In een bescheiden gebouw naast de Seat-fabriek, net buiten Barcelona, worden alle drie de touringcar-racers van de Volkswagen Groep gemaakt: de VW Golf GTI TCR, de Audi RS 3 LMS en de Seat Leon Cup Racer. In de maanden voor het seizoen begint, bouwen ze er zo’n tien per week voor klanten overal ter wereld.
De auto’s – die technisch identiek zijn – beginnen als kale, van de reguliere productielijn geplukte carrosserieën en worden met de hand aangepast. Onnodige zaken als de gordelophanging worden verwijderd en er worden versterkingen en rolkooi-montagepunten aangebracht. Men maakt ruimte voor een nieuwe benzinetank en snijdt een stuk uit de middentunnel om de bestuurdersstoel centraler te kunnen plaatsen.
Waarvan is de Seat Leon Cup Racer gemaakt?
Er wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van fabrieksdelen, al zijn de veerpoten en de remmen uiteraard niet standaard. Voorin komt een doodnormale 2.0 TSI-motor te liggen, dezelfde als in GTI’s en Cupra’s voor op de straat. De enige aanpassing heeft te maken met de olietoevoer, en daarnaast zijn er een andere uitlaat, luchtfilter en software. Zo is de motor relatief goedkoop te onderhouden en repareren. Daarnaast heb je de keuze uit een DSG-bak – met aangepaste verhoudingen – of een sequentiële racetransmissie. De laatste is spectaculairder, maar ook duurder in aanschaf (het scheelt 25.000 euro) en onderhoudsgevoeliger: na 2.000 kilometer moet hij doorgaans gereviseerd worden.
We mogen kort rijden op het circuit van Castellolí. Op zoek naar de maximale ervaring gaan we voor de versie met sequentiële bak. De koppeling gebruik je alleen om weg te rijden en te stoppen. Het aangrijpingspunt is kort; we komen hakkelend op gang, rollen de pits uit en gaan ervoor.
Hoe was de ervaring op het circuit met de Seat Leon Cup Racer?
Eerst is er lawaai – de dreun van de motor, het gieren van de bak – en een constante, dwingende versnelling. Dan realiseer je je dat je moet remmen, en gebeurt er niks omdat je niet hard genoeg trapt; dit is geen bekrachtigd doetjespedaal. De besturing is daarentegen gemoedelijk: redelijk licht, niet overdreven direct. Toch is het oppassen geblazen, want als je nog remt terwijl je al instuurt, heb je kans dat je achterstevoren eindigt. De voorkant heeft zoveel grip dat hij in staat is de auto om zijn as te laten tollen.
De slicks kleven als bloedzuigers en het duurt niet lang voor we doorhebben dat we daarom zo’n beetje alles kunnen maken. Later remmen, vroeger op het gas, harder de bocht uit. De stabiliteit is ontzaglijk. Alleen durven we in snelle wendingen het gas er nog niet op de houden; bij welke snelheid de benodigde downforce komt en gaat, dat leren we niet binnen twee rondjes.
Puffend en steunend rollen we weer de pits in. Of dit je euroton in aanschaf waard is, plus een klein fortuin in running costs gedurende een raceseizoen? Laten we zeggen dat we nu allereerst even gaan kijken hoe ons huis in de markt ligt. En mocht dat niks worden, dan kunnen we altijd proberen om nog een ritje in deze auto te winnen via Seats online-competitie (zie leoncupraonline.cloudsport.es en doe je best).
Seat Leon Cup Racer
Motor
1.984 cc
viercilinder turbo
350 pk @ 6.200 tpm
420 Nm @ 2.000 tpm
Aandrijving
voorwielen
6v sequentieel
Prestaties
0-100 km/u in 5,2 s
top 267 km/u
Verbruik (gemiddeld)
n.b.
CO2 n.b.
Afmetingen
4.363 x 1.950 x n.b. mm (l x b x h)
2.666 mm (wielbasis)
1.150 kg
tankinhoud n.b.
bagageruimte n.v.t.
Prijzen
€ 115.000 (NL)
€ 115.000 (B)
Vonnis:
Een relatief toegankelijke manier om jezelf een professionele touringcar-coureur te wanen. Sprokkel gewoon even een paar gewillige sponsoren bij elkaar en heb de tijd van je leven. Ha, was het maar allemaal zo makkelijk...
Reacties