Het is natuurlijk in de basis al een behoorlijk schizofreen ding, die Mercedes CLA. Een vierdeurs die denkt dat ie een coupé is – we bedoelen maar. Aan de andere kant: het kan wel, dat heeft Mercedes wel bewezen toen ze in 2004 met de CLS kwamen. Toen kwam in het begin iedereen niet meer bij van het lachen (tuurlijk joh, een vierdeurs coupé! What’s next? Een cabrio met een stalen dak? Oh wacht: die hebben jullie al).
Inmiddels zijn we een paar jaar verder en zie: de A5 Sportbrakes, A7’s en Gran Coupés vliegen je om de oren, en je wilt niet weten hoe veel designers we de laatste jaren hebben horen pochen over ‘de coupé-achtige daklijn’ van hun laatste geesteskind. Ofwel: de coupé is hot, zolang ie maar geen twee deuren heeft. Gezien het feit dat het allemaal de schuld van Mercedes is, lag het zeer voor de hand dat ze hetzelfde kunstje nog eens zouden herhalen met een kleiner model. Er is trouwens sowieso geen merk dat zo veel coupés (CL, E Coupé, C Coupé) en coupé-achtigen (SL, SLK) in de portfolio heeft als Mercedes, dus welbeschouwd is het eerder verbazingwekkend dat het zo lang heeft geduurd.
Dat heeft weer alles te maken met de recente A-klasse, die in technisch opzicht in hoge mate de basis van de Mercedes CLA vormt. Hij staat op hetzelfde onderstel en de motorenkeuze, het interieur en bepaalde stylingdetails zullen de A-klasserijder bekend voorkomen. ‘Maar wacht eens even’, zal je misschien zeggen, ‘je had het net over de C-klasse Coupé – zitten die en de CLA elkaar niet enorm in de weg?’ Goed punt, want ook hier spelen zich een paar schizofrene toestanden af. De CLA wordt gepositioneerd onder de C Coupé, maar is wat betreft pure lengte enige centimeters groter (al is de wielbasis van de C weer groter dan die van de CLA). Beide richten zich, zou je zeggen, op een niche – mensen die een Mercedes willen en bereid zijn de traditionele nadelen van een coupé (beperkte bagageruimte en hoofdruimte achterin) op de koop toe te nemen. Qua prestaties ontloopt het elkaar allemaal ook niet al te veel en zelfs de prijzen liggen dicht bij elkaar; de CLA is zo’n 2.500 euro goedkoper dan de C. Kannibalisme?
Nee hoor, zegt Mercedes, want daarvoor zijn de verschillen juist veel te groot. De C Coupé heeft achterwielaandrijving, de Mercedes CLA doet het vóór. De C heeft twee deuren, de CLA doet alsof en heeft er vier. De C Coupé is inderdaad voor Mercedes-rijders, de CLA moet juist mensen uit andere merken naar Mercedes trekken. Daarom is de C een klassiek gelijnde coupé volgens het principe ‘klare lijn’, zonder veel poespas. De CLA daarentegen…
Waarmee we zijn beland bij het uiterlijk. Heel eerlijk gezegd: we waren niet stuk van de eerste foto’s van de Mercedes CLA. De proporties leken een beetje zoek en vanuit bepaalde hoeken leek het alsof hij helemaal geen kont had, wat, eh, nou ja, verwarrend werkt. De CLA is dan ook het prototype van zo’n auto die je in het echt moet zien, dan vallen alle puzzelstukjes opeens wonderwel in elkaar. Als je hem ziet rijden helemaal: dan zit er, al gaat het stapvoets, een enorme hoop snelheid en dynamiek in het ontwerp. Maar lieve help, wat zitten er een hoop lijnen en lijntjes in. De voorkant is al enorm druk (beetje afhankelijk van de uitvoering; ze hebben twee voorspoilers, drie grilles en talloze mogelijkheden de boel naar eigen smaak op te leuken) met die luchthappers, ‘diamanten’ in de grille en de powerdomes in de motorkap.
Aan de zijkanten wordt het bijna nog erger, met die harde, scherpe lijnen en de diepe, taps toelopende geul in de flanken. De achterkant (er zijn drie verschillende) bestaat ook weer uit zo veel lijntjes en rondingen dat er speciale typeplaatjes gemaakt moesten worden omdat de reguliere niet pasten. Het is al met al, hoe je het ook wendt of keert (en zeker voor Mercedes-begrippen) nogal veel, allemaal. Wat heet: de CLA is een haast pathologische aandachttrekker.
Dat was ook de bedoeling en wij vinden ‘m bijzonder geslaagd, al kunnen we ons voorstellen dat er mensen zijn die ‘m een beetje een aansteller vinden. Het interieur is trouwens goeddeels dat van de A-klasse en verdient niets dan lof: prachtig ontworpen, schitterend gemaakt tot in het kleinste detail. Sommige bedien-dingen zijn misschien even wennen, maar dat is het dan ook. De ruimte voorin is prima, om achterin fatsoenlijk te kunnen zitten mag je niet langer dan 1,80 meter zijn; qua beenruimte gaat het aardig, maar je zit met je hoofd tegen het dak en de eerste de beste onopgemerkte verkeersdrempel betekent hoofdpijn.
‘Zonder ook maar één moment stuiterig te worden, zet de Mercedes CLA zich voor elke bocht schrap, om hem vervolgens te vernederen’
Er is maar één manier om al dat visuele machtsvertoon waar te maken: zorgen dat ie zo rijdt als ie eruitziet. Ook hier slaat de schizofrenie keihard toe. We beginnen met de CLA 200, voorzien van een 1,6-liter turbomotortje van 156 pk. Dat lijkt niet al te veel voor zo’n schreeuwlelijk, en dat is het ook niet. We hebben eigenlijk alleen maar ruzie met ‘de 200’. In het prille begin lijkt het alsof er helemaal geen gang in de CLA te krijgen is, maar dat is omdat ie start in de Eco-stand, die niet geheel ten onrechte van de ‘hoe trager, hoe ecologischer’-overtuiging is. Meteen uitzetten dus.
Het tweede dat je moet uitzetten is die ronduit verschrikkelijke Collision Warning: het kreng piept om de haverklap dat je te hard op een voorligger afrijdt, en als hij vindt dat je niet hard genoeg remt, gooit hij er doodleuk een bijzonder weinig subtiel schepje bovenop. Je schrikt je rot, elke keer. Dan de versnellingsbak: ook geen feest. Zeventraps automaat met dubbele koppeling; lijkt helemaal goed, maar pakt niet zo lekker uit. De automaat lijkt er vooral lol in te hebben zo snel mogelijk naar z’n zeven te rennen en daar zo lang als hij kan te blijven hangen. Flipperen kan, maar helpt niet erg omdat de automaat apen-stoned op elk commando reageert: wat? Eh… Oh. Ja. Schakelen. Tuurlijk dude. Komt ie. Doodsaai. Nee, de 200 weet niet te overtuigen, laat staan dat hij de verwachtingen van zijn uiterlijk waar weet te maken.
De volgende dag krijgen we de gelegenheid met ‘de 250’ te rijden, voorzien van een 2,0-liter motor met 211 pk. En wat een verbijsterende metamorfose ondergaat de CLA daarmee. Het scheelt niet alleen 50 pk, maar vooral ook 100 Nm trekkracht, die in z’n volle 350 Nm-vorm al bij 1.200 tpm beschikbaar is. Natuurlijk scheelt het ook dat we inmiddels weten welke knopjes we uit moeten zetten én dat we nu opeens een knopje vinden waarmee je het schakelgedrag van de automaat en de gaspedaalrespons op ‘sportief’ kunnen zetten. Zat die nou niet op die 200 of hebben we hem gemist?
Het maakt alle verschil van de wereld. Opeens is de Mercedes CLA gretig, wil ie toeren, wil ie spelen, zweept ie je op. Opeens blijkt het onderstel (het comfort-onderstel nota bene, je kunt ook kiezen voor een sportonderstel) te beschikken over een verbluffende hoeveelheid dynamiek. Zonder ook maar één moment stuiterig te worden, zet de CLA zich voor elke bocht schrap, om hem vervolgens te vernederen.
Mercedes bewijst hier eens te meer dat een onderstel helemaal niet keihard afgeveerd hoeft te zijn om er het maximale aan levendigheid uit te halen. De besturing leeft er ook van op: scherpte, precisie, gevoel: het is er allemaal. Het is nauwelijks te geloven dat dit een voorwielaandrijver is – het beetje onderstuur dat optreedt, wordt door het uiterst subtiel optredend esp doelmatig de kop ingedrukt. Wat een heerlijke auto!
Waarmee de twijfel weer eens toeslaat. We hebben zelden meegemaakt dat de motorisering van een auto zo veel verschil uitmaakte. Ja, tussen een instappertje en een topmodel, maar dit zijn nota bene twee opeenvolgende modellen in het gamma. Toch betekenen ze het verschil tussen vervoer en plezier, tussen een belofte doen en die waarmaken. Waarmee we meteen het ergste vrezen voor de CLA 180, de 122 pk sterke instapper die er nog aankomt, en waarvan Mercedes verwacht dat ie het best gaat verkopen. We hopen maar dat die kopers gewoon genoegen nemen met dat smakelijke uiterlijk en verder niet al te veel van autorijden houden. Anderzijds: instappers vervullen zelden meer beloften dan droog transport en toch vind je in elke straat van meer dan een paar huizen een BMW 316i, om maar iets te noemen.
Mercedes heeft met de CLA een stevig en gedurfd stylingstatement neergezet. Men had een duidelijk plan voor ogen en heeft niet, zoals vaker gebeurt, in de ontwerpfase alle scherpe randjes afgevlakt uit angst iets té extreems te maken, maar ze eerder nog iets aangedikt. Hulde.
Voor de liefhebbers is de juiste motorkeuze echter van levensbelang. Waarmee de diagnose van psychiater TopGear duidelijk kan zijn. Wie het alleen gaat om dat uiterlijk, en niet bang is op elke straathoek terecht voor poseur te worden uitgemaakt: neem gerust een Mercedes CLA 180 of 200. Degene die plezier aan álle kanten van zijn CLA wil beleven is aangewezen op een 250 (of de 220 CDI). Volgende patiënt.
Mercedes-Benz CLA 250
15/20
Cijfers
0-100 km/u: 6,7 s
Top: 240 km/u
Verbruik: 6,1 l/100 km
Motor: 1.991 cc, viercilinder turbo benzine
Aandrijving: voor
Vermogen: 211 pk
Koppel: 350 Nm
Gewicht: 1.480 kg
CO2: 142 g/km
Prijs
NL € 37.072
BE n.n.b.
Vonnis
Fraaie vierdeurs coupé die zich met recht de baby-CLS mag noemen. 1.6-motoren missen power; de 200 zou 11/20 hebben gescoord. Leuk wordt het pas bij deze 250
Reacties