Mercedes gooit in een noodtempo nieuwe modellen op de markt en vernieuwt in één en dezelfde moeite door alles wat al bestond. Nu is bepaald niet de onbelangrijkste aan de beurt: de C-klasse. Is het gelukt er een kleine S-klasse van te maken?

Het is een soort evolutionair gegeven geworden. Eens in de zoveel jaar vernieuwt Mercedes de S-klasse, die dan meteen het non-plus-ultra van de chique zakenwereld is. De S-klasse staat niet model voor ‘ultiem reiscomfort met de allerlaatste technologische innovaties’, hij ís het. Keer op keer weer, over welke S van de afgelopen decennia je het ook hebt.

Niet lang daarna begint het ‘uitrollen’ van al die nieuwe kennis naar de mindere Mercedes-goden zodat de technologische hegemonie zich langzaam maar zeker over alle segmenten uitbreidt. Natuurlijk, er zijn meer merken die het zo doen, maar bij geen andere dan Mercedes heeft het zich tot zo’n Haus-stijl ontwikkeld. Enfin, de nieuwe S-klasse is er en heeft iedereen tot Oh en Ah verleid, dus nu is het de beurt aan de belangrijkste auto die Mercedes in het programma heeft: de C-klasse. Want zo mag je het toch wel noemen als je er sinds het begin van z’n bestaan (met de 190) zo’n 8,5 miljoen exemplaren van verkocht hebt.

Beginnende bij het begin: z’n uiterlijk. Dat is al heel erg mini-S. Dezelfde gestrekte, slanke lijnen, die twee typerende vouwen in de flanken die van voren naar achteren naar elkaar toe lopen – zeer herkenbaar. Ook al omdat bijvoorbeeld ook de E, CLA en GLA uit dat vaatje tappen. Ergens een beetje jammer, omdat de C echt wel een bijzonder fraaie auto is, en toch een soort ‘been there, done that’-gevoel oproept. Het doet aan z’n eigen schoonheid niets af, maar hij is het verrassingseffect een beetje kwijt. De neus van de auto kun je kiezen: de wat klassiekere weg met de ster op de motorkap (dan heb je de Exclusive), of een hippere variant met de ster groot in de grille. Het is hoe dan ook een tijdloos ontwerp waar je niet snel op uitgekeken raakt en dat over een aantal jaren nog weinig aan kracht zal hebben ingeboet.

Hetzelfde geldt voor het interieur. Dit is geen binnenste van een transportmiddel meer, dit is pure binnenhuisarchitectuur. De opzet van het dashboard is helder en simpel, de uitvoering van een griezelige perfectie. De kleinste knopjes zijn al van de mooiste materialen en de aandacht voor detail is duizelingwekkend. Daarnaast is er zo veel keuze uit kleuren en materialen mogelijk dat je nauwelijks kunt voorstellen dat het om één en hetzelfde model gaat. Scandinavisch minimalisme, een chique herensociëteit of een Russisch bordeel: je kunt het zo gek niet bedenken of het kan.


Het is mooi dat je daar nu ook vanaf de achterbank wat meer van kan genieten. De C stond nooit bekend om z’n overweldigende ruimte achterin, maar dankzij een acht centimeter gegroeide wielbasis zullen weinigen daar nu nog over te klagen hebben. Zet dan een fijn muziekje op de geweldige Burmester surround-stereo (optioneel, voor maar 938 euro, al moet je er ook het 3.570 euro kostende Comand Online navigatie- en infotainmentsysteem voor besteld hebben) en je hoort niemand meer – letterlijk en figuurlijk. Ook de kofferbak is gegroeid: hij mag van buiten niet al te groot ogen, er kan toch wel degelijk zo’n 480 liter meuk in versleept worden. Saillant: dat is tot op de liter precies de hoeveelheid die je ook in een BMW 3-serie of een Audi A4 kwijt kunt.

Nog een enkel woord over de bediening. Mercedes heeft namelijk iets nieuws toegevoegd om alles wat simpeler te maken: half over de grote ronde draai-/drukknop waarmee je het tot nu toe moest doen, is een touchpad gedrapeerd. Je kunt er bijvoorbeeld met je vinger telefoonnummers op schrijven of adressen voor het navigatiesysteem. Ook kun je, à la Apple, door twee vingers naar elkaar toe of juist van elkaar af te schuiven, in- en uitzoomen op de kaart.

'De C-klasse doet er werkelijk alles aan om je reisleven zo prettig mogelijk te maken'

Het werkt op zich redelijk eenvoudig, maar of het veel toevoegt, vragen we ons af. Eigenlijk zit het ding gewoon nogal in de weg en had je een hoop van zijn functies eenvoudiger kunnen maken door van die fraaie iPad op het dashboard gewoon een touchscreen te maken. Daar wil Mercedes niet aan, want ‘vieze vingers op zo’n mooi scherm’. Nou, vrienden, dat zouden we er graag voor over hebben, ook al omdat je dan waarschijnlijk af bent van de eindeloze, niet-intuïtieve menu’s waar je je doorheen moet wringen om betrekkelijk simpele dingen voor elkaar te krijgen. We zijn reuze benieuwd hoe Mercedes-verkopers dat soort dingen allemaal uitgelegd gaan krijgen aan computerfobe 50-plussers die een C-klasse willen kopen (en dat konden er best nog eens een hoop zijn).

Ook het hele onderstel van de C is nieuw. Het bestaat nu voor de helft uit aluminium, deels de reden dat hij ondanks z’n grotere afmetingen zo’n 100 kilo is afgevallen. Je kunt kiezen uit niet minder dan vier verschillende onderstellen: het normale heet Comfort, dan is er een 15 millimeter verlaagd Avantgarde-onderstel dat ook vooral op comfort is afgesteld, een eveneens verlaagd sportonderstel en, vrij uniek in deze klasse, een onderstel met luchtvering, dat Airmatic heet. Het is een geweldig systeem, dat je zowel onbekommerd over ‘s Heeren wegen laat zoeven als je knalhard, zonder merkbare koetsbewegingen, door de bocht laat jakkeren. Je kunt eventueel kiezen uit voorkeuzestanden als Comfort, Eco, Sport en Sport+ (waarbij uiteraard ook andere parameters als de manier waarop de automaat schakelt, esp-instellingen en de gaspedaalrespons worden beïnvloed), of zelf een keuze samenstellen. De verschillen zijn groter dan we ze vaak tegenkomen: Sport is echt stevig, Comfort is echt vriendelijk en van Eco val je echt in slaap. Eén constante blijft: in tegenstelling tot wat je zou verwachten, weet de luchtvering korte hobbels niet goed te verwerken: daar stuitert hij overheen en dat zal je als inzittende weten ook. Niet echt het soevereine vliegend-tapijtgevoel dat je van een Mercedes gewend bent, en gek genoeg doet het gewone onderstel dat beter. En zo denk je misschien dat luchtvering voor comfort en de ‘gewoon’ voor wat meer sportiviteit is: het is dus precies andersom. Op zaken als sturen en remmen heeft dat natuurlijk geen invloed – dat gaat allemaal voorbeeldig.


Voor de rest is rijden in de C-klasse vooral een ontspannende ervaring. Je zit meer dan ooit in een van de buitenwereld afgesloten luxe-cocon terwijl de rest van de wereld zachtjes aan je voorbij vliedt. Kom je in een file, dan zet je simpelweg Distronic aan: die hyper-cruisecontrole volgt keurig je voorganger, stopt en rijdt weer door, en blijft zelf binnen de baantjes. Ondertussen kun je rustig checken of er nog iemand gereageerd heeft op je Facebook-post. Als je door een tunnel rijdt, zet de C (die dat via gps doorkrijgt) zelf even de ventilatie in de recirculatiestand zodat je al die vieze luchtjes niet binnenkrijgt. Mocht je in de stad zijn en toch maar zelf weer zijn gaan rijden, maar met je hoofd nog bij die stomme reactie op je FB-post zijn, dan remt de C natuurlijk zelf voor dat kind dat zijn bal de straat op had geschopt. Aangekomen? Dan parkeert de C zichzelf in, in file of ‘dwars’. Hij doet er werkelijk alles aan je reisleven zo prettig mogelijk te maken, binnen de grenzen die jij stelt, natuurlijk.

Dat relaxte heeft ook wel iets te maken met de motoren die bij de introductie beschikbaar komen, want dat zijn nog niet de vlotste exemplaren. Wij reden de 220 BlueTec, voorlopig even de snelste diesel met 170 pk vermogen en 400 Nm koppel. Er komt nog genoeg aan hoor, maak je geen zorgen, van extreem bloeddorstige AMG’s tot een ultiem zuinige plug in-hybride die de zakenwereld nog wel eens op z’n kop zou kunnen gaan zetten, maar dit is nu even zo mooi als het wordt.

Het is een uitstekende motor die in combinatie met de zeventraps automaat zachtjes en erg soepel z’n werk doet. Daarbij: we zeggen wel ‘niet de vlotste’, maar met een sprint naar 100 km/u in 7,8 seconden en een top van 233 km/u hoef je je natuurlijk nergens voor te schamen. Goed, bij hard optrekken laat hij een redelijk ongeïnspireerde en naar verhouding luide grom horen, maar dat valt vooral op omdat hij bij constante snelheden geluidsmatig zo volstrekt afwezig is. En tot hoge toeren doortrekken bij diesels is toch alleen voor domme, haastige vertegenwoordigers en mensen die een busje hebben gehuurd. Gebruik hem zoals hij bedoeld is, voor het leveren van bakken kracht bij lagere toeren, en je hebt een vriend voor het leven. Niet eens zo’n dorstige ook, want 4,3 l/100 km is een uitmuntend cijfer.

Hij laat al met al een uitstekende indruk achter, deze nieuwe C-klasse. Hij ziet er fraai uit, heeft het mooiste interieur in het segment (wel een beetje zorgvuldig kiezen graag), neemt je de dingen uit handen die gewoon vervelend zijn zoals filerijden en parkeren, en spoort je bij de leukere dingen juist aan door z’n enthousiaste onderstel. Zo blijft de C doen waar ie goed in was, alleen doet ie het nu nog beter en is ie (als je daar voor wilt betalen) voorzien van snufjes die geen ander in deze klasse heeft. Wat ‘m zo doet denken aan z’n grote broer dat je z’n naam wat ons betreft voortaan kunt spellen als s-Klasse – met een kleine ‘s’ en een enorme ‘K’.


Mercedes C 220 BlueTec Prestige



14/20



Motor

2.143 cc

viercilinder turbo

170 pk / 400 Nm



Aandrijving

achterwielen

7v automaat



Prestaties

0-100 in 7,8 s

top 233 km/u



Verbruik/milieu

4,3 l/100 km

109 g/km CO2, C-label



Afmetingen

4.686 x 1.810 x 1.442 mm (l x b x h)

2.840 mm (wielbasis)

1.470 kg



66 l (diesel)

480 l (bagage)



Prestaties

NL € 52.598 (20%)

BE € 42.471 (basis)



Het vonnis

Dat de nieuwe C een succes zal worden, staat vast. Fraai, modern en voorzien van alles wat een Mercedes tot een Mercedes maakt – inclusief de prijzen van opties, helaas

Reacties