Mercedes’ best verkochte model heeft een nieuwe motor en een verse bak.
 
Er is weinig fijner dan je ver­heugen op het rijden van een nieuwe, verse, grote Mercedes op de Autobahn. Je weet dat je in sereniteit, luxe en met veel bruikbaar vermogen zult rijden, en dat je even fris uit de auto zult stappen als je erin sprong. Als dat dan ook nog mag gebeuren op de Deutsche Weinstrasse, in de regio Palts, in een E-klasse met een nieuwe V6, begint werk wel verdacht veel op vrijetijd te lijken.
 
Daar staan we dan, naast een E350. Z’n nieuwe motor is de belangrijkste reden waarom we door Mercedes zijn gevraagd een kijkje te komen nemen. Hij is 20 procent zuiniger dan z’n voorganger, heeft veertien pk meer en trilt nog minder doordat het blok niet langer in een hoek van 90 maar van 60 graden staat en daardoor minder onderdelen bevat.
 
De bak is niet langer een vijftraps, maar een zeventraps automaat. Daarbij zijn er details in het (in crèmekleurig leer uitgevoerde) interieur veranderd: het display doet aan drie dimensies en aan ‘plastische stadsweergave’, je hebt internet aan boord, en de automaathendel aan het stuur is makkelijker aan te tikken.
 
En de zon schijnt. Op pad! De E biedt de keuze uit twee rijstanden: E (voor Economy) en S (voor Sport). Na de straatjes van Deidesheim nog in de E-stand te hebben door getijgerd, kiezen we op de provinciale weg de S (in te schakelen met een knopje waar je normaal een pook hebt zitten). Bij het uitkomen van de eerste rotonde drukken we het gaspedaal iets in, en horen we een omineuze brul. Een barende koe? Een passerende sportauto? Het is niets minder dan onze eigen E die zijn status van executive limousine verruilt voor een status van, eh, nou ja, uiterst sportieve Autobahnkreuzer.
 
Tot we de A61 bereiken beheersen we ons, en aaien het matte hout, het prachtig gestikte, tweekleurige leer, genieten van de massagestoelen en het geluid uit de Harman Kardon-installatie, en stellen de actieve zijsteunen van de stoelen in, die zichzelf opblazen en uitblazen bij ieder ertoe doend bochtje. Bij een stoplicht merken we dat het stop-startsysteem zonder met de ogen te knipperen werkt – even de rem ingedrukt houden en de motor slaat af, een voetbeweginkje later slaat hij weer aan, zonder ook maar enig belet.
 
Dan de snelweg. Uit ervaring weten we dat de S-klasse van de Stuttgarters een onovertroffen reislimousine is, een auto, in feite, die alle andere auto’s overbodig maakt. Maar in de E is het lastig je te herinneren wat er nou zo veel beter aan de S is dan aan deze auto. De E350 is razendsnel (je rijdt bijvoorbeeld 206 km/u voor je ‘hocus pocus pilatus pas’ kunt zeggen), volstrekt stabiel, stuurt werkelijk perfect (je voelt alles maar hebt last van niets), en onder een viaduct zien we de subtiele verlichting uit de randjes van het dashboard piepen. Oh, heerlijkheid die Grote Duitse Auto heet.
 
Het kostte even, maar we hebben ook een nadeel ontdekt. Hoewel de stoelen eenvoudig in alle standen verstelbaar zijn (een salto incluis), lukt het ons niet de stand lekker met de elleboog leunen op de rand van het raampje te vinden. Dat randje is ook wat ielig, maar we komen er niet bij in de buurt, we blijven te laag zitten. Dat is jammer, maar we laten liever onze ruggengraat verlengen dan dit als echte kritiek op deze E te brengen.
 
 

Specificaties: E350 Blue Efficiency


 

Leuk 

Ontroerend mooie dashboardverlichting

 

Niet leuk 

Het irritante stengeltje van de cruisecontrole

 

TopGear-vonnis

Voor iedereen die niks heel specifieks zoekt, is dit de auto die alle andere auto’s overbodig maakt

 

Prestaties  

0-100 km/u 6,3 sec., top 250 km/u, 6,9 l/100 km

 

Techniek  

3.498 cc V6, achterwielaandrijving, 306 pk, 370 Nm, 1.735 kg, 160 g/km CO2

 

Doen!   

Bruine lak, crèmekleurig leer

 

Niet doen   

Iets over taxi’s zeggen

 

Prijs NL n.n.b.

Prijs BE n.n.b.

Reacties