Al een paar jaar geleden liet Mercedes op de Salon van Genève twee nieuwe technieken zien om de auto’s van Das Haus schoner te maken. Wij snuffelen aan het prototype.
 
Op de keper beschouwd is de hybrideversie van de S-klasse onzin. Als iemand een limousine wil die iets zuiniger rijdt dan de rest is een E-klasse ook een optie. In ruimte en uitrusting maakt het bovendien niet zoveel uit. Ook een dieselversie van de top-Benz is een prima keus. Sterker nog: als ze echt de wereld wilden redden, hadden de ingenieurs van Mercedes beter schonere elektriciteitscentrales kunnen ontwikkelen of op de markt van Stuttgart isolatiedekens voor woningen kunnen uitdelen.
 
Maar Mercedes is min of meer verplicht deel te nemen aan de hybridehype. Al was het alleen maar om de gunst van de Amerikaanse koper van luxe auto’s vast te houden. Nog steeds denken Yanks dat diesel niet geschikt is voor auto’s kleiner dan een Mack-truck. Een hybride is helemaal je van het. Ook al zuipt hij als een tempelier, hybride is het toverwoord dat dorre woestijnen omtovert in weilanden waar sappig gras metershoog groeit.
 
Om de honger naar deze tweeslachtige auto’s te stillen, heeft Mercedes maar meteen twee verschillende technieken ontwikkeld. De eerste versie is relatief eenvoudig van opzet. Een schijfvormige elektromotor vervangt daarbij het vliegwiel van de conventionele V6. De tweede variant is wat ingrijpender en vervangt de gehele aandrijflijn. Deze is vooral bedoeld voor SUV’s.
 
De ontwikkelingskosten zijn natuurlijk torenhoog en alleen te behappen als je partners zoekt. Daarom is het eenvoudige systeem ook terug te vinden in de toplimo van de concurrent, de 7-serie van BMW. In de oorlog tegen CO2 worden vijanden ineens bondgenoten. Het tweede systeem verschijnt straks ook in de grote SUV’s van GM en de aanstaande hybrideversie van de X6.
 
Ondanks, of misschien wel dankzij, de uiterste inspanningen die de ingenieurs hebben gedaan, rijdt deze Benz heel normaal. Let wel: de auto waarmee wij reden, was maar een prototype. De productieversie komt in de herfst in de VS op de markt, tegelijk met een kleine facelift voor de complete serie.
 
Hoewel op de kofferklep S400 BlueHybrid staat, is de benzinemotor een 3,5-liter V6. De onderscheidende typenaam is terecht, want vooral bij lage toerentallen is hij krachtig, met dank aan de elektromotor. De S400 BlueHybrid rijdt net zo soepeltjes als de ‘vieze’ versie waarop hij gebaseerd is. Er is voldoende pit (zelfs iets meer dan we gewend zijn), waardoor het lijkt alsof de auto in normaal verkeer of zelfs tijdens een lange rit op de snelweg maar weinig moeite hoeft te doen. Je komt al snel in de verleiding om meer vrachtwagens dan normaal tegelijkertijd in te halen of heuveltje op even een spurtje te trekken. Dan merk je dat de S-klasse toch best een flinke klomp staal en leer is: de V6 raakt buiten adem en de actie verloopt minder snel dan verwacht.
 
Volgas doet de elektromotor namelijk niet zoveel. Hij is ingebouwd om de V6 te ondersteunen, niet om deze te vervangen. Op het moment dat de benzinemotor kracht tekort komt, dus bij lage toerentallen, springt de elektromotor bij. Draait de motor meer toeren, dan verdwijnt het elektrische duwtje in de rug. In cijfers: vanaf 1 tpm levert de elektromotor 160 Nm, maar als de benzinemotor eenmaal op dreef is, komt er maar 20 pk bij. Draait de V6 niet zoveel toeren, dan draagt de elektromotor bij aan extra rust, zeker ook omdat de versnellingsbak minder hoeft te schakelen.
 
Zodra je stilstaat, bijvoorbeeld voor een verkeerslicht, dan stopt de V6. Laat je de rem los, dan slaat hij weer aan en kun je wegrijden. Wees niet bang dat dit gepaard gaat met een hoop geratel van de startmotor. De benzinemotor wordt zijdezacht aangezwengeld door de elektromotor.
 
Tijdens normaal gebruik wordt de batterij gratis opgeladen, namelijk door de remenergie om te zetten in prik voor de motor. Dat maakt hem een stuk eenvoudiger dan een volledig hybridesysteem. Maar denk niet dat het een makkie was om dit kunststukje te ontwikkelen. Ten eerste is de benzinemotor sterk gemodificeerd om in het midden van het toerengebied extra efficiënt te zijn. Dat is namelijk het moment dat de elektromotor het voor gezien houdt. Bovendien zorgt elektronica ervoor dat er alleen een beroep op de elektromotor wordt gedaan als de batterij volledig opgeladen is. Is dat niet het geval, dan wordt de V6 harder aan het werk gezet. Het verschil zul je niet merken.
 
De remwerking is variabel. Als je het pedaal intrapt om alleen een beetje af te remmen, zorgt de dynamo van het batterijpakket voor voldoende vertraging. Rem je om te stoppen, dan wordt een beroep gedaan op de remschijven. Als de batterij helemaal vol is wordt het werk helemaal aan de schijven overgelaten. Dit is hogere werktuigbouwkunde, maar in de praktijk merk je er niets van. Er is geen verschil te merken met de normale S-klasse.
 
De batterij maakt gebruik van lithium-ion-techniek. Mercedes is één van de eerste merken die deze techniek toepast in een productieauto. Hij zit onder de motorkap, dus de ruimte in het interieur en de kofferbak is niet aangetast. Opvallend is bovendien dat de auto maar 75 kilo meer weegt dan de reguliere S350. Toch verbruikt de BlueHybrid op basis van Europese testcriteria liefst 21 procent minder brandstof dan de gewone S350. Het is natuurlijk even afwachten of deze Mercedes ook in Nederland op de markt komt. Bij ons is het al lang geen taboe meer om een limousine met dieselmotor te rijden.
 
Tot het moment dat we zeker weten of het model ook hier leverbaar wordt, is het grote nieuws vooral de vooruitstrevende techniek die achter deze auto schuilgaat. Die is toepasbaar op alle andere modellen, ook op diesels. Daarmee is gelijk het bestaansrecht van deze Benz bewezen. Of we nu met plug-in hybrides, volledig elektrische auto’s of waterstofauto’s gaan rijden, elektriciteit zal een grote rol gaan spelen bij de aandrijving van auto’s. Het is goed dat autofabrikanten volop investeren in kennis van opslag en toepassing van elektriciteit. Met de S400 BlueHybrid laat Mercedes-Benz zien dat het merk een heel eind op weg is.

Reacties