Dus jij vond dat het wel weer eens wat vrolijker mocht bij Renault? Dat had je nou niet moeten zeggen.
 
Als mensen zich heel lang hebben moeten inhouden, dan bestaat de kans dat als je het slot van de kooi haalt, alle woede, blijdschap of wat het ook is dat ze zo lang hebben moeten opkroppen, er nogal explosief uitkomt. Zo heeft het er alle schijn van dat na de saaie Twingo, Laguna en Scénics, en de mooie, en dan ook echt serieus-mooie Laguna Coupé en Mégane Coupé, iemand de fabriekspoorten bij Renault heeft opengegooid en heeft geroepen: ‘Oké jongens, en nou iets leuks!’ Het resultaat: de Kangoo Be Bop.
 
Wat je ook vindt: vrolijk is ie zeker geworden. De motorkap, spiegels, bumpers en een plaat op de achterdeur zijn altijd lichtgrijs metallic, en contrasteren per definitie met de rest van de carrosseriekleur (wit, zwart, rood of knal-oranje). Dat mist zijn uitwerking niet.
 
Het interieur gaat nog een stapje verder. Het redelijk basic ontwerp wordt naar keuze aangekleed met felrode (‘Be Chic’, heet het dan) of manisch-blauwe bekleding, die zich in het geval van de ‘Be Fun’ dan nog uitstrekt over grote delen van het dashboard en met diverse oranje accenten wordt geteisterd. De plastics zijn over het algemeen behoorlijk hard en hier en daar kan de afwerking beter, maar een vrolijke boel is het zonder meer.
 
Hét unieke element van de Kangoo Be Bop is z’n achterkant. Je kunt de achterruit naar beneden laten schuiven en het achterste deel van het dak naar voren klappen, wat een soort semi-cabrio (‘landaulet’, in jargon) oplevert. Samen met het standaard glazen dak betekent dat een enorm ruimtelijk gevoel. Leuk bedacht en prima uitgevoerd.
 
De basis van de Be Bop is een drastisch ingekort Scénic-onderstel en daar is helemaal niets mis mee. Wij reden met de 110 pk sterke 1,6-benzinemotor (er is ook een 1,5-liter diesel met 105 pk), die uitstekend voldoet; sterk zat, stil en behoorlijk zuinig. De vering is uiteraard voornamelijk op comfort ingesteld, wat niet wil zeggen dat de auto bang is voor bochten. De carrosserie helt wel wat over, maar het mag eigenlijk geen naam hebben: het totaalplaatje klopt. Hij stuurt, zit, schakelt en remt goed. Daarnaast is ook een groot deel van de multifunctionaliteit van de Scénic overgenomen – er kan naar hartelust worden geklapt en geschoven, wat een bagageruimte oplevert tussen de 230 en 1.700 liter. Overal zitten riante opbergvakken en de uitrusting is ook riant; alles is standaard, behalve navigatie, parkeersensoren en een airco die alles zelf doet.
 

Het is op zich een prima ding, die Be Bop. Het enige punt is dat je tegen z’n extravagante uiterlijk en haast opdringerige vrolijkheid moet kunnen. Het is een beetje de Herman van Veen onder de auto’s: wij krijgen al kriebeleczeem van zijn stem alleen, maar andere mensen lopen met hem weg (liefst ver, heel ver weg, wat ons betreft). Aan jou de keus.

Reacties