Autotest: Seat Leon FR 2.0 TFSI dsg

Nu de huidige generatie van de Seat Leon zijn laatste facelift heeft ontvangen, springen de wijzigingen niet direct in het oog. Op zich toch best knap (en moedig) van Seat om dingen te veranderen die nauwelijks de aandacht trekken. Het interieur daarentegen werd gelukkig wel naar een hoger plan getild. Het oude Fisher Price-dashboard oogt wat volwassener.

 

Dat ook de fabrikant zich bewust is van de minimale wijzigingen, blijkt wel uit het feit dat ze tijdens de presentatie de vernieuwde variant in de oude laten overvloeien. Digitaal, op het scherm, uiteraard. Nadat ze dit twee keer hebben herhaald, zien we eindelijk een ‘afwijking’. Ga er maar eens voor zitten. Een nieuwe grille met dunnere lamellen, een kleiner Seat-logo en een iets andere belijning voor de bumper. Jawel, daarmee kan de Spaanse bolide nog jaren vooruit. Vergeten we nog een gewijzigde achterbumper, nieuwe lichtunits en de 37 millimeter grotere achterruit. Belangrijk detail!

 

Zoals gezegd is in het interieur een grotere stap voorwaarts gezet. Al zijn het nog steeds knetterharde, plastic elementen die de dienst uitmaken. Het instrumentarium ziet er echter veel beter uit, net als het dikkere stuur met nieuwe bedieningstoetsen uit onder meer de Ibiza. Ook de knoppen en de vorm van de middenconsole ogen weer bijtijds.

 

Seat heeft voor ons een aantal modellen klaargezet. Wij gaan natuurlijk voor de FR met tweeliter turbomotor. Inderdaad: de motor uit de Golf GTI. Dus met 210 pk? Nee, dat is voor Seat wat aan de bescheiden kant. In de vernieuwde Leon FR levert de turbomotor ‘liefst’ 211 pk. Verschil moet er zijn. Helaas ook als het gaat om de beleving. En dit keer niet in het voordeel van de Leon. De muzikanten die het geluid uit de uitlaten van de GTI hebben gecomponeerd, zijn waarschijnlijk in een klein kamertje opgesloten binnen de poorten van de Volkswagen-fabriek. Het geluid dat de GTI ten gehore brengt is fantastisch. Dat van de Leon FR is daar een slap aftreksel van. Een gemiste kans. De FR is, naast de extremere Cupra en Cupra R, immers wel de sportieveling van het Seat-gamma. Maar het lijkt erop dat het merk een andere weg wil in slaan.

 

Ook de afstemming van vering en demping is namelijk minder hard. Volgens de fabrikant een vurige wens van de bestuurders van de vorige FR. Met andere woorden, is de vernieuwde FR een dweil op de weg met een stofzuigergeluid? Nee hoor, wees gerust, je kunt de hatch nog altijd met een stevige rechtervoet over het asfalt jagen, zonder dat je daarbij misselijk wordt van het schommelen van de carrosserie. Korte opeenvolgende oneffenheden verwerkt ie daarentegen met wat meer gevoel. Het resultaat van een meer comfortabele afstemming.

 

En het geluid dan? Als je je oren spitst, dan hoor je af en toe een plofje in de uitlaat bij het overschakelen. Althans, als je voor de razendsnel schakelende DSG-transmissie hebt gekozen. Op hoge snelheid overstemt het windgeruis rondom de carrosserie het motorgeluid.

 

Ook geleend van de GTI is het elektronische sperdifferentieel (XDS), een uitbreiding van het stabiliteitssysteem. Het zou in theorie onderstuursituaties het hoofd bieden. Is dat ook zo? Als je het te gek maakt, schuift-ie natuurlijk nog steeds (veilig) over zijn voorwielen weg. Ben je echter met beleid stevig aan het doorrijden (ja, dat kan), dan kun je enig voordeel behalen uit XDS. Het doorslippend binnenste wiel wordt namelijk met gedoseerde remingrepen op gelijke snelheid gebracht met het wiel dat wel grip heeft. Je houdt zodoende de beschikking over het maximaal vermogen. En dat maakt de FR best prettig.