Iedereen heeft in het leven behoefte aan zekerheid, zelfs wij van Top Gear. De nieuwe Cadillac CTS zet alles op losse schroeven.
In deze woelige, snelle en onberekenbare tijden is het prettig en geruststellend om te weten dat er dingen zijn waar je blind op kunt varen. Nederland heeft een waardeloos klimaat, soep moet heet zijn, en Amerikaanse auto’s zijn log, rijden abominabel en hebben een interieur dat aan elkaar hangt van plastic dat gemaakt is van gerecyclede boterhamzakjes. Fijn. We kunnen gerust gaan slapen.
Maar! Er schijnt iets aan de hand te zijn met global warming, dat ervoor zorgt dat we hier het weer gaan krijgen van midden-Frankrijk. Gazpacho, de koud geserveerde, Spaanse soep is eigenlijk best lekker. En we staan oog in oog met de nieuwe Cadillac CTS. Stukje bij beetje lijken de zekerheden ons door de vingers te glippen. Al is dat, zeker waar het op die Cadillac aankomt, geen reden om minder goed te slapen – laat dat maar aan de gevestigde orde in dit segment over. Waar wij automobilisten er namelijk een serieuze nieuwe keuzemogelijkheid bij krijgen, zullen merken als Audi, BMW, Mercedes en Volvo hier en daar wel een uurtje of wat wakker liggen van deze nieuwkomer. Is die CTS dan zo goed? Ja, dat is hij.
De CTS is een van de meer extreme exponenten van de hoekige styling die Cadillacs tegenwoordig kenmerkt en die niet bij iedereen in de smaak valt. De Amerikanen zeggen zelf de auto zo ontworpen te hebben dat je hem of mooi vindt of juist spuuglelijk. Bepaal vooral je eigen mening, maar wees met ons eens dat die instelling in ieder geval getuigt van lef. Eenheidsworst hebben we al genoeg. Een extra dosis agressiviteit komt van de verticale streep led’s in de koplampen, die de auto van een kilometer afstand herkenbaar maken. Het kleine maar opvallende roostertje onder de A-stijl is niet alleen versiering – er wordt op die manier daadwerkelijk motorwarmte afgevoerd.
De echte troef en de grootste verrassing van de CTS is z’n binnenste. Tot voor kort kon je er bijna een uitdrukking van maken: ‘zo lelijk/slecht in elkaar gemieterd/plastic/goedkoop/nep als een Amerikaans interieur’. Stap in de CTS en probeer van de verbazing je mond maar weer eens dicht te krijgen. In één woord prachtig. Met bijzonder veel aandacht voor detail ontworpen, voorbeeldige materiaalkeuze en -gebruik, keurige afwerking, chique en ’s avonds uiterst sfeervol verlicht – het is ronduit onvoorstelbaar dat dit in de VS is gemaakt. Wie mogen we daarvoor bedanken? De Chinezen.
De Chinese markt is enorm belangrijk voor Cadillac. Het schijnt dat het uiterlijk van een auto een Chinees niet of nauwelijks kan boeien, wat niet verwonderlijk is als je weet dat zo ongeveer eenderde van de auto’s daar een Volkswagen Santana, Jetta (de oude Jetta) of Citroën ZX Sedan (!) is. Dan ben je niets gewend. Nee, het is juist het interieur dat pas echt indruk op een Chinees maakt. Waar wij in Europa al millennia steen en been klagen over Amerikaanse interieurs, hoeven ze in China maar één keer te piepen en poef – daar zul je het interieur van de CTS hebben. Gelukkig nemen ze die Chinese wensen bij Cadillac zeer serieus, want de Amerikanen zijn voor de vervulling langsgegaan bij de grotere geesten op toeleveringsgebied. Zo verzorgt Bose de audio, en zijn grote delen van het interieur voorzien van leer en bekleding die met de hand gestikt is door de mensen die dat ook voor Maybach doen.
Speciale vermelding verdient het grote scherm in de middenconsole. Normaal zie je alleen de bovenste helft, als er meer nodig is (bij navigatie bijvoorbeeld), komt de rest van het touchscreen omhoog. Het systeem herbergt ook een harde schijf van 40 Gb, waar je muziek op kwijt kunt of bijvoorbeeld
(geinig) radiozenders mee kunt opnemen. Werkt makkelijk en vlekkeloos.
Ook wat betreft het rijden heeft Cadillac sprongen voorwaarts gemaakt. De vorige CTS reed, eerlijk is eerlijk, al verrassend goed, maar deze gaat nog een behoorlijke stap verder. Tijdens de introductie was alleen de achterwielaandrijver met de voorlopige topmotor, een direct ingespoten 3.6 V6 met 311 pk beschikbaar. Hij sprint naar 100 km/h in 6,3 seconden en gaat door tot 249 km/h. Er is een automaat en een handbak – beide voldoen uitstekend, al is de automaat wat traag als je ‘m zelf zo nodig wilt schakelen.
De besturing is afkomstig van de CTS-V en is heerlijk direct en gevoelig. Het onderstel is stevig, maar niet te hard afgeveerd, en klopt gewoon helemaal. Er zijn ook twee andere (zachtere) afstellingen verkrijgbaar, zelfs met vierwielaandrijving, maar dit is een heel goede. Een BMW 5-serie is wat ‘scherper’, een E-klasse wat comfortabeler, maar tjonge, wat komt de CTS dicht in de buurt. Met enige afstand de beste Amerikaan die we tot nu toe reden. En dat voor een prijs die gemiddeld (bij gelijke uitrusting) zo’n 20 procent lager is dan die van een 5, E of A6. Al zuipen die wel wat minder dan de CTS: een opgegeven (en dus onhaalbaar) verbruik van 1 op 8 is niet echt leuk.
Cadillac is overigens nog lang niet klaar met de CTS. Er komt nog een stationversie en een coupé, een zescilinder dieselmotor met 250 pk en een V-versie, die het naar verluidt tot 550 pk moet schoppen. Afgaande op deze eerste ervaringen: laat maar komen. En snel een beetje!
Reacties