Autotest: Vauxhall Monaro VXR500

Wie herinnert zich nog de Opel Omega? Juist ja, die grote sedan waar oude mannen met veertjes op hun vilten hoedjes met daarnaast een vrouw gekleed in een gebreid vestje in reden. Bij ons is hij niet meer, maar het Australische merk Holden (ook GM) maakte er de VT van, het coupémodel werd Monaro gedoopt. Top of the bill is de Monaro VX, een bullebak met een vette V8 erin. De Engelse importeur verving de Holden-badges door Vauxhall-schildjes en zie daar: de Britten hadden een regelrechte musclecar tot hun beschikking. Kennelijk vond een of andere nitwit dat de VX nog te weinig pit in zijn donder had, dus liet hij er bij een tuner een compressor op schroeven. Het vermogen bedraagt nu 500 pk, op het typeplaatje staat VXR500.

 

De Monaro VXR500 leer je in een kwartiertje kennen. In die tijd heb je niets anders meegemaakt dan een jankende supercharger, rokende banden en kramp in je kaken van het grijnzen. Je vraagt je na afloop serieus af of hier in navolging van de pakjes sigaretten ook allemaal enge foto’s en waarschuwingen op moeten worden geplakt om te waarschuwen tegen de gevaren.

 

Onder de kap is het een Mekka voor liefhebbers van naakt staal. Geen kunststof afdekkapjes, nee, gewoon alles open en bloot. De blower zit als een metalen boerenknipbrood tussen de cilinderrijen. De cijfers zijn indrukwekkend. Je hebt nog geen vijf seconden nodig om van nul naar honderd te gaan, de top ligt niet ver van de 300 km/u. Toch zal het geen hond lukken om die acceleratie te halen. De termen ‘tractie’ en ‘VXR500’gaan niet samen. Deze mastodont heeft zoveel kracht dat de achterwielen bij elke acceleratie als een gek gaan spinnen. Dus ook tijdens een tussensprint bij 130 km/u in zijn drie. De Engelsen hebben een mooie kreet voor zo’n auto: two turning, two burning. En over sturen gesproken: daar schort wel het een en ander aan, maar daar leer je mee leven. Dat geldt ook voor de middelmatige wegligging. Het is in ieder geval al beter dan onze Omega van weleer.

 

In Nederland zul je deze auto niet zo snel aantreffen. Hij is groot, zuipt behoorlijk en is eigenlijk alleen maar leuk als showboot. Bovendien, waar kun je nu nog heerlijk rustig je banden oproken zonder dat je van een smeris een artikeltje vijf aan je broek krijgt? Laat maar lekker aan de overkant.