Deze twee dingen zijn niet hetzelfde…

Correct. En toch ook weer niet. Als je nou een perfect voorbeeld wilt van technologische evolutie zonder het verwachtingspatroon aan te tasten, dan hoef je niet verder te kijken dan de Audi S3. De originele Audi S3 verscheen in 1999 en had quattro-vierwielaandrijving, een viercilinder met turbo en een soort Goudlokje-formaat dat betekende dat hij perfect kon worden gebruikt als een snelle en toch praktische auto voor alledag.

Dat is dus die subtiele groene. De versie uit 2023, hier in spetterend Miami Blue, heeft diezelfde basisprincipes, maar rij ze vlak na elkaar en je zult versteld staan van hoe weinig de algemene vibe is veranderd in 24 jaar tijd.

Oké, maar is dat iets goeds?

Wij denken van wel, ja. Zeker, ze zien er anders uit, maar ze zijn nog steeds op een herkenbare manier broers van elkaar. De oudste is zachter, meer afgerond, en staat op vrij bescheiden 17-inch lichtmetaal. De nieuwe heeft scherpere hoeken, is gemener en doet het met 19-inch, maar je kunt zien hoe de styling zich langs de tijdlijn omhoog heeft gewerkt. En zo is het eigenlijk met alles.

Eerste Audi S3 (2001) rijdend voor nieuwe Audi S3 Sportback (2023) zijkant

De groene is een originele S3, maar hij heeft wel een MTM-chip voor het motormanagement gekregen, waardoor het vermogen van de 1,8-liter viercilinder nu op 250 pk ligt. Dat wordt soepeltjes afgeleverd, al heeft de kleine turbo wel wat tijd nodig om op te spoelen en zijn werk te gaan doen. Je bent 6,8 seconden bezig om van 0 naar 100 km/u te komen, het gewicht is 1.420 kilo en hij heeft een licht aanvoelende maar scherpe handmatige zesbak.

Klinkt briljant – maar de nieuwe is beter, zeker?

De moderne S3 heeft die extra hap lucht niet nodig om de vaart erin te -zetten of op te schakelen. Moderne turbo’s spoelen sneller op, leveren al bij lagere toerentallen en voelen urgenter aan. De zeventraps DSG-bak laat ook al nergens een pauze vallen. Achter de modernere voorkant ligt een naar 2,0 liter geüpgradede motor met 310 pk, en met een gewicht van 1.560 kilo ie hij iets zwaarder. Hij voelt echter wel een heel stuk sneller tijdens zijn 0-naar-100-sprintje, dat ie dan ook in minder dan 5 seconden afraffelt.

Dat klinkt eigenlijk alsof ze behoorlijk verschillen?

De cijfertjes zijn een beetje misleidend, want het voelt niet echt alsof de oude overklast wordt. Ja, het Haldex-vierwielaandrijvingssysteem is van de eerste generatie en geheel reactief – je krijgt maximaal 50 procent van de actie naar achteren als de voorwielen al druk aan het spinnen zijn – maar als je dapper genoeg bent, heeft hij de grip heus wel in huis.

Eerste Audi S3 (2001) rijdend voor nieuwe Audi S3 Sportback (2023) schuin achter

De nieuwe S3 heeft een gelijksoortig systeem waarin de power meestal puur naar de voorwielen gaat, maar hij heeft een tweede meerplatenkoppeling vlak voor het achterdifferentieel. Tractie tekort? Dan kan 100 procent van het koppel naar de achteras, en ook de variëteit in de verdeling is veel groter.

Beter, maar niet beter?

Het vermogen wordt met veel meer finesse en precisie geleverd en het proces vereist niet de toewijding die de oude S3 soms vraagt. Toch, nogmaals: de nieuwe S3 is volwassener geworden, maar is niet zozeer een heel andere auto. Beide voelen aan als S3’s. Snel, zeker, zonder de angst die je er bij een RS 3 bij krijgt.

Audi S3 Sportback (2023) rijdend achter

Het is een volstrekt logische en natuurlijke evolutie, waar je zo ongeveer een liniaal langs zou kunnen leggen. Welke is beter? De moderne. En welke is de beste? In dit geval heeft de originele Audi S3 toch nog steeds wat meer karakter.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)