Als je je niet-Duitse autobedrijf zo snel mogelijk naar de ratsmodee wilt helpen: maak een grote sedan of station. Of is de nieuwe Citroën C5 X de uitzondering die de regel bevestigt?

Noem het naief, noem het dom, maar noem het in ieder geval dapper. Wat bezielt Citroën om het toch weer te gaan proberen met een grote auto in het hogere segment, een deel van de markt waarin het weliswaar een grandioze traditie heeft, maar die voor een groot deel gekenmerkt wordt door minstens zo grandioze mislukkingen? Auto’s als de DS, CX, XM, C6 – ze oogstten over het algemeen veel lof over hun innovativiteit, eigenheid en comfort, maar in grote aantallen verkopen, ho maar.

De kopers in dit segment zijn stug

Daar waren goede redenen voor. Zo bleek de techniek, hoe vooruitstrevend ook, vaak op zijn best kwetsbaar en op zijn slechtst domweg onbetrouwbaar. Maar belangrijker was het oerconservatieve karakter van de kopers in dit segment. Die kochten gewoon Duits, punt. Misschien eens een keer een Volvo, maar veel gekker werd het zelden of nooit.

Dat was niet per se de schuld van Citroën – alle concurrenten van niet-Duitse bodem liepen tegen die muur op. Vraag Renault, Peugeot, Alfa, Lancia of de vele Oosterse merken die het hebben geprobeerd er maar eens naar. Of weet je wat: laat maar. Worden ze alleen maar chagrijnig van.

Waarom nu dan toch de Citroën C5 X?

Dus waarom nu toch weer komen met een grote auto? Nou, daar zegt Citroën ook goede redenen voor te hebben. Ten eerste die geschiedenis. Grote auto’s horen bij het merk, zeggen ze. Het zit in hun DNA, het hoort er gewoon bij. Niet het beste of, gezien de ‘successen’, meest historisch bewuste argument, lijkt ons.

Het tweede is al even wankel: de Fransen gokken erop dat ‘men’ binnenkort al die SUV’s een beetje zat wordt en eens op zoek gaat naar iets anders. Nu zou dat best kunnen (we mogen het hopen), maar dan zijn die Duitsers er alsnog. ‘En daarom hebben wij iets anders gedaan’, zegt Citroën dan. ‘Daarom hebben wij een kruising gemaakt tussen een sedan, een station en een SUV: voilà, de Citroën C5 X!’

Of is de Citroën C5 X toch een hatchback?

Oké, klinkt intrigerend. Tot je wat beter naar hem gaat kijken en tot de conclusie moet komen dat hij zeker geen sedan, nauwelijks een stationwagen en al helemaal geen SUV is. Zo heeft hij geen aparte kofferbak, maar gewoon een vijfde deur, wat hem een hatchback of op z’n apartst een fastback maakt.

Die geeft dan toegang tot een mooi rechthoekige laadruimte, die met minimaal 485 en maximaal 1.580 liter inhoud wel fors toegeeft op concurrenten als de VW Passat Variant (650-1.780 liter) en ook de ‘eigen’ Peugeot 508 SW (530-1.780 liter).

Nu ligt dat voor een deel aan het 70 liter grote gedeelte onder de laadvloer dat in ons Hybrid-geval is opgeofferd aan de batterijen, maar toch. En SUV? Tsja, een iets (maar niet eens zo veel) hogere zit dan normaal en wat plastic rond de wielkasten maken een auto nog geen SUV.

Citroën is het niet met ons eens

We moeten dat anders zien, aldus Citroën. De C5 X heeft ‘de elegantie van een sedan, de veelzijdigheid van een station en de robuustheid van een SUV’. Ah. Het is hoe dan ook een apart ontwerp, dat niet bij iedereen meteen heel prettig op het netvlies zal vallen.

En zo hoort het ook bij een echte Citroën, voegen we daar graag aan toe. Zijn illustere voorgangers waren evenmin allemansvriendjes, maar wel stuk voor stuk auto’s die ook nu nog bijzonder zijn. Dat kun je van 90 procent van de andere ontwerpen in deze klasse nauwelijks beweren.

De voorzijde is duidelijk geënt op die van de nieuwe C4 en ziet er met zijn opvallende led-verlichting die doorloopt vanuit de ‘chevrons’ indrukwekkend uit. Het silhouet is elegant, met die aflopende daklijn, en krachtig door de Kardashian-heupen.

Alleen die achterkant wil bij ons niet beklijven – vooral die enorme achterspoiler oogt wat plomp en lijkt de lijnen eerder te doorbreken dan kracht bij te zetten. Het is een vreemd design dat je telkens op het verkeerde been zet, dat je de ene keer fraai en de andere toch weer ‘mweh’ vindt. De tijd zal het leren.

Het interieur van de Citroën C5 X

Het interieur is minder controversieel. Digitale meters, een groot scherm, gelukkig nog aardig wat knoppen die veelal op de plek zitten waar je ze verwacht. De stoelen zijn groot, zacht en comfortabel, al bieden ze niet al te veel zijdelingse steun. Niet erg, daar komen we later op terug.

De materialen zijn over het algemeen mooi en goed verwerkt, waarbij je in het patroon van de inlegstukken en in de stiksels de double chevrons van het merklogo kunt terugvinden. Smaakvol gedaan.

Hoewel er met opzet niet te veel geprobeerd is er een ‘premium’-sfeertje over te gieten, daar is luxebroertje DS immers voor in het leven geroepen, zijn van dat merk wel een paar elementen geleend, zoals de knop voor de rijmodi. Dat ‘niet-premium’ zie je verder vooral terug in niet bijster hoogwaardige kunststoffen op plekken die er net iets minder toe doen.

Er zitten zowaar knoppen in de C5 X

De bediening is betrekkelijk eenvoudig. Het infotainment is geheel nieuw en niet al te ingewikkeld gemaakt. Het werkt met ‘tegels’ die je geheel naar eigen smaak kunt indelen. Gelukkig heeft Citroën weerstand kunnen bieden aan de verleiding meteen maar alles in dat touchscreen te mikken – de klimaatregeling heeft gewoon zijn eigen rij fysieke knoppen, en ook op het stuur zit een hele serie. Dat alles redelijk overzichtelijk is, wil niet zeggen dat alles ook goed te vinden is.

Voorbeeld: in onze C5 X zat een fraai head-up kleurendisplay (standaard op de Shine en Business Plus) dat ook de navigatieaanwijzingen weergeeft. Tot ie op enig moment besloot dat niet meer te doen. We hebben ons rotgezocht waar we dat nou eens konden instellen, maar tevergeefs.

Nou zegt onze partner wel vaker dat het enorm zou schelen als we maar half zo goed waren in zoeken als we zelf beweren, of een kwart zo goed in daadwerkelijk iets vinden. Ofwel: het kan ook aan ons liggen. Datzelfde geldt waarschijnlijk voor de navi op het grote scherm; dat blinkt niet altijd uit in duidelijkheid, waardoor we nogal eens verkeerd reden. Ach, zo kom je nog eens (n)ergens.

De Citroën C5 X is ouderwets comfortabel

Het onbetwiste hoogtepunt van de Citroën C5 X is echter de manier waarop hij rijdt. Dit is nou echt zo’n auto waarin comfort met ouderwetse hoofdletters geschreven wordt. Geheel trouw aan de traditie van de grote Fransen van weleer, zoeft de C5 X over de weg en maakt zich werkelijk helemaal nergens druk om, zodat jij het ook niet hoeft te doen.

Alles wordt ingezet: van extra dempers óp de dempers tot camera-elektronica die het wegdek scant en het onderstel vast ‘voorbereidt’ op alle ellende die het daar gaat tegenkomen. De voor- en zijruiten zijn gelamineerd om jouw arme oortjes maar niet te vermoeien met geluiden die tot de boze buitenwereld behoren, en jou niet lastig moeten vallen. En het moet gezegd: het werkt.

De specificaties

Ook de aandrijflijn werkt mee. Onze Citroën C5 X is de plug-in hybride, die een systeemvermogen van 225 pk levert. Genoeg om altijd wat over te hebben, te weinig om je constant op te jutten. Dat hij gedurende zijn dik 50 elektrische kilometers fluisterstil is, zal niet verbazen, maar ook als de benzinemotor wel meedoet, hoor je zo goed als niks. Een 0-naar-100’je doet hij in 8,9 seconden en hij topt 225 km/u. Maar dat zijn eigenlijk volstrekt irrelevante cijfers. Want.

We zijn zelden een auto tegengekomen die zo onthaast als deze. De rust. De sereniteit. Het welbehagen. Heerlijk. We zijn ook zelden een auto tegengekomen die een zo misplaatste Sport-stand heeft. Het is niet eens zo dat ie niets doet, die stand.

Hij maakt de reactie op het gaspedaal wat vlotter en er schijnt iets met het onderstel te gebeuren, wat we nauwelijks hebben kunnen merken. En hij geeft wat meer gewicht aan de besturing, wat wel weer prettig is, want die is in de normale stand zó licht en gevoelloos dat je haast verbijsterd zit toe te kijken dat er daadwerkelijk wat gebeurt als je aan het stuur draait.

Hij wil dat je rustig rijdt

Nee, het is meer dat de hele auto zó niet vraagt om gooi- en smijtwerk, dat je na twee bochten haast automatisch je hartslag voelt dalen, je ademhaling rustig wordt en je in een soort Zen-status belandt. ‘Wat zul je je druk maken? Rustig aan. Kijk lekker om je heen. Relax, zo komen we er ook wel’, lijkt de C5 X tegen je te zeggen. En verdomd, het werkt. Alweer.

Hij kán het wel, hoor, vlot een bochtje pakken – waar je op grond van het voorgaande zou verwachten dat hij onmiddellijk wild ondersturend op één oor zou gaan hangen, is niets minder waar. De koets blijft keurig strak, de banden piepen niet, niks. Maar waar dat soort gedrag bij andere auto’s vaak een zekere voldoening oplevert, vraag je je bij deze Citroën alleen maar af waarom je je zo vreselijk aan het aanstellen bent. Moeten we ergens zijn? Moeten we iets bewijzen, iets compenseren? Nee toch? Chill dan!

Het is alleen daarom al een geval apart, die Citroën C5 X. En een welkom geval, want kun je je voorstellen dat er heel wat mensen zijn die juist dáárnaar zoeken, naar een auto niet meezwemt in de stroom SUV’s, die zich niet gek wil laten maken door de waan van alledag en jou daar stressverlagend in meesleept? Wij wel.

Specificaties Citroën C5 X Hybrid 225 Shine
(2022)


Motor
1.598 cc
viercilinder turbo hybride
225 pk
360 Nm
Aandrijving
voorwielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 8,9 s
top 225 km/u
Verbruik (gemiddeld)
1,3 l/100 km
30 g/km CO2, A-label
Afmetingen
4.805 x 1.859 x 1.485 mm (l x b x h)
2.785 mm (wielbasis)
1.697 kg
44 l (benzine)
485 / 1.580 l (bagage)
Prijzen
€ 48.990 (NL)
€ 46.820 (B)

Reacties

  • Verterp heeft op 5 augustus 2022 geschreven:

    Fijn dat er medestanders zijn die het middel of the road en weinig kennis van de autogeschiedenis van deze redactie onderkennen. Franse merken als Delahaye, Bugatti, Talbot, Facel Vega, Hotchkiss, Chénard & Walcker, De Dion Bouton, Citroën, Renault, Peugeot etc. etc. zijn alleen ontstaan door een unieke omgeving: Frankrijk. Coachbuilders uit dit land zijn de grootste ooit: Keller, Gallée, Binder, Figoni et Falaschi, Letourneur et Marchand, Saoutchik, Chapron.
    Soms vraag ik mensen naar wat ze daarvan vinden: de taal is te moeilijk, Parijs is een maatje te groot, ze kunnen daardoor niet genieten van de totaal ervaring van de superieure franse geschiedenis, keuken en automobilekunde.!

    Reageer
  • Luc heeft op 28 juli 2022 geschreven:

    Het valt me vaak op dat als je een test van een Citroen leest dat je een deja vu gevoel krijgt. Het gaat altijd over het recente verleden, dat het saaie auto’s maakte, dat de Fransen geen partij waren in het Dsegment waren en dat er nu weer een echte Citroen staat. Ja Citroen heeft saaie auto’s gemaakt maar er zijn sinds de eeuwwisseling nog voldoende ‘echte” Citroens gemaakt: de Berlingo I, Xsara Picasso, eerste C1, eerste C3, C4 Cactus, de eerste C5(niet mooi dat is iets anders maar apart en een groot succes), de C6, de tweede C4 Picasso(die het nieuwe familiegezicht gaf en niet de Cactus zoals zo vaak gezegd wordt) en de DSlijn. De overige modellen waren wellicht minder bijzonder maar wel fraai(zoals TG achterin ook beschreef). Ik zelf heb meer met de lijn van tussen 2000(op de eerste C5 na) en 2015 dan met de huidige Matroesjka lijn. De familie lijn tussen C3I, C4I, C5II en C6 was heel herkenbaar.

    Dat de Fransen niet succesvol waren in het D en segment is ook complete onzin(406, 504,505,CX, C5, 25, Laguna). Bovendien waren het qua eigenschappen vaak toppers. Toen de Duitsers(Audi en BMW) echt in opkomst kwamen hebben de Fransen niet goed gereageerd. Te laat of niet met goede opvolgers komen, verkeerde keuzes en designmissers(Vel Satis) hebben daaraan meer bijgedragen.

    Reageer
  • Lambert heeft op 28 juli 2022 geschreven:

    Wat een verschrikkelijke autotest wordt hier weergegeven. Ik ben zelf geen Citroenrijder, maar hier lijk ik een Citroën-hater te hebben ontdekt. Dat alles in de manier(tjes)waarop dit artikel is geschreven. Erg jammer. Ik had op een meer onafhankelijk artikel gehoopt. Er lijken me toch echt meer auto’s rond te rijden met de kwaliteit vergelijkbaar met de Duitse.
    Lambert

    Reageer
  • Henry heeft op 14 juni 2022 geschreven:

    Het gaat inderdaad veel te ver om zowel de DS, als CX en XM mislukkingen te noemen. Zie aantallen hierboven. Bovendien rijden er in verhouding tot andere merken/types uit die zelfde periodes nog vrij veel van die types Citroen rond, dus met die vermeende slechte kwaliteit zal het ook wel loslopen. Onterechte vooroordelen dus en dat is jammer, want de rest van het stukje over de C5X is leuk en pakkend geschreven. Als er van deze C5X een fijne break uitvoering komt zou het zo maar mijn volgende auto kunnen worden want juist die karakteristieke Citroën rij-eigenschappen en dat typische Citroën karakter wat zo passend wordt beschreven, spreken mij al jaren erg aan. Ervaring opgedaan in XM, div. C5 break en 2x C6.

    Reageer
  • john heeft op 12 juni 2022 geschreven:

    Auto’s als de DS, CX en XM werden best wel goed verkocht. Technisch valt er op de recentere Citroëns weinig aan te merken, maar ja dan ben ik bevooroordeeld na een Xantia tot 621000 te hebben bereden (weg gedaan vanwege de diesel problematiek) en een C5 thans bijna 4 ton op de teller. E ja welke auto’s zie je eigenlijk het meest als klassieker, de DS en de 2cv om maar iets te noemen. Kortom misschien eens tijd om te realiseren dat de techniek alles behalve slechts is/was. Tja roesten was een tijd een probleem, maar daar hadden andere merken ook last van.

    Reageer
  • Verterp heeft op 11 juni 2022 geschreven:

    Aanvulling:
    Productieaantallen Citroën DS – 1.330.755 st. van 1955 tot 1975
    Productieaantallen Citroën CX – 1,170,645 st. van 1974 tot 1991.

    Reageer

Laat een antwoord achter aan Verterp Reactie annuleren

(verplicht)