een A6 is immers al zolang als hij er is het ideale alternatief voor iemand die een Mercedes voor oude mensen vindt en een BMW voor patjepeeërs. Waarmee maar weer eens bewezen is dat je misschien maar beter helemaal geen imago kunt hebben dan een bedenkelijk imago, want Audi verkoopt (wereldwijd gezien) meer A6’en dan BMW 5’s en Mercedes E’s. Met zo’n Audi weet je wat je koopt: een keurig uiterlijk, een interieur dat ook door BMW en Mercedes met argusogen bekeken wordt, vooruitstrevende techniek en een weggedrag dat, hoe kan het ook anders, precies tussen de twee andere Duitsers in zit.
 
Eén blik op de nieuwe A6 leert dat Audi ook bij deze generatie, de zevende alweer, het roer niet radicaal heeft omgegooid. Wat heet: je kunt het niemand kwalijk nemen als hij denkt dat het om een milde facelift gaat in plaats van om een auto die van de eerste tot de laatste schroef nieuw is. Dat geldt vooral voor het profiel – van de zijkant bekeken zijn de verschillen miniem. Oké, de lijn boven de portiergrepen (door Audi altijd zo mooi ‘torpedolijn’ genoemd) is scherper en de A6 lijkt iets meer kont te hebben dan z’n voorganger, maar iedereen zal er een A6 in herkennen. Of zal denken met een dikke A4 of iets gekrompen A8 van doen te hebben, dat kan ook.
 
De neus wijkt forser af van die van de voorganger. De brave rechte koplampen hebben plaatsgemaakt voor meer gestileerde exemplaren die brutaal om de hoek van de auto gluren. Dat moest ook wel, vanwege alle nieuwe lichttechnieken, maar het staat ‘m goed. De rechte grille heeft er nu ook, ter grotere familiaire herkenbaarheid, de afrondinkjes aan de bovenkant bijgekregen. Zie verder de ronde in plaats van vierkante mistlampen en je hebt de belangrijkste verschillen in de gaten. De achterkant is minder eenvoudig als nieuw te herkennen; keurig, misschien een beetje saai, that’s it.
 
De wielbasis is een centimeter of acht gegroeid, terwijl de hele auto juist een paar millimeter korter en lager is dan z’n voorganger – best bijzonder in tijden dat zo’n beetje alles groter wordt, op mobieltjes en menselijke zelfkritiek na althans. Hij is mede daardoor (maar ook door kwistig gebruik van aluminium) tot 80 kilo lichter dan zijn voorganger. Wat natuurlijk weer scheelt voor de prestaties, het verbruik en de uitstoot – over de hele linie scheelt het verbruik 12 procent; de 2.0 TDI is zelfs bijna 20 procent zuiniger geworden en dampt maar 129 g/km door de uitlaat. Die laatste is sowieso het spaarvarken van het stel: 4,9 liter per 100 kilometer is erg weinig, zeker als je je bedenkt dat hij ondertussen wel 177 pk vermogen en 380 Nm koppel in huis heeft en de 0 naar 100 km/u in 8,7 tellen doet. Toch leuk, een beetje beuken met je a-labeltje.
 
Het kan altijd leuker en dus kozen wij voor het andere uiterste van het dieselgamma: de drieliter V6. Ha, dat is het betere werk: 245 pk, 500 Nm, quattro vierwielaandrijving, automatische zevenbak met dubbele koppeling, 6,1 naar de 100 en op die honderd kilometers toch maar zes luizige litertjes verbruiken – wat wil je nog meer? 

‘Was de A6 vroeger een toonbeeld van onderstuur, tegenwoordig beweegt hij zich zo rotsvast door bochten dat je je afvraagt waar ze ze nog voor aanleggen’

 
Binnenkomen in de A6 is een beetje als thuiskomen, wat een enorme prestatie is omdat 99,9 procent van de mensen die ooit in een A6 zal plaatsnemen, mocht willen dat hun huis er half zo verzorgd, gezellig en kwalitatief hoogwaardig uitzag. Sterker: als een-tiende van je huis er zo uitzag was dat deel al meer waard dan de zooi stenen eromheen. Alle materialen en de manier waarop ze in elkaar geboetseerd zijn, de subtiele verlichting, het design en het bedieningsgemak – fraaier wordt het bijna niet in dit segment. Of je moet in een A7 Sportback gaan zitten, die zo goed als hetzelfde binnenste heeft. En meer, want de twee zijn technisch identieke tweelingen.
 
Om welk soort informatie het ook gaat, het kan bijna niet zijn dat het je ontgaat in de A6. Neem nou de (optionele) navigatieaanwijzingen. Die worden op liefst vier verschillende manieren op je afgevuurd: mondeling, via het (optionele) fraaie grote highres kleurenscherm, via een scherm (optioneel in kleur) tussen de snelheidsmeter en toerenteller, waarop pijlen de richting aangeven en tot slot is er, voor het eerst in een Audi, (optioneel) een head-up display. Ze zijn er een beetje laat mee, maar slaan terug met de uitvoering: in kleur en geheel naar eigen voorkeur instelbaar. Enfin, je bent een hele baas als je het nog voor elkaar krijgt verkeerd te rijden.
 
Nu we het toch over rijden hebben: dat doet de A6 geweldig, hoewel hij vooral dingen niet doet. Hij klinkt niet als een diesel, voelt niet als een grote zakenauto en vertikt het om bij welke snelheid dan ook vaag, wiebelig of juist oncomfortabel te worden. Waarmee hij dus exact aan de verwachtingen voldoet; niet het übercomfort van Mercedes, niet de intrinsieke scherpte van BMW, maar precies er tussenin. Het klinkt haast tegenstrijdig, maar als Audi érgens de perfectie in heeft weten te bereiken, dan is het in het kijken naar anderen en díé kernwaarden zoveel mogelijk vermijden, waarmee ze toch weer iets geheel eigens hebben gecreëerd.
 
De besturing is tegenwoordig elektrisch, wat (zoals vrijwel altijd) een wat doods gevoel oplevert. Het functioneert allemaal prima, directheid en precisie zijn dik in orde, maar of je nou op kinderkopjes of pure Chinese zijde rijdt – in je stuur zul je het niet voelen. Gelukkig wordt er door het onderstel meer dan genoeg informatie doorgegeven. Was de A6 in vroeger tijden nog wel eens een toonbeeld van onderstuur, tegenwoordig beweegt hij zich zo rotsvast door bochten dat je je afvraagt waar ze ze nog voor aanleggen.
 
De motor is een geweldenaar, beestachtig sterk maar altijd op de achtergrond, waardoor je eigenlijk ongemerkt altijd te hard rijdt. De zeventraps S-tronic doet precies wat hij moet doen, daarbij geholpen door elektronica die jouw voorkeur (van sport tot eco) in daden omzet. De remmen werken nauwkeurig en mooi progressief.
 
Dan het vervelendste deel van elk Audi-verhaal: de prijzen en opties. Niet dat Audi hierin alleen staat, hoor, BMW en Mercedes zijn zeker zo erg, maar de A6-optielijst is een spookhuis van meerprijzen. De instap-A6, de 2.0 TDI, is er vanaf 46.900 euro, wat niet eens onaardig is – voor dat bedrag krijg je bij BMW met een beetje zeuren net de folder van de 5-serie mee. Deze top-diesel, standaard met quattro, kost minimaal € 64.900. Helaas kunnen we niet alle saillante optieprijzen noemen, maar een paar highlights: harddisk-navi met geinige touchpad: 5.590 euro. Bang & Olufsen-audio: 9.582 euro. Elektrisch bedienbare comfortstoelen: 3.992 euro. Onze persoonlijke favoriet is een aparte hoorn met kleurendisplay, zodat je ‘discreet kunt telefoneren’. We weten niet in welk parallel universum iemand bereid zou zijn daar 2.277 euro voor neer te tellen, maar niet in het onze.
 
Het is een geweldige auto, de nieuwe A6. Snel, stil, comfortabel, uiterst representatief, degelijk, prachtig in elkaar gezet en hij rijdt nog eens fantastisch ook. Tuurlijk, je kunt een 5 of een E prefereren, maar dat doe je dan louter op emotionele gronden; rationele zijn er immers niet. Precies zoals je van een Audi A6 mag verwachten. Chocolaatje, iemand?
 
 

Specificaties: 3.0 TDI quattro Pro Line Plus


 

Leuk 

Geweldige auto…

 

Niet leuk 

…maar geheel volgens verwachting

 

TopGear-vonnis

Topauto, hooguit tikje saai

 

Prestaties  

0-100 km/u in 6,1 sec., top 250 km/u, 6,0 l/100 km

 

Techniek  

2.967 cc V6 turbodiesel, vierwielaandrijving, 245 pk, 500 Nm, 1.695 kg, 158 g/kmCO2

 

Doen!   

Internet met Google Earth-navi





Niet doen   

Die idiote telefoonhoorn van dik twee mille





Prijs NL € 74.250

Prijs BE € 56.050 (Business Plus)

Reacties