De beste 7 uit München heeft een probleem. Hij is perfect, maar hij is niet de beste in zijn klasse.
 
Pas reden we in de vernieuwde Mercedes S600. Een auto zo goed dat je je niet kunt voorstellen dat een auto beter kan zijn. Onze hoop was gevestigd op de BMW 760Li – zouden de Beiers niet wat trucjes hebben om die S-klasse af te troeven?
 
Ian Robertson, lid van BMW’s raad van bestuur, legt omineus genoeg niet te veel nadruk op de prestaties of de uitvoering van de 760Li, en des te meer op de historie van BMW’s twaalfcilinder motor. ‘We hadden er al een in 1925,’ zegt de Brit, ‘in onze vliegtuigen.’ Vanaf 1987 was de twaalfcilinder terug: in de 750i. Met 330 pk was het een behoorlijke bruut. In 1994 volgde de nieuwe 7-serie, de eerste auto met navigatie en een vijftrapsautomaat. In 1999 won BMW een Le Mans-klasse met de twaalfcilinder V12LMR, waarna in 2003 de met iDrive uitgeruste 760Li verscheen, die een zestrapsautomaat en 445 pk had.
 
Robertson zegt het vol trots: ‘De nieuwe twaalfcilinder, helemaal van aluminium, heeft een achttrapsautomaat. 22 procent meer vermogen dan de twaalf-in-lijn van zes jaar terug, en is vijf procent zuiniger. Dit is ons absolute topmodel.’ Zijn collega Johann Kistler, projectbaas van de 7-serie, noemt de 760 ‘de slagroom op de BMW-taart’. De 760 is vooral te onderscheiden van andere 7-series omdat-ie een paar V12-emblemen op de zijkant heeft.
 
Het rijdt allemaal geweldig, zeker. Voor je pap hebt kunnen zeggen, rijd je 140, en nog eens pap erbij, en je zit op 250 km/u (twee minieme turbogaatjes later). De auto voelt bij 200 km/u aan alsof je 80 rijdt in een 3-serie, zoiets: volslagen op zijn gemak, totaal rustig. De kilometerteller is digitaal voorbereid op het verwijderen van de begrenzing, en we zouden dat iedereen aanraden. Het is niet duidelijk waarom iemand 300 km/u met deze auto zou willen rijden, maar dat-ie het zo makkelijk zal kunnen, geeft wel aan dat het belachelijk zou zijn om het niet te doen. Omdat het kán, dus.
 
Daarmee hebben we precies de makke van deze superauto boven water. Neem het interieur. Walnoothout, nappa, alcantara, roestvrijstaal, aluminium: het is er allemaal, het ziet er prachtig uit, maar de noodzaak ontbreekt een beetje. Het waarom. De reden. Het nieuwe. Was de 7-serie en de twaalfcilinder voorheen hét model en hét type waarmee BMW de wereld liet zien wat het kan, nu is het verworden tot een moetje. Natuurlijk: de vraag naar twaalfcilinders groeit in China en er zullen altijd Afrikaanse presidenten, Oostenrijkse amazones, Italiaanse operazangers en Duitse hoedendragers zijn die deze auto kopen, maar ze zouden evengoed af zijn met een dikke diesel-7 en zelfs net wat beter af met de grootste S-klasse. En wat te denken van Audi’s W12 in de A8 L? Het doet pijn om het op te schrijven, maar deze auto is simpelweg niet bijzonder genoeg – hoe enorm bijzonder hij ook is.
 
De prijs in Nederland ligt net onder de 200.000 euro, met een meerprijs voor de veertien centimeter langere 760Li van 10.000 euro. Ter vergelijking: de luxere Mercedes S600 L kost in Nederland 225.000 euro. Als we de Audi A8 L W12 meenemen in de vergelijking wordt het ons helemaal droef te moede: die kost amper 180.000 euro en is zeker zo viriel als de BMW. In China zal men best warm voor de 760 lopen; wij twijfelen.

Reacties