De kleine Land Rover Defender 90 is bepaald geen Defendertje: hij is reusachtig. Ga maar na: 4,5 meter lang, 2 meter breed en ook bijna 2 meter hoog. Dat is voor krappe parkeergarages – en laten we die nou ook tegenkomen – best een probleem.

Even een opfrisser voor Defender-liefhebbers of nieuwkomers: dat ‘90’ in de naam staat voor het aantal inches van de wielbasis. Maar dan van het oermodel. Dat had een wielbasis van bijna 2,29 meter, inmiddels is het gegroeid naar 2,59 meter, en de Defender 110 is inmiddels goed voor 3,02 meter – ook geen 110 inches. Dat je dat even weet.

Minder bagageruimte in de Land Rover Defender 90

Het verschil van 43 centimeter tussen de nieuwe 90 en 110 komt bij de 110 vrijwel geheel ten goede aan de bagageruimte; die biedt in de 90 slechts ruimte aan een middelgroot hondje, dat nog rechtop moet blijven staan ook. Maar gelukkig kun je flink wat origami op de achterbank toepassen waardoor – als je het geheel platlegt – plots ruimte voor een koelkast ontstaat. En een nest Sint-Bernards.

Nog even terug naar het oermodel, of het model erna: dat is in niets te vergelijken met deze nieuwe Defender. Alleen de karakteristieke vorm is gebleven, en dat is te prijzen. Binnenin is het een oase van rust en ruimte, vind je mooie, robuuste materialen en kun je uitstekend zitten. Behalve als je, zoals bij onze testversie, de optionele derde stoel voorin bestelt en ’m ook gebruikt – dan wordt het knus met z’n drietjes voorin. Zit je alleen of met z’n twee, dan kun je de middelste voorstoel naar beneden klappen en fungeert de rugleuning als middenconsole inclusief bekerhouders. Fraai is dat niet, de conventionele middenconsole is dat wel.

Verdere interieurruimte

Binnenin heb je verder veel opbergvakken en aansluitingen voor je apparatuur, de achterbank is ruim, de instap daarnaartoe even worstelen en de hoofdruimte is fenomenaal. Het enige minpuntje dat wij hebben kunnen ontdekken, is het infotainmentscherm. Dat zit net te ver van de bestuurder vandaan, lijkt meer een groot uitgevallen iPhone en is gewoon rechttoe rechtaan in het midden geplakt. Een maatje groter is echt beter, Land Rover, en kantel het dan meteen ook iets naar de bestuurder toe. Verder niets dan lof.

De motor is een snoepje: zes cilinders, geholpen door een turbo, zorgen voor 400 pk en 550 Nm met een voor dit formaat auto alleszins schappelijk verbruik van 11,3 l/100 km. Die 11,3 liter wordt trouwens mede mogelijk gemaakt door het mild-hybridesysteem dat wat taakjes van de motor overneemt en daardoor het verbruik ietsjes drukt. Als je een beetje doorrijdt, wordt je verbruik uiteraard minder rooskleurig, dus het is prettig dat de tankinhoud 90 liter meet. Dat scheelt allicht wat ritjes naar de pomp.

De P400 is de zuinigste

Een plug-in hybride aandrijflijn die Land Rover ook in huis heeft, is nog niet leverbaar voor de 90, waarmee deze Land Rover Defender 90 P400 de zuinigste benzinemotor voor deze variant is: de P300 met viercilinder verbruikt iets meer, de P525 met 5,0-liter V8 is begeerlijk maar een onbeschaamd drankorgel. Dat er geen elektrische versie is, is een regelrechte misser van het merk, iets wat ze zelf inmiddels ook wel door hebben. Waardoor we vermoeden dat er achter de schermen nog harder wordt gewerkt aan een e-Defender. Want je snapt de tijdsgeest toch niet helemaal als je nu triomfantelijk een P525 lanceert zonder ook iets elektrisch te bieden.

Back to the ninety!

De Land Rover Defender 90 rijdt heerlijk. Korter kunnen we het niet maken. De zes-in-lijn is alert en snel, brengt je in 6,0 seconden vanuit stilstand naar 100 km/u en zoeft makkelijk en soepel door naar z’n top van 191 km/u. Al wil je niet te lang met die snelheid rijden, want het windgeruis neemt door z’n vierkante vormen met bijna rechtopstaande voorruit exponentieel toe als je harder dan 140 rijdt. Maar hé, het is geen Autobahn-cruiser. Het is trouwens ook geen SUV, volgens Land Rover – daar hebben ze gladde Range Rovers en meer gepolijste kleinere Land Rovers voor. Nee, dit noemen ze een offroader.

Nou weten we uit ervaring dat je met elke Land of Range Rover met gemak door flink ruig terrein kunt karren. Dat zit immers in hun DNA. Maar de Defender doet er nog een schepje bovenop. Neem alleen al het feit dat je er door 90 centimeter diep water mee kunt rijden. Voor z’n offroad-kwaliteiten moeten we verder afgaan op het oordeel van collega Chris Harris, die in een van de recente afleveringen van TopGear met een 90 onbevreesd de Schotse Hooglanden in ging, en er ook weer levend uitkwam. Dus je mag gerust concluderen dat als je een paar dikke noppenbanden onder je 90 legt, je de hele wereld over kunt rijden – asfalt of geen asfalt. Alleen een oceaan zal ’m tegenhouden.

Wat heb je aan zo’n Land Rover Defender 90?

Want ons brengt bij wat je met een Defender in Nederland of België moet als je geen ontdekkingsreiziger van beroep bent. Om te beginnen: cool zijn. De Defender is uiterst cool. En dan niet per se de 110, dat is meer een gigantisch werkpaard, maar wel deze 90. Mensen kijken om als ze ons zien rijden, oude mannen en jonge vrouwen geven complimenten, stoere jochies filmen ’m – hij maakt echt wat los. Hij heeft een bepaald fun-gehalte en is megastoer, wat je bij vergelijkbare ‘kleinere’ offroaders wel vaker hebt. Denk maar aan een Suzuki Jimny of Lada Niva.

En daar nog een grote lading cool bovenop, met z’n Tonka-voorkomen, z’n imposante hoge neus, z’n dikke wielen – waarvan de witte stalen velgen natuurlijk het allercoolst zijn, zwarte glimmers vind je tegenwoordig onder elke T-Cross – en die ruige achterdeur waaraan een vet reservewiel hangt. De Defender blaast die offroad-collega’s natuurlijk weg als het gaat om, nou ja, bijna alles. Op één ding na.

Iets met BPM…

Z’n Nederlandse prijs. Die. Is. Vreselijk. Een andere woord hebben we er niet voor. De schuldige is natuurlijk onze overheid (hoewel je daardoor ook de schuld weer bij jezelf kunt leggen, want democratie, weet je nog?): de BPM op deze auto bedraagt liefst 47.726 euro. En dan heb je nog ruim 14.000 euro BTW. Waardoor deze HSE P400 in Nederland een volstrekt belachelijke 132.106,70 euro kost. Belgen liggen nu alweer schaterend van het lachen over hun sofa te rollen; zij betalen alleen BTW. Ook iets meer dan 14.000 euro, maar soit: ge tikt 82.300 euro af (oké, plus een vast niet misselijke sloot BIV) en rijden maar.

Er zijn drie oplossingen voor Nederlanders die wél een Defender 90 wensen, maar níét die duizendmiljoen ervoor willen betalen. Eén: word Belg. Niets mis mee. Twee: neem de allergoedkoopste versie, een zescilinder turbodiesel met 200 pk, want die kost je iets meer dan een ton (met 48.000 euro BPM, wat bijna het aankoopbedrag van die versie in België is). Schiet niet echt lekker op, die prijs. Dus oplossing drie: koop ’m op grijs kenteken, want dat scheelt je de BPM. Alleen mis je dan wel de ruime achterbank en moet je aan allerlei fiscale voorwaarden voldoen. Wat je allemaal niet wilt.

Conclusie: de Land Rover Defender 90 is er eigenlijk alleen voor de happy few, die over het algemeen toch de voorkeur geven aan Range Rovers met fluorescerend leer, geblindeerde ramen en potsierlijke zwarte glimwielen. De 90 zal daarom een zeldzame verschijning worden op de Nederlandse wegen. Iets wat hem alleen maar nog cooler maakt.

Specificaties Land Rover Defender 90 HSE P400 MHEV


Motor
2.996 cc
zescilinder biturbo
400 pk @ 5.500 tpm
550 Nm @ 2.000 tpm

Aandrijving
vier wielen
8v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 6,0 s
top 191 km/u

Verbruik (gemiddeld)
11,3 l/100 km
256 g/km CO2

Afmetingen
4.583 x 2.008 x 1.974 mm (l x b x h)
2.587 mm (wielbasis)
2.245 kg
90 l (benzine)
297 / 1.263 l (bagage)

Prijzen
€ 132.107 (NL)
€ 82.300 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)