Autotest: Infiniti FX 30d GT

Vaste lezers weten: we hebben niet heel veel met SUV’s. Te groot, te lomp, te hoog – zet er ‘te’ voor en iets negatiefs achter en je hebt een dikke kans dat het op SUV’s van toepassing is. Maar als we dan toch moeten kiezen: doe ons dan een Infiniti FX. De combinatie van dat wel heel aparte uiterlijk en de motor uit de Nissan 370Z: leuk! Daarbij verklaren we ze natuurlijk enigszins voor gek dat ze uitgerekend in deze tijden het merk in Nederland ‘in de markt proberen te zetten’, aan de andere kant moet je voor zo veel ballen en tegen-de-stroom-in-zwemmerij ook wel respect hebben. Je moet het maar durven.

‘Klein’ probleempje: Infiniti is vanwege de Amerikaanse oorsprong een 100 procent-benzinemerk en dat is op ons continent niet echt handig. Nou zijn ze bij Infiniti wel roekeloos maar niet dom, en dus zijn de jongens en meisjes van Renault en Nissan vlijtig met de ontwikkeling van een geschikte diesel aan de slag gegaan. Dat kwam op zich helemaal niet slecht uit, want in die tijd hadden ze nog het idee dat die motor in wel meer modelletjes van de ‘Alliance’ van pas zou kunnen komen; de Laguna Coupé bijvoorbeeld, en de opvolgers van de Vel Satis en Espace. Dat liep even anders, want de Vel Satis krijgt helemaal geen opvolger en Renault heeft de grote diesels verder ook uit het programma geschrapt. Zo blijft alleen de Laguna Coupé over (trouwens: zie jij er ooit een? En waarom eigenlijk niet?). En nu dus Infiniti.

Op zich zonde, want het is een juweeltje van een motor die volstrekt naadloos bij de FX blijkt te passen. Ja, het is een groot ding met z’n drie liter inhoud en hij lust met zijn opgegeven verbruik van 1 op 11 een stevige slok. Dat mag dan niet helemaal meer in deze tijd passen, maar dat doen SUV’s ook niet. Je krijgt er heel wat voor terug: 238 pk bijvoorbeeld en een monsterkoppel van 550 Nm bij 1.750 lome toertjes per minuut. Het leukste is dat de motor qua geluid en karakter eigenlijk dichter bij die 370Z-motor staat dan bij andere diesels – hij klinkt gemener en grommender dan het merendeel van zijn concurrenten. Als er al zoiets als een sportdiesel bestaat, dan is dit er een. Heel erg.

Voor de top van 212 km/u hoef je het niet te doen (maar ook zeker niet te laten), maar met een sprintje naar de 100 km/u in 8,3 seconden kun je heel wat auto’s je stof laten eten. Daarbij blijft de FX een SUV (we schijnen ‘crossover’ te moeten zeggen, maar daar beginnen we gewoon lekker niet aan) die sowieso al over een behoorlijk hoeveelheid sportief dna beschikt. Hij stuurt scherp, is verhoudingsgewijs stevig geveerd en vindt bochten, in tegenstelling tot een hoop van z’n soortgenoten, alleen maar leuk. Goedkoop is anders, maar het hoeft je aan niets te ontbreken en je rijdt er ook nog eens uiterst exclusief mee rond. Het zal wel altijd een dark horse blijven, maar dan zijn wij voor één keer paardenliefhebber.