Stad van samba, carnaval en gewelddadige drugsoorlogen. TopGear rijdt langs beroemde stranden en door kleurrijke favela’s in een gloednieuwe, oude VW bus.

De politie van Rio de Janeiro begon bijna twee jaar geleden met de grote schoonmaak van de Vidigal-favela. De Unidade de Polícia Pacificadora (UPP) is momenteel druk doende een door de veelgeplaagde gouverneur van Rio de Janeiro, Sérgio Cabral Filho, bedacht plan ten uitvoer te brengen. De bedoeling is om Rio’s 30 sloppenwijken, de favela’s, in voorbereiding op het WK voetbal van dit jaar en de Olympische spelen van 2016 te ontdoen van ongewenste activiteiten en ongewenste individuen.

Dat gaat er niet altijd even zachtzinnig aan toe en het is een immense taak. De grotere favela’s, zoals Rocinha en het bekende Cidade de Deus (Stad van God) hebben ieder namelijk meer dan 70.000 inwoners. Het zijn buurten die tot de verbeelding spreken. Niet alleen vanwege de duizelingwekkende hoeveelheid huisjes, optrekjes, steegjes, gangetjes en straatjes, maar vooral door de alomtegenwoordige georganiseerde misdaad, die op menig buitenstaander een macabere fascinatie uitoefent.

Sinds de jaren tachtig is de macht in deze sloppenwijken in handen van een aantal van ’s werelds meest meedogenloze bendeleiders. Dat weerhoudt Cabral Filho en zijn secretaris belast met openbare veiligheid, José Mariano Beltrame, er niet van om krachtdadig op te treden. Als wapen van eerste keuze zetten zij daarbij de spijkerharde BOPE-brigade in, een bataljon van Rio’s militaire politie dat bekend staat om zijn compromisloze aanpak. De BOPE rookt de lokale bendeleiders eerst uit, waarna de UPP de leiding overneemt en functioneert als vredebewaker.

De mannen van BOPE zijn tot de tanden toe bewapend en met gemak in staat een middelgrote oorlog te voeren. Dat laatste is ook precies waar de Braziliaanse autoriteiten door Amnesty International van beschuldigd worden.

Het zijn geen lieverdjes, daar bij BOPE, en ze lijken een zorgwekkende fascinatie te hebben met onderdelen van het menselijk skelet. Het BOPE-logo wordt gesierd door een aantal dolken die een doodshoofd doorboren en een van de pantservoertuigen van deze elitetroepen van de militaire politie draagt de aansprekende naam Caveirão, hetgeen zoveel betekent als ‘grote schedel’. Het zal weinig verbazing wekken dat daar waar BOPE verschijnt, de criminaliteit een duidelijk dalende tendens vertoont.

Wij arriveren bij Vidigal in een Volkswagen-bus. Een Transporter T2c om precies te zijn. Een aandoenlijk blikken geval waar je met gemak met je pink een deuk in duwt. Zoek vooral niet naar airconditioning of stuurbekrachtiging, want die heeft de T2c niet. In een gebied dat ooit tropisch regenwoud was, betekent dat fors zweten voor de bestuurder. Om ons heen dartelen vrolijke kinderen en we passeren tientallen kraampjes, winkeltjes, fruitstalletjes en kleine supermarktjes. Voor ons slingert de weg steil omhoog. Aan weerskanten wrakke kleine hutjes en stulpjes die op magische wijze overeind blijven staan. Tegen een witte muur staat een UPP-agent; wapen in de aanslag. Bij het zien van de VW-bus ontspant hij enigszins. Kennelijk vormen we geen bedreiging.


Verbazend genoeg is de T2 al sinds 1957 ononderbroken in productie in VW’s fabriek in São Bernardo do Campo. De VW-bus vestigt daarmee een wereldrecord als langst in productie zijnde automodel. Nog curieuzer is het dat de verkopen van deze klassieke VW-bus vorig jaar met vier procent zijn gestegen tot circa 30.000 stuks per jaar. Geen geringe prestatie, zeker wanneer je beseft dat de verkoopprijs omgerekend een stevige 20.000 euro bedraagt. In totaal zijn er sinds 1957 ongeveer 1,5 miljoen exemplaren van de VW-bus gebouwd en het lijkt erop dat de meeste daarvan nog vrolijk rondrijden.

Het idee voor de VW-bus is zoals bekend afkomstig van de Nederlandse VW-importeur Ben Pon. In Wolfsburg zag hij een zogenaamde Plattenwagen rondrijden, een op het chassis van de Kever gebaseerd vrachtvoertuigje. Pon werkte dit idee verder uit en maakte de eerste schetsen van wat later de VW-bus werd. Mede door de eenvoud van het ontwerp is er geen goedkopere manier om overdekt een flinke lading te vervoeren.

'Net als de oorspronkelijke Mini, de Fiat 500 en de VW Kever, maakt het VW-busje onlosmakelijk deel uit van ons mobiele erfgoed'

Er is wel het een en ander veranderd in Rio. Tijdens een eerder bezoek, eind jaren negentig, waren de waarschuwingen niet mis te verstaan. Het werd sterk ontraden om na het invallen van de duisternis naar buiten te gaan. In die tijd ging het gerucht dat het zelfs wel eens voorkwam dat een nietsvermoedende toerist na het nuttigen van een paar cocktails op het strand in slaap dommelde, om pas 48 uur later – ontdaan van wat vitale organen – wakker te worden. Drugscriminaliteit in de favela’s is tot daaraan toe, maar dergelijke akkefietjes zijn niet bevorderlijk voor het toerisme.

Tegenwoordig is het gelukkig een stuk veiliger, zonder dat de stad daarbij zijn ondeugende imago heeft verloren. Zelfs buiten de carnavalsperiode zindert en stoomt Rio van de levenslust. In deze stad draait alles om blijmoedigheid, dynamiek en plezier. Waar ter wereld vind je zoiets als de Sambadrome? Een megagrote tempel gewijd aan muziek en dans. Ook het Maracanã-voetbalstadion is niets minder dan een kathedraal, een sacraal monument voor de nationale sport. Rio’s echte kathedraal valt er bij in het niet. Die echte kathedraal is ook een merkwaardig gebouw om te zien en lijkt nog het meest op een door de Maya’s gebouwd ruimteschip.

Voor het overige bestaat Rio’s architectuur uit een eclectische mix van koloniale paleizen, gebouwen die verwijzen naar de tijd dat Rio de Janeiro de hoofdstad van Brazilië was (van 1763 tot 1960) en moderne gebouwen in de stijl van de in Rio geboren grootmeester van het beton: Oscar Niemeyer.

De kleurrijke miljoenenstad wordt ingelijst door aan de ene kant 55 kilometer strand, waaronder het bekende Ipanema, Copacabana en Leblon, en aan de andere kant spectaculaire, rijk begroeide berghellingen met als hoogtepunt de Corcovado, waarop het overbekende, reusachtige beeld van Christus de Verlosser (Cristo Redentor) zijn armen over de stad uitstrekt. Een imposant tafereel. Rio is visueel dan ook zonder twijfel een van de meest indrukwekkende steden ter wereld.

We willen zoveel mogelijk van deze levendige stad zien en onze speciale aandacht gaat daarbij natuurlijk uit naar de lokale Braziliaanse vervoermiddelen.


De favela’s horen bij Rio en om die op waarde te kunnen schatten, worden we vergezeld door Fabiano, een medewerker van VW’s Braziliaanse hoofdkantoor in São Paulo, en twee potige bodyguards. Onze lijfwachten zijn voormalige politiemensen, die nu in dienst zijn van VW. Waarschijnlijk staan er bij VW’s hoofdkantoor in Wolfsburg een stuk minder van dit soort kloeke knapen op de loonlijst. We amuseren ons intussen door in de spiegeltjes te kijken naar het nerveuze gepluk aan hun snorren en de VW Passat waarin ze ons volgen. De fileproblematiek in Rio is naar verluidt niet zo ernstig als in São Paulo, maar het verkeer staat toch goed vast.

De bekoringen van de VW-bus verliezen snel hun glans. Voor bijna 20.000 euro is er ook weinig dat kan bekoren of verrassen. Beter gezegd, er is weinig dat kan bekoren, maar wel veel dat kan verrassen. In negatieve zin weliswaar.

Net als de oorspronkelijke Mini, de Fiat 500 en de VW Kever, maakt het VW-busje onlosmakelijk deel uit van ons mobiele erfgoed. Zozeer zelfs, dat het onmogelijk is om niet te vallen voor de charmes van de bus. En toch: als er één ding duidelijk wordt, dan is het wel dat er in de autowereld enorm veel verbeterd is sinds 1957.

Zo is er de niet onbelangrijke uitvinding genaamd kreukelzone. Een slim idee, dat onder meer voorkomt dat je gespiesd kunt worden door je eigen stuurkolom. Zo’n kreukelzone heeft onze bus niet, dus wij leven in het rotsvaste vertrouwen dat iedere frontale aanrijding fataal is.

Vage, zweverige stuurbekrachtiging is iets verschrikkelijks. Ook daarvan geen last. Een eenvoudige taak, zoals het wegrijden van een parkeerterrein, is plots een serieuze fysieke activiteit, vergelijkbaar met een kwartier joggen. Wat ook opvalt, is het dashboard. Bij sommige instapmodellen zie je ze wel eens: een dashboard dat je er steeds aan herinnert dat je in de allergoedkoopste versie rijdt. Overal van die vakjes waar eigenlijk knopjes horen te zitten van accessoires die je niet hebt besteld. Een treurig beeld en fnuikend voor je ego. Het dashboard van onze bus is net zo. Eén en al mogelijkheden voor schakelaars die er niet zijn en waarvan het een raadsel blijft waarom ze er zitten.

Boven het hoofd van bestuurder en bijrijder kleeft tegen het dak een armetierig stukje vilt. Daarachter slechts onbekleed metaal, waarop aan de andere kant de zon onverbiddelijk brandt.

Toch kunnen 30.000 masochistische Brazilianen het niet allemaal bij het foute eind hebben. Rijden in de VW-bus is best een grappige ervaring en zodra je een beetje vaart hebt, is zelfs het sturen niet langer voorbehouden aan mannetjesputters met de fysiek van een orang-oetan.

Wij begeven ons op weg naar Urca, een welgestelde wijk van Rio de Janeiro in de Zona Sul, die wordt gedomineerd door een militaire basis. Ondanks de overvloedige aanwezigheid van geüniformeerd personeel is ook dit deel van de stad rijkelijk voorzien van straatkunst. Zo gaat dat in Rio: de wetgever heeft het aanbrengen van graffiti en andere kunstvormen niet langer strafbaar gesteld, vooropgesteld dat de eigenaar van het object waarop het wordt aangebracht ermee akkoord gaat.


Urca ligt aan een prachtige baai en er is een overvloed aan weelderige, subtropische begroeiing. Hier zijn zelfs de rotswanden voorzien van graffiti. Het is één groot schilderij. De wijk Lapa is zo mogelijk nog kleurrijker. We zijn getuige van tv-opnamen voor een van Brazilië’s bekendste soaps. Terwijl in het ene portiek acteurs en cameramensen hun werk doen, ligt een deur verder een dakloze met een rode deken over zijn hoofd een reeks verwensingen over de crew uit te storten. De clochard wordt opnieuw in zijn rust gestoord door onze Volkswagen-bus, die vergeefs tracht om met slippende wielen over de gladde kasseien een nauwe haarspeldbocht te beklimmen. Het ontbreekt de VW-bus volledig aan grip en de situatie wordt steeds komischer.

Het meest recente type Volkswagen-bus, de T2c, is voorzien van een 1,4-liter Total Flex-motor, geschikt voor een benzine-ethanolmengsel, of zelfs voor pure ethanol. Volledig alcoholgestookt is ie zelfs een halve seconde sneller van 0 naar 100 km/u (16,1 seconden) dan op het benzine-ethanolmengsel. Zodra je dat soort snelheden hebt bereikt, lijkt het door het gebrek aan interieur en massa wel alsof je vliegt.

'Kinderen zijn maar al te graag bereid hun balbeheersing te demonstreren tegen de zijkant van onze VW bus'

We kennen even een angstig moment als een tropische regenbui onze snelheid terugbrengt tot een slakkengang. Een tandenloze zwerver op blote voeten tracht zich bij ons naar binnen te wurmen in de hoop te kunnen schuilen voor de regen. Vanzelfsprekend heeft de VW geen centrale vergrendeling en de man neemt een snoekduik naar de schuifdeur. Verrast door het feit dat de deur niet naar buiten opengaat, staakt hij zijn poging om ons gezelschap te houden en kijkt ons mompelend en met afkeurende blik na.

De weg naar Vidigal is druk, maar het geeft ons een kans om op ons gemak de indrukwekkende tunnels en het enorme Christusbeeld te bekijken.

Brazilië is, na de VS, China en Japan, de op drie na grootste nieuwe automarkt ter wereld. Bijna iedere grote autofabrikant is er vertegenwoordigd. De enorme infrastructuur rond Rio de Janeiro is indrukwekkend. Samen met de andere BRICS-landen: Rusland, India, China en Zuid-Afrika, is de ooit zo corrupte Braziliaanse economie bezig aan een enorme opmars. Desalniettemin blijft armoede een groot probleem en dat zie je op de straten van Rio. Een ongelooflijk aantal oude wrakken bevolkt de wegen. Maar er zijn ook voldoende nieuwe modellen. Fiat was in 2012 koploper, met bijna 800.000 verkochte auto’s. Volkswagen daarentegen is op de een of andere manier veel zichtbaarder in het Braziliaanse straatbeeld, en daarom zijn de meeste Brazilianen er nog steeds van overtuigd dat VW de meeste auto’s verkoopt.

In 1973 introduceerde VW de Brasilia. De eerste auto die speciaal voor deze Zuid-Amerikaanse markt werd ontworpen. Tien jaar later, in 1983, stond de teller op 1.000.000 geproduceerde Brasilia’s. In de jaren tachtig verscheen de Volkswagen Gol (‘doelpunt’), een afgeslankte versie van de Scirocco, die sindsdien al 25 jaar lang de best verkochte auto van Brazilië is. De meest recente uitvoering van de Gol ziet er zelfs beter uit dan de Polo.


In de file hebben we ruimschoots de tijd om nog wat andere Braziliaanse VW-favorieten te bekijken. Een wat merkwaardig ogende vierde generatie Golf, met komisch aandoende achterlichten en koplampen en een nutteloos soort pick-up, genaamd de Saveiro (houd ‘m vooral lekker daar, we hoeven ‘m niet!).

Ford maakt het ook bont, met een aangepaste versie van het oude model Ka, maar dan met een futloos frontje en een nog dikkere kont dan we gewend zijn. Verder rijden er talloze armzalige GM-modellen, zoals de Chevrolet Celta en Montana, waarvan het nauwelijks de moeite waard is om er op internet je zoekmachine op los te laten.

Wanneer je nog wat verder zoekt, openbaart zich een wereld van nog veel merkwaardiger vehikels. Ooit vonden Volkswagen Brazilië en Ford Brazilië elkaar in de joint venture Autolatina en daar kwamen heel droevige kindertjes uit voort als de Ford Verona (Volkswagen Apollo), de Ford Versailles (VW Santana) en de ongelukkigerwijze uit de vergetelheid opgehaalde Ford Corcell en Corcell II, wat in basis niet meer was dan het opgewarmde restant van een al overleden model, de Renault 12.

Wanneer we Vidigal binnenrijden, staat langs de kant van de weg het karkas van een stokoude auto. Merk en type vallen niet meer te achterhalen. Voorzichtig banen we ons een weg door de favela, geflankeerd door onze VW-bodyguards en een escorte van de UPP. Het is overduidelijk dat de harde aanpak van de criminaliteit vruchten afwerpt. De aanpak mag omstreden zijn, maar wat we zien is een vrolijke gemeenschap, vol vrolijke mensen en bedrijvigheid, op een zonovergoten berghelling. Het is te hopen dat deze mensen eens een fatsoenlijk bestaan kunnen opbouwen en dat ze kunnen genieten van hun op de bendes terugveroverde steden voordat de projectontwikkelaars met grondspeculatie hun slag slaan. Er zijn namelijk sterke aanwijzingen dat speculanten op het punt staan om op deze plek toe te slaan. Het fantastische uitzicht op de Atlantische Oceaan verklaart waarom.

Bovenop de berg treffen we een uitgelaten groepje jonge kinderen die vol vuur tegen een bal staan te trappen. Ze zijn maar al te graag bereid hun balbeheersing te demonstreren tegen de zijkant van onze VW bus. Net boven ons staat een identieke bus geparkeerd op een terrein dat uitzicht biedt over de stad en de oceaan. Onwillekeurig glijdt er bij het zien van het bekende silhouet van de VW-bus een glimlach op je gezicht. Dat is het mooie van deze bussen. Ze zijn aandoenlijk en onschuldig. Dat is iets moois in deze niet zo onschuldige wereld.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Lees meer over volkswagen