Na de nieuwe Renault Laguna Hatchback is er nu de Estate. Die is eigenlijk veel belangrijker. Het zal ons benieuwen.
 
De vorige Laguna stationwagen heette Grand Tour – dat had nog wel iets eigens. Om raadselachtige redenen is die naam nu opeens veranderd in het haast clichématige Estate. Zou het te maken hebben met de verregaande ‘versobering’ van het uiterlijk van Renaults in het algemeen? De terug-naar-no-nonsensdesign-aanpak die ervoor moet zorgen dat zelfs de meest beklagenswaardige oude-Lagunarijder het vertrouwen in Renault terugkrijgt? Geen idee, het zou kunnen. Laten we wel zijn: die vorige Laguna, die het merk de bijnaam ‘Renault – Créateur de Reparations’ opleverde, was ook dermate dramatisch qua betrouwbaarheid dat het welbeschouwd een wonder (en misschien zelfs wel een enorme vergissing) is dat ze niet de hele auto een andere naam hebben gegeven.
 
Hoe dan ook, de Estate is, met zeventig procent van de totale Laguna-verkopen, voor de Nederlandse markt zo belangrijk dat wij de wereldprimeur hebben gekregen – we hebben ‘m nog eerder dan de Fransen zelf. Als je het ons vraagt, ziet de Estate er aansprekender uit dan de wel erg bedaagde hatchback. De breder uitwaaierende achterpartij geeft de Estate meer body en karakter, al zal hij weinig nekverrekkingen van andere verkeersdeelnemers opleveren.
 
Het laadruim, want daar gaat het bij deze variant natuurlijk in de eerste plaats om, heeft Renault uitstekend voor elkaar. De vloer is volkomen vlak en een tildrempel schittert door afwezigheid. De achterbank is in twee ongelijke delen neer te klappen en dat gaat allersimpelst: met één druk op de knop, bij de stoelen zelf, of vanuit de bagageruimte. Ook de hoes die over de bagageruimte geschoven kan worden, is met één klein tikje automatisch op te rollen. Verder zijn er achterin naar hartenlust kleine opbergvakjes, 12V-aansluitingen en haakjes en ogen te vinden – het is in de Estate een fluitje van een cent dingen kwijt te raken omdat je niet meer weet waar je ze had opgeborgen.
 
De Estate rijdt even goed als de hatch, wat op zich knap is omdat een station nu eenmaal altijd zwaarder is en meestal langer. Dat klopt ook in het geval van de Laguna weer, maar waar hij 10 centimeter langer is, weegt hij slechts 25 kilo meer.
 
Wij reden met de tweeliter diesel van 175 pk, de topper in het dieselgamma en een zaligheid van een motor. Beresterk in alle toerenregionen, en zowel schandalig lui als schaamteloos sportief te rijden. Eigenlijk een ideale motor voor een automaat, maar die combinatie levert Renault nou net niet. De reden is simpel. Het aantal automatische bakken dat ze geleverd kunnen krijgen, is beperkt, en die gooien ze dan liever in de wat goedkopere 2.0 dCi van 150 pk, waar ze er meer van denken te verkopen. Nou ja. Opvallend aan boord van de Estate is de stilte. Er is duidelijk veel werk gemaakt van de isolatie. Dat heeft de moeite geloond. Het enige waar we nog altijd niet helemaal blij van worden is het gevoel van de stuurbekrachtiging. Het is niet zo erg als het was, maar het blijft kunstmatig aanvoelen.
 
Het is een fijne auto geworden, de Laguna Estate. Het is nog te vroeg om iets te kunnen zeggen over de betrouwbaarheid, maar dat moet wel beter zijn dan het was. En wel om twee redenen: omdat ze er ongelooflijk veel aandacht aan besteed hebben en er zonder geknipper met de ogen drie jaar garantie op geven. En omdat slechter dan de vorige gewoon niet kan. We zullen het zien.

 

Reacties