Audi RS Q3

Het is goed Audi-gebruik om van zo’n beetje elk model ook een snelle of zelfs héél snelle versie te maken, getooid met respectievelijk de letter(s) S en RS. Al kun je je afvragen of ze sommige modellen die niet beter kunnen overslaan.

Het kan natuurlijk zijn dat je meer hebt met andere merken, maar door de bank genomen zal je waarschijnlijk met ons eens zijn dat met Audi-design niet heel veel mis is. Het is meestal vrij rustig en elegant, zonder al te overdreven, aandachttrekkende fratsen. Inderdaad: het begint langzamerhand allemaal wel érg op elkaar te lijken, dat is zo. Zet een A3 sedan, A4 sedan, A5 Sportback, A6 sedan en A8 naast elkaar en het zou ons verbazen als de ontwerper ze zelf nog uit elkaar kan houden. En dat die strategie niet altijd werkt, wordt door geen model zo overtuigend bewezen als door de Q3. Hij maakt op een schrijnende, haast pijnlijke manier duidelijk dat je bestaande modellen niet ongestraft kunt oppompen of laten leeglopen, omdat het dan een keer misgaat met de proporties. Tot aan het tweede portier gaat het nog redelijk, maar daarachter gaat alles mis. Doordat z’n achterkant veel te kort is, lijkt het alsof hij telkens moet bukken omdat hij alweer z’n zeepje heeft laten vallen.

Zou het helpen als je zo’n uit z’n blik gevallen cake zou volhangen met oorlogszuchtig spul als spoilers, diffusors en luchtgaten? Of blijft het dat roodharige sproetenjongetje met één dichtgeplakt brillenglas, maar dan met een camouflagepak aan? Kijk en oordeel zelf, maar waarschijnlijk ben je met ons eens dat dit een project was dat, gezien het basismateriaal, gewoon niet kón lukken.

Dat wil niet zeggen dat ze bij Audi hun best niet hebben gedaan. Integendeel zelfs, want zeker recht van voren en recht van achteren ziet de RS Q3 er best geslaagd uit. Dikke honingraatgrille, afgewerkt met mat-aluminium luchthappers aan de flanken, diepe voorspoiler, verbrede wielkasten, alu spiegels, dakspoiler, diffusor met aluminium randje en een uitlaat ter grootte van een liftschacht: dik! Nee, dat nare, branderige gevoel aan je ogen, alsof iemand je een halfuurtje boven een bak pas gesneden uien heeft laten hangen, steekt pas weer de kop op als je zijn profiel ziet.

Normaal gesproken is bij dit soort auto’s hét grote voordeel van gaan zitten dat je de buitenkant niet meer ziet, maar bij de RS Q3 is dat bepaald niet het enige. Audi is zich er namelijk terdege van bewust dat een RS-badge verwachtingen, nee: verplichtingen schept. En die verplichting neemt men gelukkig uiterst serieus. Dat blijkt wel uit het feit dat men de RS Q3 heeft voorzien van een van de fijnste motoren die Audi ter beschikking heeft: de 2,5-liter vijfcilinder die we kennen uit de TT RS en de RS3. Die levert maar liefst 310 pk vermogen en een koppel van 420 Nm, met een gretigheid die aan het gulzige grenst. En zo heeft dat rossige jochie van daarnet wel in een keer een Uzi in z’n handen.

Die beul van een motor stelt ‘m in staat tot een sprint naar 100 km/u in 5,5 miezerige secondetjes en zet daarbij een keel op die een totaal ander soort auto doet vermoeden. Goh, wat kan dit apparaat brullen! Je vergeet meteen dat je in een uiterlijk uitgedaagde net-niet crossovermidimpv-of-hoe-noemen-ze-die-dingen-tegenwoordig zit, en focust op de rest van z’n capaciteiten.

Ook daarmee blijkt weinig mis te zijn. Hoewel z’n zwaartepunt natuurlijk een stuk hoger ligt dan dat van de TT RS en RS3, moet je het in bochten redelijk bont maken voor je daar veel van merkt. De besturing is (in tegenstelling tot die in de normale Q3) heel natuurlijk, niet heel zwaar maar wel gevoelig, zodat je altijd precies weet tot hoe ver je kunt gaan. De quattro-vierwielaandrijving zorgt uiteraard voor bergen grip en alle elektronica lijkt er vooral op gericht je zo snel mogelijk door bochten heen te helpen, in plaats van je af te straffen voor foutjes die je eventueel maakt – dat maken we bij andere merken wel eens anders mee. De dubbel-bekoppelde dsg-automaat doet zo goed als altijd wat je verwacht/wilt dat hij doet, en anders is er altijd de mogelijkheid één van de flippers aan het stuur even een zetje te geven. Het apartste aan de RS Q3 blijft toch dat zalige geluid, totaal onvergelijkbaar met dat van vier- of zescilinders. Van diep ronken tot heavy-metal brullen – het is te regelen met een druk op het rechterpedaal.

De aanpassingen aan het onderstel missen hun effect niet, al moet gezegd dat als je alle instellingen niet op standje ‘don’t try this at home’ zet, je ook gewoon normaal met de RS Q3 kunt rijden – alsof er niets aan de hand is. Dan blijkt (dan heb je er tenminste tijd voor) dat zo’n RS Q3, geheel des Audi’s, onberispelijk in elkaar zit, ergonomisch klopt, voldoende ruimte biedt en eigenlijk reuzencomfortabel is. Dit is typisch zo’n auto waarvan je partner/moeder/schoonmoeder niet eens hoeft te merken waarvoor je ‘m werkelijk gekocht hebt.

De vraag die echter blijft hangen, is waarom je dat met de RS Q3 zou doen en niet met elke andere S of RS getooide Audi. Een RS3 doet alles wat de RS Q3 doet en ziet er wél fatsoenlijk uit. Hij is misschien iets kleiner, maar het scheelt niet eens zo heel veel en hij is ook nog eens vijf mille goedkoper. Daarbij zit ie door z’n lagere gewicht en gunstiger stroomlijn ook nog eens bijna een seconde sneller op de 100.

Dus: waarom een RS Q3? In alle eerlijkheid: we zouden het bij God niet weten. Echt, het is een heerlijke auto, maar het lijkt ons de bedoeling dat als je hem geparkeerd hebt, wegloopt en nog even omkijkt, je trots zou moeten zijn in plaats van in snikken uit te barsten. Al die fraaie techniek is op deze manier een gouden ring, maar de Q3 is en blijft een lelijk ding.

Audi RS Q3 2.5 TFSI quattro

10/20

Motor

2.480 cc

vijfcilinder turbo

310 pk / 420 Nm

Aandrijving

vierwiel

7v automaat (dsg)

Prestaties

0-100 in 5,5 s

top 250 km/u

Verbruik/milieu

8,8 l/100 km

206 g/km CO2, F-label

Afmetingen

4.410 x 1.841 x 1.580 mm (L x B x H)

2.603 mm (wielbasis)

1.630 kg

64 l (benzine)

356 l (bagage)

Prijzen

NL € 53.717 (25%)

BE n.n.b.

Het vonnis

Technisch uitmuntend, rijdt uitstekend en blèrt de adrenaline zo je aders in. Maar het oog wil ook wat – en krijgt niets. Alsof SsangYong een AMG-versie van de Rodius maakt. Dus bespaar vijf mille en koop een RS3