Mercedes heeft even pas op de plaats gemaakt met zijn nieuwe C-klasse. Dit keer is er voor kwaliteit gekozen in plaats van technische snufjes.
 
De voorgaande Mercedes C-klasse luidde een van de meest twijfelachtige periodes van Mercedes in. Het ene na het andere technische snufje werd gelanceerd en het leveringsprogramma groeide explosief. De technici werden tot het uiterste gedreven, en soms zelfs verder, het budget voor nieuwe ontwikkelingen was enorm. Het resultaat: een hoop ergernis. De betrouwbaarheid van de auto’s kelderde en de clientèle morde. En terecht, je betaalt voor een Rolex, maar krijgt een klokje met de kwaliteit van een goedkoop Aziatisch imitatieding.
 
Bij de ontwikkeling van de nieuwe C stond één woord met kapitalen geschreven: KWALITEIT. Deze auto is niet gemaakt om te patsen met allerhande nieuwerwetsigheden. Terughoudendheid kreeg voorrang op innovatie. Het belangrijkste doel was om terug te keren naar het kwaliteitsniveau van weleer, naar de dagen dat je nog een hoop geld betaalde voor een Mercedes, maar daar ook een oerdegelijke auto voor terugkreeg. Een auto die met chirurgische precisie in elkaar was gezet, onkreukbaar aanvoelde en jarenlang zijn kilometers maakte. Een vriend voor het leven.
 
Ondanks de moderne technieken om virtuele prototypes te maken bouwde Mercedes meer fysieke prototypes dan ooit tevoren van een model. Bij elkaar reden de auto’s 23 miljoen kilometer. Een absoluut record voor het sterrenmerk. En om het risico op storingen zoveel mogelijk te beperken zijn er maar weinig technologische hoogstandjes in de nieuwe C-klasse gebouwd. Verwacht geen uitrusting die de 3-serie moet evenaren. Geen actieve besturing, geen radargeleide cruisecontrole, geen direct ingespoten benzinemotoren (terwijl Mercedes die al wel in de CLS levert). Er zijn ook verbazingwekkend weinig snufjes van grotere Mercedessen overgenomen. Geen actieve remassistentie of nachtzichtapparatuur. Zelfs een elektrische handrem moet hij ontberen. En waarom? Omdat de heren ingenieurs hadden vernomen dat de Audi A6 er wel een heeft en dat daar problemen mee zijn.In plaats daarvan is de C-klasse gewoon een rechttoe-rechtaan automobiel. Niet lullen maar poetsen. En voor een nieuwe Duitse limousine is dat een verfrissende omslag.

Hij ziet er groot uit, maar is dat in vergelijking met de 3-serie niet. Het is vooral dat zijn voorkomen imposant is. De forse snuit heeft iets van de reusachtige GL-Klasse, de flanken hebben een toefje S-klasse meegekregen. De achterkant daarentegen is kort en elegant. De lijnvoering is lastig te definiëren, op het eerste gezicht zie je niet dat er een vouwlijn onder de deurkrukken doorloopt. Zoals gebruikelijk heeft de Mercedes een uitstekende Cw-waarde, namelijk van 0,27. Er zijn tal van aërodynamische details te zien, zoals de kleine openingen in de achterlichtunits. Daardoor wordt er schone lucht langs de achterlichten geblazen, zodat er zich geen opeenhoping van vuil vormt.

 
De C-klasse is leverbaar met twee verschillende neuzen. De sportieve uitvoeringen krijgen een enorme ster in de grille, net zoals bij de CL. Onze testauto was uitgerust met een stylingpakket van AMG, bestaande uit een extra voorspoiler en side-skirts. De andere uitvoeringen hebben De Ster, zij het in een iets bescheidener formaat, fier op de neus staan. Omdat de C-klasse nu eenmaal geen wereldschokkende vernieuwingen aan boord heeft, leggen de marketingmensen van Mercedes nogal de nadruk op deze twee neuzen-strategie. Ach, je moet íets te melden hebben.
 
Als je in het brede interieur zit en voelt hoe comfortabel de auto rijdt, waan je je in een groter model. Het kwaliteitsgevoel is overduidelijk aanwezig, hoewel de bedieningsknoppen niet zo chic zijn als in de S-klasse. De vormgeving van het interieur deed me onwillekeurig terugdenken aan de binnenkant van de Mercedessen van weleer. Die leek altijd uit één blok graniet gehouwen te zijn. In plaats van de vloeiende lijnen van de scheidende generatie C-klasse, heeft de nieuwkomer een klokkenwinkel die in een hoekige behuizing op het dashboard zit. Ook de rest van de afwerking is hoekig. Eigenlijk net als bij de W124-serie uit de jaren ’80, een van de degelijkste Mercedessen ooit. En misschien is dat juist de bedoeling van Das Haus. Of misschien is het gewoon mode om de stijl van de jaren ‘80 te imiteren? Vraag gelijk aan je kapper of hij een hanenkam knipt.
 
Toch kun je met één druk op de ‘ON’- knop iets dat helemaal van deze tijd is vanuit het dashboard tevoorschijn laten komen. Tenminste, als je een aanzienlijk aantal flappen hebt neergeteld voor het optionele Comand-systeem. Als door een onzichtbare hand bediend, schuift een afdekklepje naar achteren, waarna een kleurenschermpje omhoog komt uit het dashboard. Eenmaal uitgeschoven ziet het eruit als een achteraf gemonteerd navigatiesysteem, maar het is wel van vitaal belang voor het bedienen van verschillende functies. De bediening werkt met een keuzeknop die ter hoogte van je dijbeen op de tunnelconsole zit. De telefoon, het navigatiesysteem en de audio/video-installatie zijn hiermee op een verrassend eenvoudige manier te bedienen. Zeker de aansturing met stemherkenning werkt uitstekend. Ik riep hele straatnamen en de computer pikte het in één keer op als plaats van bestemming. Met het maken van een telefonische hotelreservering heb ik soms meer moeite om de gegevens duidelijk te maken. En dan heb je nog met een mens van vlees en bloed te maken. Als je geen geld overhebt voor het Comand-systeem, krijg je altijd nog een Bluetooth-carkit.
 
Je kunt erop vertrouwen dat de dingen waar Mercedes altijd al goed in was, ook nu weer in orde zijn. De stoelen zitten perfect, de koplampen en de ruitenwissers zijn van topklasse. Misschien denk je bij de keuze van een volgende auto niet aan dat soort dingen, maar tijdens een lange reis onder erbarmelijke weersomstandigheden merk je hoe belangrijk dat is. De carrosserie voelt stevig aan en is dat ook. Hij zal je ongetwijfeld goed beschermen bij een ongeval. De koets is ietsje groter dan voorheen, maar met dank aan de grote hoeveelheden High Strength Steel die er in verwerkt zijn, weegt hij wel minder. De draagarmen en diverse andere delen van het onderstel zijn gemaakt van aluminium. De motor is wat dieper en verder naar achteren geplaatst, de dieselmodellen hebben de accu in de kofferbak zitten. Elke uitvoering van de nieuwe C-klasse is lichter dan het model dat hem voorging. Daarbij komt dat het gewicht beter verdeeld is en dat het onafgeveerde gewicht lager is geworden. Goede ontwikkelingen, zeker bij een grote auto.
 
De viercilindermodellen, die het gros van de verkopen voor hun rekening zullen nemen, bieden een goede combinatie van prestaties en een gunstig brandstofverbruik. Dat is het gevolg van het hogere rendement van de blokken. De lichtste benzinemotor is de 180 Kompressor met 156 pk, de basisdiesel is de 200 CDI met 136 pk. Wij kiezen liever voor de 200 Kompressor en de 220 CDI die een vermogen van respectievelijk 184 en 170 pk hebben. Laatstgenoemde diesel heeft bovendien een koppel van 400 Nm. Dat worden snelle taxiritten.
 
De V6-motoren zijn onveranderd gebleven. Bovenaan de lijst staat de 230, die overigens niet sneller is dan de 200 Kompressor, via de 280 gaat het naar de 350 met 272 pk. De V6-diesel heet 320 CDI, deze levert 224 pk. Mercedes had voor ons de beide topmodellen klaarstaan. Vijf jaar geleden waren deze motoren topklasse, maar inmiddels zijn ze qua prestaties en techniek hopeloos achterhaald door de BMW 335i en de 335d die motoren met een dubbele turbo hebben.
 
Maar niet getreurd, de hulptroepen van AMG staan klaar. Zij brengen de C63 AMG met een 6,3 liter die 480 pk levert. Hij moet afrekenen met de venijnige Audi RS4 en de toekomstige M3. AMG ontwikkelde een compleet nieuwe achterwielophanging om de boel nog een beetje in bedwang te houden. Toch denk ik dat het waarschuwingslampje van de tractiecontrole zal flikkeren als een ouderwetse discobal. Dat belooft een gekmakende, verslavende auto te worden. Wat meer gericht op ons soort mensen is de C-klasse Combi, die eind dit jaar zal komen. Ook zal er een nieuwe Sportcoupé komen, zij het op basis van de oude C. Maar goed, ik dwaal af.
 
De C320 CDI en de snelweg zijn beste maatjes. Hij is stil en rap en ligt koersvast tussen de witte lijnen, ondanks de golvende snelle bochten. Op tweebaanswegen is hij ideaal om even snel in te halen, met dank aan de forse hoeveelheid trekkracht die er tussen 2.700 tpm en 3.700 tpm aanwezig is. Daaronder heb je last van een turbogat, daarboven is de fut er een beetje uit. Ondanks de zevenversnellingsbak betekent dit dat de motor wat stilvalt tussen de tweede en derde versnelling. Soms hoor je de dieselroffel iets te nadrukkelijk. Het komt misschien over als muggenzifterij, maar bij een auto van dik 60.000 euro mag je best ziften.
 
Onze C320 CDI had een AMG-sportpakket met 17-inch lichtmetalen velgen en wat spoilerwerk. De versnellingsbak was een zeventraps automaat, standaard heeft hij een handgeschakelde zesversnellingsbak. Ook had hij het zogenoemde Advanced Agility-pakket, wat inhoudt dat de besturing iets directer is ten opzichte van de standaardauto. Ook behoren elektronisch instelbare schokdempers, een verlagingsset en schakelflippers op het stuur tot het pakket. De dempers kunnen bovendien met een knop op het dashboard in de Sport-stand worden gezet, maar de basisinstelling is goed genoeg. Kies je voor Sport, dan gaat de auto stuiteren op het rechte stuk, terwijl het plezier in de bochten niet toeneemt. Nu we het toch over bochten hebben, daar heeft de C-klasse geen enkele moeite mee. Rollen en deinen zijn prima onder controle, alle andere reacties zijn voorspelbaar en houd je eenvoudig in de hand. Een duidelijke en welkome verbetering ten opzichte van zijn voorganger. De wegligging is uitmuntend, verkeersdrempels kun je comfortabel nemen, kuilen en oneffenheden op buitenwegen worden onmerkbaar door het onderstel opgevangen.
 
De C350 is snel, de acceleratie van de handgeschakelde versie van 0 tot 100 km/u duurt 6,3 seconden. Hij is fel, maar bij hoge toerentallen zet hij nogal een keel op. De C350 waarmee ik reed moest het zonder Advanced Agility-pakket stellen, maar net als alle andere C-klasses heeft hij progressief werkende schokdempers en die doen hun werk prima. Sterker nog, ondanks zijn theoretisch gezien tragere besturing en zachtere demping, gaat hij net zo goed door de bochten als de diesel. Waarschijnlijk compenseert zijn lagere eigen gewicht het minder sportieve onderstel. Je merkt het verschil bijna niet, maar als ik dan toch een wijze uitspraak moet doen, raad ik het Advanced Agility-pakket alleen aan op de zware dieselmodellen, op alle andere versies is het overbodig.
 
Het is Mercedes gelukt om een C-klasse te bouwen die sportiever is dan zijn voorganger, maar tegelijkertijd niet heeft ingeboet aan comfort tijdens lange reizen. Het blijft immers een Mercedes. Nu heb ik ze niet zij-aan-zij kunnen rijden, maar ik durf er heel wat onder te verwedden dat hij niet zoveel rijplezier biedt als de 3-serie of de op de A5 Coupé gebaseerde nieuwe Audi A4 die volgend jaar verschijnt. De C blijft een auto voor Mercedes-liefhebbers. Hij heeft heel wat in huis, maar loopt daar niet mee te koop.
 
Maar ja, veel Mercedes-klanten hebben hun merk de laatste jaren tabee gezegd. Hopelijk kan de nieuwe C hen overhalen om terug te keren bij hun oude liefde. Het ziet er naar uit dat hij daarvoor in de wieg is gelegd. Geen revolutie, maar een duidelijke verbetering. Zowel voor klant als fabrikant een verstandige keuze.

Reacties