Je moet het maar durven, in deze tijd van exorbitante brandstofprijzen en milieu-labelbedrog, om een Hummer te kopen. En dan ook nog een V8.
In de VS worden nog maar zo weinig Hummers verkocht dat het moederbedrijf GM zich serieus afvraagt of het merk Hummer nog bestaanrecht heeft. Hummers zijn immers groot, dorstig en vervuilend en dat druist regelrecht in tegen de autotrend van klein, zuinig en schoon. Koop een willekeurige, grote auto van welk merk ook, en je wordt nog niet zo sterk gestigmatiseerd als wanneer je een Hummer koopt. Zelfs met de allerkleinste, de H3. Nu helemaal opgefrist en ook leverbaar met 5,3-liter V8.
De eerste H3’s die Hummer een paar jaar geleden op de Nederlandse markt zette, waren nog voorzien van oerdegelijk Amerikaans plastic. Keihard, ontiegelijk grijs en afzichtelijk goedkoop om te zien. Al heeft het even geduurd, Amerikaanse autofabrikanten begonnen door te krijgen dat wij in Europa dergelijke goedkope troep niet wilden kopen en zie, de binnenkanten van hun producten worden aantrekkelijker. Ze zijn nog mijlenver verwijderd van de Europese concurrentie – zo ook de H3. Maar het is een stap. Tegen de tijd dat de H3 echt op het niveau van Q7’s en X5’en is, is er geen olie meer te koop. Het zij zo.
Noemde ik nu net de Q7 en X5? Dat is natuurlijk geen eerlijke vergelijking, hoewel ze toch echt in dezelfde vijver willen vissen. Alleen zitten de Q7 en X5 heel erg aan de beschaafde kant van het lifestyle- en outdoorspectrum, waar Hummer juist de ruige kant daarvan opzoekt. Dan overtuigt Hummer volledig. Denk nou niet dat je in een X5 even een soppig weiland doorkruist of een vochtige greppel doorwaadt, in een H3 hoef je niet na te denken of-ie het kan. Want hij kan het. Dat is de kracht van Hummers.
De kracht zit ‘m niet in het verfijnde weggedrag – want z’n weggedrag doet nog het meest denken aan dat van een op hol geslagen nijlpaard. Bedenk dat die beesten loeihard kunnen rennen (als ze kwaad zijn), alleen wel in een alles verpletterende, kaarsrechte lijn. Zo geldt dat ook voor een H3, helemaal met een 305-pk sterke 5,3-liter V8 boven de voorwielen. Hij is bijzonder rap voor zo’n apparaat, maar subtiele bochtjes draaien, vergeet het maar. Gewoon knalhard rechtdoor, fietsers opjagend, kleine Peugeotjes pestend, over busbanen, vluchtheuvels, verkeersdrempels: allemaal geen enkel probleem. Niet dat je zo zou willen autorijden natuurlijk, maar het kan wel.
Jammer is dat het ijzersterke terreinimago, de er vanaf druipende robuust- en stoerheid, behoorlijk wordt verpest door de fikse prijs van deze uitvoering. Bijna 85.000 euro. Dat je daarvoor geen navigatiesysteem krijgt, kunnen we nog best billijken – in aanmerking genomen dat je met deze H3 overal kunt komen waar je wilt, zonder met zoiets als wegen rekening te hoeven houden. Maar dat er voor dit geld geen achteruitrijdsensoren geleverd worden, is ronduit levensgevaarlijk met een auto van dit formaat. Daar valt het hele milieuaspect volledig bij in het niet.
Reacties