Dario Benuzzi, hoofd van de testcoureurs van Ferrari, is niet zomaar cool. Hij is sub-zero. Als hij de pitbox op Fiorano binnenstapt, daalt het kwik een paar graden. De technici die rond de FXX lopen, verstijven enigszins als ze hem zien. Andere mensen binnen het team van Ferrari groeten hem hartelijk zonder al te amicaal te worden. En er zijn ook mensen die hem aanspreken als ‘de prins’.
 
Tien jaar geleden ontmoette ik Dario voor de eerste keer. Inmiddels ziet hij er zelfs nog jonger uit dan toen. Hij is 63 of 64 – niemand die het precies weet – en werkt sinds 1971 als testcoureur voor Ferrari. Dit is de man die Gilles Villeneuve en Michael Schumacher heeft verteld waar ze moesten insturen en remmen. Hij was ook een tijdje testcoureur voor het F1-team, en was volgens bronnen binnen Ferrari zelf ook snel genoeg geweest voor de Formule 1. Toch heeft hij er bewust voor gekozen niet te gaan racen. Omdat hij het simpelweg niet leuk vond.
 
Misschien wel het belangrijkste voor zijn status van mister Cool is het feit dat Dario nooit de moeite heeft genomen om Engels te leren. Geen woord. Hij begroet je niet eens in het Engels. Hij zou je in zijn rappe Italiaans van alles kunnen vertellen over de lekkerste salami of over politiek, en je zou er niets van begrijpen. Zelfs als hij langzaam praat, klinkt hij nog snel. En dat terwijl iemand als Nigel Mansell nog langzaam klinkt als hij probeert zijn zinnen af te raffelen.
 
‘Buongiorno’, klinkt het, als hij me begroet en zijn zonnebril afzet. Er zit geen haartje verkeerd. De schoenen zijn glimmend gepoetst, en ook zijn ogen glimmen.
 
Even terug: het FXX programma ging eind 2005 van start. Voor ongeveer anderhalf miljoen euro koop je niet alleen de auto, maar neem je ook deel aan een twee jaar durend programma met zes speciaal georganiseerde circuittrainingen per jaar. De auto kun je ondertussen in je eigen verzameling bewaren, of je kunt deze zorg uitbesteden aan Ferrari. En als je wilt, dan vliegt Ferrari jouw eigen FXX en je complete team naar elk willekeurig circuit.
‘Een Ferrari Enzo – van de oorspronkelijke 399 zijn er nog maar 334 over – kost tegenwoordig meer dan een miljoen euro, dus is deze maatregel best begrijpelijk’
 
Speculeren met de FXX is onmogelijk. Elke eigenaar heeft een waterdicht contract getekend om dat te voorkomen. Een Ferrari Enzo – van de oorspronkelijke 399 zijn er nog maar 334 over – kost tegenwoordig meer dan een miljoen euro, dus is deze maatregel best begrijpelijk. Rijden met de FXX is bovendien een kwestie van vertrouwen. Het is in feite een rijdende testomgeving voor nieuwe technologie, een evoluerend prototype voor een nieuwe generatie supercars van Ferrari. Zelfs wie extreem, heel schathemeltje rijk is, kan niet dichter in de buurt van de Ferrari-familie komen. In ruil voor je anderhalf miljoen euro mag je niet alleen op pad met Dario, je bént Dario.
 
Maar kun je ook leren rijden als Dario? Onmogelijk. Daarbij hamert Dario erop dat dit ook niet het doel is van het programma. ‘De FXX is inderdaad een high-performance raceauto’, vertelt hij. ‘Maar het moet wel een auto zijn waar onze klanten in kunnen rijden. En dan bedoel ik ook écht rijden. Alleen moet de auto onze klanten wel het gevoel geven dat ze hem kunnen beheersen.’
 
‘Het beste van de FXX? Prestaties, prestaties, prestaties. Maar de versnellingbak en de remmen zijn ook erg goed.’ En terwijl hij nogal theatraal met zijn armen zwaait, vertelt Dario lachend dat eigenlijk de hele auto geweldig is. Even stopt zijn spraakwaterval. Dario denkt na.
 
‘Dit is dus een auto die je volledig kunt controleren. Zelfs op de uiterste grens blijft hij perfect in balans. Het FXX-programma is ook niet bedoeld om jonge talenten op te houden. Dat zou ook geen zin hebben, want we hebben Michael al.’
 
Inderdaad. En Michael heeft ook een FXX. Nummer 30, een zwarte. Niemand had er bezwaar tegen dat het groepje van 29 uitverkoren werd uitgebreid met nog een extra erelid. Al was het alleen maar om een ijkpunt voor de eigen prestaties te hebben. Het schijnt zelfs dat de snelste coureur van het gezelschap vorig jaar op de Nürburgring nog altijd elf seconden langzamer was dan de Duitser. Het joch heeft een mooie toekomst achter de rug.
‘De meeste van die klassieke Ferrari’s zijn zo aerodynamisch als een bloempot, maar de FXX is niet zomaar state-of-the-art. Dit is wat kunst over een jaar of wat hoopt te zijn’
 
Ook op Fiorano is sprake van een duidelijke hiërarchie. De Formule 1-bolide legt het rondje af in 58 seconden. De Enzo doet er 1 minuut en 25 seconden over. De iets minder felle F430 heeft maar twee seconden meer nodig, en is dus ook buitengewoon snel. En de FXX? Dario’s snelste tijd is 1 minuut en 18 seconden, ofwel zes seconden sneller dan de Enzo.
 
En terwijl ik als passagier naast hem stevig vastgesnoerd zit, is dat de tijd die we vandaag voor ogen hebben. Maar laten we de FXX eerst eens wat beter bekijken. Iets verderop vind je in het nieuwe Galleria-museum een aantal van de prachtigste en meest weelderige Ferrari’s. Weelderig is de FXX zeker niet, maar prachtig is hij wel. De meeste van die klassieke Ferrari’s zijn zo aerodynamisch als een bloempot, maar de FXX is niet zomaar state-of-the-art. Dit is wat kunst over een jaar of wat hoopt te zijn. De vormen van de carrosserie zijn met niets vergelijkbaar.
 
Bij lage snelheden zorgt de rijwind voor koeling van het binnenste van de FXX. Maar boven 240 km/u komen de actuators in actie om voor extra neerwaartse kracht te zorgen. Slim. Een grote achterspoiler zou hetzelfde doen, maar ook meer luchtweerstand opleveren. Op deze manier heb je dat nadeel dus niet, al is de FXX nog wel voorzien van een verstelbare achterspoiler. Die kun je qua afmetingen afstemmen op het circuit waar je op rijdt, zodat je maximaal 40 procent meer downforce hebt dan met de Enzo. En ook meer vermogen. Toen ik eind 2005 voor het eerst oog in oog stond met de FXX, leverde de 6,2-liter V12 bij 8.500 toeren een vermogen van 790 pk.
 
Inmiddels is dat al opgeschroefd tot 850 pk, een bewijs dat de auto inderdaad in ontwikkeling is. Ook de verbrandingskamers en het motorcarter zijn veranderd, evenals het uitlaatsysteem. De versnellingsbak schakelt in minder dan 100 milliseconden – en dat doet de F1-bolide van Felipe Massa echt niet veel sneller. Brembo heeft gezorgd voor speciaal ontwikkelde keramische remschijven, terwijl Bridge-stone de FXX heeft aangegrepen om een compleet nieuwe slick te ontwikkelen die minder gevoelig is voor temperatuursschommelingen. Het lijkt erop alsof iedereen hier weet wat hij aan het doen is. Sinds het programma in september 2005 van start ging, hebben alle FXX-en samen een totaal van bijna 21.500 kilometer afgelegd. Daar gaan wij er nog eens vijftien aan toevoegen.
 
Dario draagt zijn FXX-raceoverall en -handschoenen. Je krijgt hier dus ook een paar fraaie overalls voor je euro’s, al zijn de logo’s die erop zijn genaaid, niet veel soeps. Dat geldt gelukkig niet voor de motor. Zelfs als hij stationair loopt, is het geluid van een V12-motor een klein wereldwonder. Achter mijn hoofd gaan 48 kleppen als een razende tekeer, maar dat gaat allemaal heel beschaafd. Leuk, die gecultiveerde F1-techniek.
‘De achterwielen spinnen heel even rond. Dario geeft een korte ruk aan het stuur, en de grip is gelijk hersteld. Wat een acceleratie’
 
Eerst maar eens een opwarmronde. Waarin blijkt dat het niet alleen de auto is waar ik aan moet wennen. We zijn nog niet uit de garage, of Dario geeft behoorlijk gas. De zogenaamd gecultiveerde motor verandert direct in een bloeddorstig monster. Met 850 pk in een 1.155 kilo wegende auto word je als een kogel afgeschoten. Tijd om het parcours en al zijn bochten in je geheugen op te slaan. Het in 1972 volgens aanwijzingen van Enzo aangelegde Fiorano is een lastig circuit.
 
Het gedeelte waar je over de brug rijdt voelt alsof het langer had moeten zijn. In plaats daarvan heb je een scherpe bocht naar rechts. Ook de knik naar links aan het eind van het rechte stuk is angstaanjagend. En wat zijn die stoelen hard.
 
We komen terug bij de garage. Motor uit. De FXX wordt aangesloten op laptops en allerlei andere snoeren. De Canadese regisseur David Cronenberg is gek op racen, en idolaat van Ferrari. Een aantal van zijn films – zoals Videodrome en The Fly – zit vol naargeestige machinerie. Hij zou deze FXX met zijn kloppende aders prachtig vinden.
 
Maar we zijn weer onderweg. Na het voorspel volgt de hoofdvoorstelling. We gaan dwars over het circuit, terwijl de motor achter onze hoofden het uitgilt. De dikke slicks zoeken wanhopig naar grip terwijl Dario overschakelt naar zijn twee. Mijn hemel, wat is dit snel. Derde versnelling. Onvoorstelbaar. Terug naar twee. Een lange bocht naar rechts. De man naast me is de rust zelve. Hij schakelt nog eens op als we vanuit bocht één bocht nummer twee insturen. Snelheid: 152 km/u. De auto geeft geen krimp. Nergens een spoor van over- of onderstuur, maar mijn organen blijven met moeite op hun plek. Dario rijdt vol gas.
 
In bocht drie rijden we al harder dan 160 km/u, dan hard remmen voor bocht vier, terugflipperen naar de tweede versnelling: 80 km/u. Hier is Dario helemaal in zijn element. Een hele korte adempauze. En de grip van de banden is onvoorstelbaar. Via een helling rijden we over de brug. En de volgende bocht verschijnt uit het niets. De achterwielen spinnen heel even rond. Dario geeft een korte ruk aan het stuur, en de grip is gelijk hersteld. Wat een acceleratie. Vervolgens weer remmen, en de vertraging is al even enorm. Alsof al die snelheid ineens verdampt. Een volledig raceharnas is hier een absolute must. Bij de bestuurder ondertussen nog steeds geen spoor van stress of inspanning. Bocht vijf, en ik begin me langzaam maar zeker minder prettig te voelen.
‘In 2010 wil Ferrari zijn nieuwe superauto op de markt brengen. Een auto die zal rijden, remmen en sturen als de FXX’
 
Met 190 km/u komen we de helling afsuizen, richting een haarspeldbocht. Bij het uitkomen ietsje onderstuur, moeiteloos gecorrigeerd door Dario. Door zijn helm heen zie ik aan zijn ogen dat hij glimlacht. Hoe vaak zou hij dit al hebben gedaan? Toch is het nog altijd beter dan een kantoorbaan.
 
Bocht zeven is angstaanjagend. Met 240 km/u erdoorheen, tegen de apex aan en de auto bij het uitkomen iets uit laten lopen. Van bocht zes naar zeven, insturen naar acht, dat is mijn favoriete deel van het circuit. Je rijdt hier nog maar 60 km/u, en hebt even tijd om bij te komen.
 
Dan komen we bij het rechte stuk. Ik heb hier de hele ochtend langs de baan staan kijken, en zelf heb ik er ook gereden. Normaliter zou je vlak voor de knik naar links het gas loslaten, of zelfs iets remmen. Maar een testcoureur van Ferrari weet wel beter. Juist hier gaan ze vol gas, onvoorstelbaar om te zien. Dario is hier waarschijnlijk nog nooit van het gas gegaan, en hij is het nu zeker niet van plan. Pas als het instrumentarium 270 km/u aanwijst, vindt hij het tijd om te remmen. De eerste ronde zit erop: 1 minuut en 18 seconden.
 
In 2010 wil Ferrari zijn nieuwe superauto op de markt brengen. Een auto die zal rijden, remmen en sturen als de FXX, met nieuwe technologieën als regeneratief remmen en andere methodes om energie terug te winnen. Je zult nog versteld staan.
 
En Dario Benuzzi heeft nog geen plannen om met pensioen te gaan.

Kijk hier naar het filmpje…

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear