Lotus Emira review: Zo rijdt de laatste benzineauto van Lotus

Lotus – het was de afgelopen jaren maar een verwarrend clubje. De argeloze toeschouwer beleefde het ongeveer zo: gerespecteerd Brits sportwagenmerk bouwt al decennia kale, lichte auto’s in kleine oplage voor de echte liefhebber, roept een jaar of wat geleden dat ze het eens helemaal anders gaan doen met ongeveer 27 nieuwe modellen, brengt er vervolgens niet één uit en komt in plaats daarvan tot in het einde der tijden met facelifts en special editions van het bestaande gamma.

Dan nu de nieuwste episode: het Chinese Geely, hier sinds enige jaren bekend als ‘dat bedrijf dat Volvo overnam’ (maar in werkelijkheid een globale mobiliteitsgigant), ziet potentie, slokt het noodlijdende merkje op en komt met een flinke cash-injectie. En met nieuwe ideeën, zoals een elektrische SUV. Want de realiteit is hard: om leuke sportauto’s te kunnen bouwen, moet er geld worden verdiend, en geld verdienen doe je met SUV’s – nu en in de voorzienbare toekomst. Zo simpel is het.

De planning van Lotus

Maar naast deze Eletre (waarvan we eerlijk gezegd razend benieuwd zijn hoe ie de Lotus-waarden die hem worden toegedicht in de praktijk gaat uitdragen) staat er nog meer te gebeuren in de nieuwe fabriek in Hethel. De Evija, een knotsgekke e-hypercar die het types als de Rimac Nevera en Pininfarina Battista moeilijk gaat maken. En deze jongen: de compacte, knappe Emira, Lotus’ laatste van de oude stempel en in feite de vervanger van zowel de Elise als de Evora.

Dat moet je overigens ruim zien, want hoewel het concept en de filosofie overeenkomen – klein, licht, wendbaar – laten de jongklassiekers en deze Emira zich zeker niet in alle opzichten vergelijken. De Elise was een geweldige skelter, kaal en minuscuul, en hoewel de Evora voor een Lotus al behoorlijk luxueus was, bleef het toch een ietwat lastig leefbaar beestje.

Maar de Emira is er een voor 2023; mensen weten inmiddels dat lichtvoetige feestauto’s ook gewoon elektrische ramen, stoelverwarming en een achteruitrijcamera kunnen hebben. En dus schudt de nieuwe Lotus het Spartaanse van zich af en maakt hij korte metten met de mitsen en maren die bij dagelijks gebruik van zijn voorgangers kwamen kijken.

Geen dikke dorpel meer

Het begint al wanneer je zijn ranke silhouet in je opneemt en de deur opent om in te stappen. Trof je bij de Evora een dorpel van het formaat spoorbiels aan waar je wijdbeens overheen diende te hupsen, hier is het een simpele kwestie van stap, plof, deurtje dicht. Je zit subtiel vastgeklemd in een sportstoel in een knus interieur, met genoeg hoofdruimte en een dashboard dat zo laag is dat je het asfalt vlak voor de auto kunt zien.

Ook het zicht naar achter door het kleine ruitje valt niets tegen. Leer en alcantara omhullen je, fris aluminium tintelt in de palm van je hand wanneer je instinctief de pook beetpakt van de… handgeschakelde zesbak! Lotus moet gedacht hebben: we mogen nog één keer, dan gaan we er verdorie voor ook. Een automaat is leverbaar, maar: nee.

Het interieur van de Emira

Het is prettig om hier te zitten. Er is duidelijk veel werk gestoken in materialen, afwerking en details – soliditeit boven buigzame lichtheid, fraaie aanraakpunten, op het schuifje van elke ventilatieopening staat ‘Emira’. De startknop zit verstopt onder een vreemd soort overkappinkje dat niet omhoog blijft staan, dus je wurmt je vinger er een beetje onder, trapt de zware koppeling in en hoort achter je metalig blèrend iets bekends tot leven komen.

De 3,5-liter supercharged V6, in de basis een Toyota-motor maar sinds jaren behekst door Lotus, deed al dienst in de Exige en Evora. In deze Lotus Emira V6 First Edition maakt hij opnieuw zijn opwachting, al ziet Lotus dat in Nederland verreweg de meeste mensen zitten te wachten op de versie met viercilinder AMG-turbomotor.

Logisch: moderner, lichter, minder CO₂ en dus veel betaalbaarder. Maar ook: geen supercharger-herrie, geen veelcilindergedonder en geen handbak. Gooiend met geld dat we niet hebben zeggen wij bij voorbaat: bestel je een uitsmijter, neem dan alles erop.

Er komt naast de Lotus Emira V6 ook een viercilinder

Al bij de aankondiging van de nieuwe Emira werd bekendgemaakt dat er een versie aankomt met de 2,0-liter viercilinder turbomotor en dubbelkoppel-automaat van AMG. Oorspronkelijk stond deze voor begin 2023 op de planning, maar door de nodige ontwikkelingsuitdagingen schijnt het nu in 2024 zover te zijn.

Gavan Kershaw, Lotus’ directeur van Vehicle Attributes, zegt over de instap-Emira: ‘De 2.0 is ’s werelds krachtigste productievier-cilinder lijnmotor, gekoppeld aan AMG’s veelgeprezen DCT met flippers en rijmodi. Hij is high-performance, zeer efficiënt met dank aan de modernste technologie, heeft een lage uitstoot en lineaire prestaties. En hij is in-house getuned door de zeer ervaren ingenieurs in Hethel om die onderscheidende Lotus-ervaring te kunnen bieden.’

Het merk blijft nog vaag over de precieze specificaties, maar zegt al wel dat de 2.0 een vermogen van 365 pk zal leveren, een CO₂-uitstoot van minder dan 180 g/km laat noteren en meehelpt om het gewicht op 1.405 kilo te houden. Ook noemen ze een Europese prijs (dus zonder Nederlandse belastingen) van 72.000 euro.

Maar hoe rijdt de Lotus Emira V6 dan?

We gaan rijden. Met een graadje of drie en aanhoudende nattigheid is het typisch Nederlands pre-winterweer. Belangrijk weetje: de Emira die wij hier hebben, heeft het optionele sportonderstel, waar je meteen een set Michelin Pilot Sport Cup 2’s bij krijgt. Kleverige droogweerbanden, inderdaad.

We zien de uitlaten stomen in de spiegels, de ruitenwissers door de grauwe wereld vegen en denken aan het weerbericht van vanochtend, dat natte sneeuw voorspelde. Dit wordt een pittig lesje in inschattingsvermogen, zelfbeheersing en algehele volwassen verantwoordelijkheid.

De gebreken van de Lotus Emira

Maar eerst krijgen we een gezonde bak digitale frustraties geserveerd. We denken het gemiddelde brandstofverbruik te resetten, maar in plaats daarvan springt de tripmeter op nul. Als we een bocht nemen en per ongeluk de veegknopjes op het stuur aanraken, dringt de cruisecontrol zich op. We willen onze favoriete radiozender instellen – normaal gezien een simpele handeling, maar nu verliezen we onszelf in menu’s, swipes, tiles en kleine kruisjes.

‘Lotus wil je een laatste hoogstaande  mechanische ervaring geven’

Dit op een koud en wisselend reagerend scherm waarop we op een hobbelige ondergrond (het blijft een sportauto) nooit in één keer raak tikken. Ah, de geneugten van de moderne techniek; onvoorstelbaar eigenlijk. Voor het ontwikkelen van dit soort interacties bestaan experts, Lotus – gebruik ze, want dit gestuntel is afleidend en gevaarlijk. We besluiten de boel de boel te laten en naar de motor te luisteren; daar kan toch geen muziek tegenop.

Als de Lotus Emira V6 eenmaal gaat…

Naarmate de V6 op temperatuur komt en de transmissieolie zijn stroperigheid verliest, voel je de Emira als een warmlopende atleet in z’n hum komen. Helemaal als je de knop van de rijmodi op de middenconsole vanuit de luie Tour-stand op Sport zet. Dit werkt verkwikkend, alsof je een gembershotje in de inlaat giet.

De gasrespons voelt directer en natuurlijker en de uitlaat kan plots vrij ademen: bij het opschakelen schraapt hij zijn keel en wanneer je doortrekt in de toeren, besef je wat een charismatische motor dit eigenlijk is. Snel beschikbaar koppel, toch ook een honger naar toeren, rauwe metalige geluiden begeleid door een schrille gil die al vanaf zo’n 2.500 tpm te kop opsteekt. Waar vind je tegenwoordig nog een V6 met supercharger?

De Lotus Emira biedt een mechanische beleving

Uit alles blijkt dat Lotus je met deze laatste benzineoefening een hoogstaande mechanische ervaring wil geven. De schakelactie is staal op staal, klik en klak, terwijl het in de pookknop gekerfde versnellingspatroon kriebelt in je handpalm. Als je de motor door de trappen jaagt, zie je in je ooghoek in de binnenspiegel het gasklephuis (opzettelijk zo hoog gemonteerd?) als een dolle tekeergaan.

De stuurbekrachtiging is ouderwets hydraulisch – niet per se efficiënt, wel goed voor maximaal gevoel, en dat merk je bij elke variatie in het wegoppervlak. De Emira wringt in je handen: door de extreme ophangingsgeometrie snuffelt hij over het asfalt en houdt hij je scherp en aan het werk. Connectie is zijn missie, je betrekken is zijn doel.

Er is een Track-stand, maar niet voor nu

In de Track-stand gaat de boel op standje koekkoek, scheurt het uitlaatgeluid je ziel en viert het ESP zijn teugels. Daar zit je in de regen niet per se op te wachten, maar wonder boven wonder is het in onze testperiode ook één dag droog en zonnig. Dit is het moment dat we de Michelins niet meer wantrouwen en in de aanvalsmodus gaan.

De Emira ontpopt zich tot een kundig samengebald pretpakket dat bochten doorklieft en rechte stukken verorbert. Hij is in balans en geeft vertrouwen. Hij spoort je aan, maar overrompelt je niet. Je rijdt ’m op intuïtie en ontwaart dat vleugje zintuiglijke magie waar je naar snakt als je een Lotus de sporen geeft. En dat vanaf een elektrisch bedienbare stoel met geheugen, met airco in je snufferd en ruimte voor weekendtassen.

Hij is net zo duur als een Cayman GTS

Als de Emira Lotus’ idee is van de ultieme hedendaagse uiting van hun oorspronkelijke concept, van het bruikbaar maken van de prestaties en sensaties die ze al sinds hun oprichting nastreven, dan kunnen we ze een knalgele caloriearme taart met zes knetterende kaarsjes overhandigen. Wel zeggen we bewust ‘bruikbaar’ maken, niet ‘bereikbaar’, want deze Lotus Emira V6 First Edition is… niet goedkoop.

Ja, je krijgt er een hoop zaken standaard bij (560-watt KEF-audio, een Design Pack met extra sportieve in- en exterieuraccenten, een Convenience Pack met automatische ruitenwissers, parkeersensoren en camera’s). Maar dat verandert niets aan het feit dat je in Nederland voor dit geld ook een 718 Cayman GTS 4.0 met wat mooie opties hebt. Of, als je nog even doorspaart, een 911.

Kan de Emira het winnen van de Porsche’s?

Maar dat zijn auto’s waarvan iedereen weet hoe goed ze zijn; en daarom misschien wel de gedoodverfde sportautokeuzes. Met een Emira ga je voor gewaagder, exclusiever, ook wel nog een tandje actiever, en nu zonder in te moeten leveren op praktisch gemak en comfort.

Bedenk vervolgens dat dit nog maar het begin is – het moet raar lopen, willen er niet allerlei extreme, op het circuit gerichte versies in de pijplijn zitten – en het lijkt erop dat we ons tussen het elektrogeweld mogen opmaken voor nog een paar prachtige Lotus-benzinejaren.

Specificaties van de Lotus Emira V6 First Edition (2023)

Motor
3.456 cc
V6 supercharged
405 pk @ n.b. tpm
420 Nm @ n.b. tpm
Aandrijving
achterwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u in 4,3 s
top 290 km/u
Verbruik (gemiddeld)
11,3 l/100 km
258 g/km CO2
Afmetingen
4.412 x 1.895 x
1.225 mm (l x b x h)
2.575 mm (wielbasis)
gewicht n.b.
tankinhoud n.b.
151 l (bagage)
Prijzen
€ 149.487 (NL)
€ 97.995 (B)