Porsche maakt het zichzelf niet makkelijk: een Cayman kwam al akelig dicht in de buurt van een 911. De nieuwe Cayman maakt het alleen maar moeilijker. Natuurlijk: de 911 is das Original en heeft een status die zo goed als onaantastbaar is. Mensen met een greintje gevoel voor traditie…
Porsche maakt het zichzelf niet makkelijk: een Cayman kwam al akelig dicht in de buurt van een 911. De nieuwe Cayman maakt het alleen maar moeilijker.
Natuurlijk: de 911 is das Original en heeft een status die zo goed als onaantastbaar is. Mensen met een greintje gevoel voor traditie kiezen bij Porsche dus altijd voor een Elfer en nooit voor een Cayenne. Waaruit meteen blijkt dat er weinig mensen met gevoel voor traditie zijn, want de Peperbus heeft Porsche bepaald geen windeieren gelegd. Tot nu toe, want kredietcrisis en SUV-impopulariteit enzo, maar dat is een ander verhaal. En een verhaal dat je al kent of anders zelf wel kunt bedenken.
Nee, dan de Cayman. Dat is niet alleen een auto die teruggrijpt op de fijne traditie van ‘100 procent Porsche, 80 procent van de 911-kosten’, maar vooral een auto die al vanaf zijn prille begin zó goed reed dat je je bijna ging afvragen waar je nog een 911 voor nodig had. En nu is er dus de vernieuwde Cayman.
Uiterlijk zijn de wijzigingen beperkt. Je zult het moeten doen met led-verlichting (met name de dagrijverlichting naast de mistlampjes valt nogal op), mild gewijzigde koplamp- en achterlichtunits, en een V-vormiger grille om de nieuwe Cayman van de oude te onderscheiden. Van meer belang zijn de technische verschillen. Zo hebben de Cayman en Cayman S andere motoren gekregen: de nieuwe 2,9-liter van de Cayman heeft 20 pk meer dan z’n voorganger en zit nu op 265, de 3,4-liter motor van de S heeft met 320 pk zelfs 25 pk meer dan voorheen. Daarbij zijn ze respectievelijk 11 en 16 procent zuiniger (en dus schoner) geworden.
Er zijn drie andere zaken die wezenlijk bijdragen aan de rijpret van de Cayman: het ‘scherper’ afgestelde onderstel, de nieuwste generatie PSM (Porsche Stability Management, hun esp) en bovenal de sublieme versnellingsbak met dubbele koppeling, PDK. Die laatste is een juweel: schakelen gebeurt bliksemsnel, haast onvoelbaar en in de volautomatische stand naar het lijkt altijd, en dan bedoelen we altijd, op het juiste moment. Zeker in combinatie met het actieve onderstel in de Sport-stand (de Sport Plus-stand is wel érg hard en hyperactief) heb je de beschikking over een fenomenaal sturende, bloedsnelle, heerlijk klinkende en briljant op de weg liggende sportauto. Van het PSM mag je hier en daar best over de schreef gaan; er wordt pas ingegrepen als het echt mis dreigt te gaan en dan op een manier die je het idee geeft dat je het zelf toch maar mooi allemaal gered hebt.
Een klein beetje straf verdient Porsche ook: degene die bedacht heeft dat juist dingen die je veel aanraakt, zoals de spaken van het stuur en de hendels om de deur te openen, gemaakt moesten worden van glad jakkes-plastic, moet op staande voet ontslagen worden. En als ze dan toch aan het saneren zijn: stuur ook meteen de m/v weg die bedacht heeft dat de beste plek voor de knoppen om mee te schakelen, precies ook de plek is waar de muis van je hand op rust. Zo schakel je vaak terwijl je dat helemaal niet wilde.
Dit is geen kaaiman meer, maar een volwaardige krokodil, die de vraag waarom je een 911 Carrera Coupé zou kopen nóg veel moeilijker te beantwoorden maakt. Deze S met PDK vreet je namelijk met huid en haar op, en je houdt ten opzichte van die 911 nog minimaal 26.499 euro over ook. Een hoop geld voor gevoel voor traditie…
Reacties