Gran Turismo’s zijn er voor de welgestelden van deze wereld. Liefhebbers van sportief autorijden, maar die dat niet beperken tot de boulevard. De paden op en de lanen in met de Lotus Europa S en de Audi TT.
Tja. Spreek nu over Gran Turismo en een hele schare gamefans is onmiddellijk geïnteresseerd. Maar wij denken aan lange tochten met fraaie 2+2-zitters, waarmee je als trotse bestuurder grandeur uitstraalt. Niet alleen over de boulevards paraderen, niet alleen goede sier maken met of naar vrouwelijk schoon – maar het echte reisgenot van de groottoerist. ‘Schat, vanavond dineren in Nice?’
De echte GT’s hebben dus ook een kofferbak waarin de avondkleding een plaatsje kan vinden. En nee, plaats voor twee golftassen is er niet. Niet nodig ook, want met een echte GT gaat het om de rijdynamiek. Dus is er geen lol aan om twintig haarspeldbochten te nemen terwijl je golfclubs in elke bocht van links naar rechts rollen om van binnenuit je wielkasten uit te kloppen. De nieuwe Audi TT is een fraai voorbeeld van een volbloed GT: de viercilinder turbomotor – met de directe benzine-inspuiting waar Audi furore mee maakt – verleent de vederlichte TT de prestaties die je van een GT verwacht. Wel enigszins a-typisch is de voorwielaandrijving. Natuurlijk kun je ‘m ook bestellen met vierwielaandrijving, maar dan zit er meteen een dikke drieliter V6 bij de deal inbegrepen – en daarvoor betaal je in dubbel opzicht een prijs: extra gewicht en dus minder lichtvoetigheid.
Tijd om onze onverwachte mystery guest in de ring te roepen: de Lotus Europa S. Die zou je niet onmiddellijk op dit strijdtoneel verwachten. Maar we volgen voetstoots de beweringen van Lotus die dit model aanprijst als een echte GT. Dat wekt wel enige verwondering, want Lotus kennen we als de fabrikant van buitengemeen Spartaanse sportievelingen die meer uitnodigen voor een rit over een circuit met bij voorkeur asfalt dat zo vlak is als een biljartlaken, dan voor een toerrit over weinig vergevingsgezind wegdek. In een beetje Lotus kun je het voelen als je over de schaduw van een lantaarnpaal rijdt. Ook in de Europa S? Yep. Ook de Europa S is snoeihard geveerd.
In andere modellen van Lotus monteert men motoren van Toyota, terwijl nu de paardenkrachten van stal worden gehaald met een motor van Opel. En die motor kan dan wel uitermate verleidelijk net voor de achteras zijn geplaatst en dus het predikaat ‘middenmotor’ dragen, je zult als koper toch niet tegen je vrienden te koop lopen met het feit dat zij in hun Astra dezelfde motor hebben. Nee, tegen je vrienden zeg je dat elke pk slechts vijf kilo in beweging hoeft te brengen. Lotus is namelijk een meester van besparingen en weglatingen. Het goede nieuws is dat de prestaties fenomenaal zijn, maar dan dient het uithoudingsvermogen van de bestuurder – en als hij al een passagier meekrijgt, dan ook dat van zijn passagier – minimaal even uitzonderlijk te zijn.
Vergeet om te beginnen alle grandeur als je probeert in te stappen in de Europa S. Het helpt waarschijnlijk als je het formaat en het atletisch vermogen van Yuri van Gelder hebt, maar dat hebben wij beiden niet. Dat je rechterbeen eerst moet, is onmiskenbaar en dus zal je rechterschouder wel nagenoeg tegelijkertijd in de Lotus belanden. Maar dan hangt het linkerdeel van je lichaam nog ergens krampachtig boven die enorme dorpel. Vergeet het dus ook maar dat je na de angstvallige tien seconden dat je met je lichaamsdelen in het luchtledige zwaait in de Lotus plaats kunt nemen zonder de lachers op je hand te krijgen. Vergeet vooral ook dat de beweging in omgekeerde richting nog vele malen halsbrekender zal zijn. Vergeet kortom alle grandeur en vertel je nieuwe liefde dat zij de avondjurk pas ’s avonds aantrekt. Of haar rok. Of eigenlijk alles waardoor haar instap nog onflateuzer zou kunnen worden.
Stel je voor dat je eenmaal zit. Je moet er niet aan denken dat je een oprijlaan hebt met een hek en weer uit moet stappen. Of een handbediende garagedeur. Maar eens komt het moment dat je kunt blijven zitten en doen met de Lotus waar hij voor bedoeld is: gas geven. De keurige Opel-motor doet alsof hij een V8 is en overschreeuwt zich als een geoefende bariton. Veel bombarie, veel wol – de Europa S gaat er als een bezetene vandoor zonder acht te slaan op waardigheid of allure. In vergelijking met de Toyota-motoren in de Exige en Elise is de Opel-motor een veel beschaafdere aandrijving die je niet al te hoog in de toeren hoeft te jagen. Ook als de naald 3.000 tpm aanwijst, is er veel koppel aanwezig en dus zou je rustig kunnen cruisen en af en toe achteloos een inhaalmanoeuvre ondernemen, maar geef hem de vrije teugel en hij buldert het uit. Grandeur? Niet echt.
De Audi TT ondertussen is het toonbeeld van decentie. Instappen moet zelfs met een kokerrokje geen problemen opleveren – net als bij Yuri van Gelder gaat de vergelijking mank omdat we niet uit ervaring kunnen spreken. Audi is vele malen minder besparingsgezind dan Lotus en dus kun je de stoel in werkelijke elke denkbare positie manoeuvreren om prettig achter het stuur plaats te nemen. Het interieur van de TT ademt luxe en je kijkt je ogen uit naar alle zaken die Lotus zorgvuldig heeft weggestreept. Wat belangrijker is: Audi heeft de TT zelfs voorzien van comfortabele vering, waar de Lotus lijkt gebruik te maken van vaste en uitermate onbuigzame verbindingen. De TT veert! Met de Lotus Europa S stuiter je van hobbel naar hobbel en moet je de uiterst directe besturing voortdurend scherp in de gaten blijven houden om niet van koers te raken.
Laten we dus de aap maar uit de Lotus-mouw trekken. Bij alles wat de Europa S is – een GT is het absoluut niet. Jazeker, hij heeft ietsje meer bagageruimte dan zijn stalgenoten Exige en Elise. Maar die ruimte heb je nodig om eventuele avondkleding zorgvuldig op te vouwen. Die kleding wordt daar, zo naast de motor, alvast lekker opgewarmd trouwens. De gedachte is werkelijk onbestaanbaar dat bestuurder en passagier in avondkleding reizen – laat staan daarmee in- en uitstappen. En hoewel de motor cruisen mogelijk maakt en minder hitsig is dan de Japanners in Exige en Elise, wil dat nog niet zeggen dat de Europa zijn naam eer aan kan doen. Op en neer naar Nice? We dachten het niet. Onze suggestie: vraag of de nieuwe vlam in je leven naar het circuit komt om naar je te kijken als je met je Europa over het strakke asfalt raast. Bespaar haar je capriolen bij het in- en uitstappen. Haal haar ’s morgens op in je Audi TT, open de deur voor haar en laat haar gracieus plaatsnemen. Glimlach haar toe met je meest geraffineerde glimlach, geef gas en dineer bij kaarslicht.
Misschien dat je ’s avonds langs de Middellandse Zee loopt met je nieuwe vlam, de liefde van je leven wellicht. In een moment van opperste eerlijkheid zou je haar kunnen bekennen dat je niet zo’n atleet bent. Maar je bent wel een man met grandeur en je hebt stijl. Dan geeft het niks dat je geen Yuri van Gelder bent.
To GT or not to GT, that’s the question!
Natuurlijk schoten we onbedaarlijk in de lach toen Lotus ineens begon te doen alsof zij met de Europa S een GT op de markt wilden brengen. We wisten meteen zeker dat dat niet zou lukken. Hoort ook helemaal niet bij Lotus. Maar toen we uitgelachen waren, hebben we nog een tijdje zitten bomen om vast te kunnen stellen wat dan wél een echte GT is. Die vraag is net zo moeilijk om te beantwoorden als de vraag wie een echte man is. Op de redactie zijn wij het daar in elk geval nooit over eens.
Tamelijk objectief kunnen we zeggen dat een GT een auto is die gemaakt is om grote afstanden op hoge snelheid af te kunnen leggen. De GT is sportief, maar het is vooral een model dat in tegenstelling tot een echte sportwagen niet volledig gericht is op prestaties ten nadele van comfort. Lamborghini en Porsche vallen dus af als GT-fabrikanten. Ferrari maakt af en toe een GT, die spelen soms dus mee. Een Bentley Continental GT is dan weer wel een echte GT. Een BMW 6-Serie? Ja, tenzij het een M is, al zullen de mannen van BMW benadrukken dat je met die verzameling knopjes ook best een comfortabele stand teweeg kunt brengen – als je al in staat zou zijn om de juiste instelling te kunnen vinden via iDrive.
En dan heeft onze hoofdredacteur nog zijn SM-afwijking. Een absolute GT, want comfort wint het in alle opzichten van sportiviteit. Sterker nog: met een Citroën SM moet je vooral hard rechtuit rijden, want je gaat zijn naam eer aan doen als je eindeloos haarspelden draait. Maar de Audi TT dan? Ja, Audi zal zeggen dat het een echte TT is, maar is het ook een GT? Wederom zijn we het op de redactie niet eens. We zullen het zelfs wel nooit eens worden. Niet over echte mannen en niet over echte GT’s. Slechts over één ding zijn we het eens: de Audi TT is vele malen meer GT dan de Lotus Europa S.
Reacties