Nee, 2016 is nou niet bepaald een jaar geweest waarin vaste waarden erg vast bleken te staan, toch? Brexit, de verkiezing van Donald Trump, de dood van Prince: wie nog denkt dat er uitgemaakte zaken bestaan, die moet in 2017 maar eens langs de spiegel lopen en zichzelf goed in de ogen staren.
Is er nog hoop?
Daarentegen zal een snelle Audi TT – zelfs eentje met 400 pk zoals deze raketachtige TT RS – nog steeds niet op kunnen tegen de beste M van z’n generatie, toch? De BMW M2 is alles wat z’n grotere broer, de M4, niet is: een vriendelijke, vermakelijke sportcoupé die het moet hebben van z’n relatief eenvoudige doch doeltreffende opzet. De BMW heeft dus alleen maar iets te verliezen. Maar als gezegd: er zijn afgelopen jaar al vreemdere dingen gebeurd.
De TT RS sputtert zo flatulent tot leven nadat je de rode startknop op het stuur hebt ingedrukt, dat het verbazing wekt dat ie daarna nog benzine overheeft om nog wat snelheid uit z’n 2,5-liter turbomotor te halen. In werkelijkheid weet ie het met z’n vijf cilinders – voor z’n vooras – een Ferrari 360 bij het optrekken nog knap lastig te maken. Sterker: dankzij z’n vierwielaandrijving en transmissie met dubbele koppeling haakt ie zomaar aan bij een Enzo.
Wat zit erop en eraan?
De door ons geteste RS heeft optioneel koolstofvezel, optioneel alcantara, optionele rode accenten en twee standaard ‘Super Sport’-stoelen, die je op een prettige manier vastgrijpen en ervoor zorgen dat je kont bijna op het asfalt hangt. We vinden deze cockpit beter dan die in de huidige R8 – de verwarmingsknoppen zijn makkelijker te bedienen, je kunt beter bij de opbergvakjes, en het geheel is meer op de bestuurder gericht.
Een blik op de optielijst leert dat deze Audi, net als z’n stalgenoten, al snel heel wat meer kost dan het standaardmodel als je begint met aanvinken. Een paar duizend euro is niets in dit universum, en 10.000 euro eigenlijk ook niet – en dan hebben we nog niet eens de beschikking over instelbare ophanging of keramische remmen. De BMW, verhoudingsgewijs simpel uitgerust met een handbak, mooi iDrive-infotainment en de duurste lak, is aanzienlijk betaalbaarder.
Let wel: geen van beide auto’s kun je op dit moment gewoon kopen. De wachtlijst voor de BMW is enorm, en de Audi was in feite al uitverkocht voordat iemand een proefrit had kunnen maken. Niet dat we geen TT RS zouden willen hebben: de exquisiete details, het schitterende interieur en het gemak waarmee je ‘m rijdt, maken allemaal een erg sterke eerste indruk.
Hoe rijdt het nou echt?
Naarmate je meer met ‘m rijdt, valt op dat het turbogat nadrukkelijker aanwezig is dan bij de recente viercilinder turbo’s van Audi, dat ie bij hoge snelheden minder vertrouwenwekkend op z’n wielen staat (althans met de standaarddemping die wij tot onze beschikking hebben), en dat de pedalen te hoog staan, zodat je zitpositie wat vreemd gekromd is – tenzij je behoort tot de enigszins ouderwetse menssoort met korte beentjes en een lange romp.
De TT RS geeft zichzelf aan je bloot vanaf het allereerste moment. Je vertrekt, je gaat hard, en al z’n talent komt meteen naar boven. De M2 vraagt meer van je, als je tenminste niet wilt blijven steken bij het idee dat ie ‘gewoon’ een excellente, dikke 2-serie is die in staat is tot bijbels bandengeweld.
Wat is het beste aan de M2?
Dat is, zonder enige twijfel, z’n achterwielaangedreven opzet die zich in alles kenbaar maakt. Er is een tastbaar moment waarop het koppel het overneemt en je de auto voelt verstrakken, waarna ie zichzelf vooruitduwt vanaf z’n achteras – een beetje als een zwemmer die keert en zich afzet tegen de wand van het bad.
Dat is allemaal te danken aan het onderstel – het aardse, responsieve, bemoedigende onderstel dat de ster is van deze BMW. De M2 is een auto die groter is dan de som van z’n delen. De besturing? Best afstandelijk. De bak? Prima, maar een beetje knoestig. De remmen? Krachtig, maar het pedaal is zo zompig als de besturing. En de motor van de M2 lijdt – hoewel hij scherper reageert dan die van de Audi – onder een gebrek aan karakter en lijkt bij het maximale toerental met tegenzin z’n werk te doen. De motor van de Audi is eerlijk gezegd gewoon beter dan die van de BMW. De zes-in-lijn is een goede, solide en mooie motor, maar hij ontbeert een beetje de kwaliteit die je van een M verwacht.
Maar maakt dat uit?
Nee, het maakt allemaal niet veel uit, want dat ie niet op alle afzonderlijke punten even hoog scoort, neemt niet weg dat ie alles weet samen te smelten tot de meest toegankelijke, benaderbare en best op jouw input reagerende M van z’n generatie. Hij is goed als jij goed bent, maar hij straft je niet als je even een wat mindere dag hebt. Hij voelt breed, gespierd en woest aan – een beetje als een bodybuilder, als het ware.
Terug in de TT RS, want ook daar heerst geen armoede. De druk op de vooras is 26 kilo minder zwaar geworden door het gebruik van een lichtere aluminium motor. Dit heeft de RS enorm veel goed gedaan. Je zou met je ogen dicht gewoonweg niet geloven dat deze TT een familielid is van de vervaarlijk zwaar op de vooras leunende RS3. Hij gedraagt zich veel meer als de TT S – hij is meteen al ontzettend snel, en blijft dat eigenlijk constant.
Daardoor valt de teleurstelling mee als je merkt dat de besturing wat gevoelloos is en de remmen wat te veel zijn bekrachtigd, en dat ie daardoor op zichzelf niet zo opwindend rijdt – op z’n oogbolverschroeiende en het kruis van je broek bevochtigende snelheid na, dan. Dat zit zo: het is een TT. Dat was simpelweg nooit de scherpst rijdende Audi, de TT. Maar deze RS is wel de beste TT die Audi ooit heeft gebouwd. Hij loopt over van de turbokracht, de grip, de beweeglijkheid en van de pret. Vreemd genoeg heeft ie nog steeds niet zo’n goed onderstel als een snelle Golf, echter.
En de winnaar is?
Dat gezegd hebbende, zal de TT RS je toch niet in dezelfde mate weten te verleiden als wat waarschijnlijk dus de beste M van z’n generatie is: de M2. De BMW is goed genoeg om uit te stijgen boven alle andere in dit artikel gebruikte superlatieven. Hij is aanstekelijk lollig: ten dele een M zoals een M ooit bedoeld was, voor een ander deel een moderne held. Vanbinnen is ie niet de meest moderne, of de meest verfijnde, maar het rijden in een auto die als enige doel lijkt te hebben om jou aan het lachen te maken, dat is een trend die nooit uit de mode zal raken.
Specs Audi TT RS:
Motor:
2.480 cc
vijfcilinder turbo
400 pk @ 5.850 tpm
480 Nm @ 1.700 tpm
Aandrijving:
vier wielen
7v automaat
Prestaties:
0-100 km/u in 3,7 s
top 280 km/u (optie)
Verbruik:
8,2 l/100 km
187 g/km
CO2 G label
Afmetingen:
4.191 x 1.832 x
1.344 mm (l x b x h)
2.505 mm (wielbasis)
1.440 kg 55 l (benzine)
305 / 712 l (bagage)
Prijs:
€ 87.900 (NL)
n.n.b. (B)
Specs BMW M2:
Motor:
2.979 cc
zescilinder turbo
370 pk @ 6.500 tpm
465 Nm @ 1.400 tpm
Aandrijving:
achterwielen
6v handbak
Prestaties:
0-100 km/u in 4,5 s
top 250 km/u
Verbruik:
8,5 l/100 km
199 g/km
CO2 G label
Afmetingen:
4.468 x 1.854 x
1.410 mm (l x b x h)
2.693 mm (wielbasis)
1.570 kg 52 l (benzine)
390 l (bagage)
Prijs:
€ 79.990 (NL) – 7v automaat
€ 59.350 (B)
Vonnis Audi:
15/20
Audi TT RS: waarschijnlijk de makkelijkste auto ter wereld om hard mee te rijden. Tevens de auto die het beste geluid maakt voor z’n geld
Vonnis BMW:
17/20
BMW M2: verliest het op pure kwaliteit van de Audi, maar wint het met een vlotte voorsprong als het gaat om ongebreideld rijplezier
Reacties