The Stig heeft zojuist meerdere rondjes voltooid met de Jaguar F-Pace op het TopGear-circuit. De rook sloeg ervan af. Na afloop gaf hij grommend uiting aan zijn goedkeuring. Of zijn afkeuring, dat is lastig uit te maken. Nu zit ik achter het stuur, en ik heb het gevoel dat er iets mis is. Iedere keer als ik accelereer, gebeurt er iets vreemds – de motor heeft bij 4.500 toeren geen fut meer en weigert simpelweg om boven de 5.000 toeren uit te komen. Het kan niet anders of hij staat in de ‘thuisbreng-modus’. En het geluid dat de motor voortbrengt, is ook een daverende teleurstelling. Grapje. Ja, ik zit in een diesel. Nee, er is niets mis mee. En ja, dit maakte allemaal onderdeel uit van onze opzet. We willen erachter komen of de F-Pace een SUV is die niet alleen goed uit de voeten kan op de weg, maar ook op het circuit, zoals Jaguar heeft beloofd. Maar dat kan niet alleen maar het geval zijn als hij een 380 pk sterke benzinemotor met supercharger heeft, want dan zou iedereen denken dat hij nou juist vanwege die benzine voor een stoot adrenaline kan zorgen. Maar als de diesel deze test kan doorstaan…

Een rondje Dunsfold dus!

Het heeft geregend en de baan is plaatselijk nog nat. Dit is de 3,0-liter twin-turbo diesel, en de 700 Nm aan koppel kan er makkelijk voor zorgen dat de achterkant flink door de knieën gaat als hij van z’n lijn komt. De eerste indruk is dat hij snel is, maar de motor voelt lekker veerkrachtig aan. Door Crooner Curve, op naar Willson en op de remmen. Hm, de remmen. Die doen het, maar het ABS komt flink in actie, waardoor de auto duikt en onrustig wordt. En als ik hem de bocht in gooi, klinkt er een heleboel getril en geklik van de elektronica. Ik had gehoopt dat de achterkant een mooie draai zou maken bij het insturen van de bocht, maar er klinkt alleen maar gegil van de banden en dat is het dan. Vooral doordat de stabiliteitssystemen niet helemaal uitgeschakeld kunnen worden. Hij moet veilig zijn, want hij zal gekocht gaan worden door Amerikaanse kaakchirurgen. Die zullen ermee van hun dure kliniek naar het vliegveld rijden, waar ze hun auto stallen om op Afrikaans wild te gaan jagen. Als ze een F-type hadden gekocht, dan zouden ze in de rats zitten, maar niet met een F-Pace. Ik rem flink af voor Chicago. Heel wat beter. Het terugschakelen gaat niet zo geserreerd als het opschakelen, maar hij heeft een heleboel grip. Als hij uit deze lange bocht is gekomen, trekt hij stevig door zonder onderstuur te vertonen. Dan heb je het echt over een lekker uitgebalanceerd 4WD-systeem.

‘Dat Jaguar beweert dat de F-Pace dezelfde bloedgroep heeft als de F-type, is een tikkeltje overdreven’

Op naar Hammerhead

De lagere versnellingen hebben moeite met dit korte bochtenwerk dus z’n drie is prima voor de langzaamste bocht van het circuit. Het is een lastig gedeelte voor grote, zware auto’s omdat er een knik in zit, waardoor ze de neiging tot slingeren kunnen krijgen. Maar slingeren doet ie niet – de F-Pace blijft netjes in balans en wordt niet onrustig door de hobbel halverwege de bocht. In de Follow Through schreeuwen de banden het uit, maar alle auto’s protesteren hier. Ik probeerde een keer hetzelfde uit te halen met een Range Rover Sport SVR. Een collega, die achter me reed, zag dat beide wielen aan de niet-belaste kant los van het asfalt kwamen. Ik zag mijn leven in een flits voorbijkomen. Dit gaat bedaagder, minder agressief. Hij voelt aan alsof hij een laag zwaartepunt heeft. Als ik strak door de Bentley-bocht ga, geeft het stuur niet veel respons. Maar omdat ik in een SUV zit, kan ik ruimschoots gebruikmaken van de kerbstones zonder dat ik bang hoef zijn dat hij van het spoor raakt. En dan naar Second-To-Last, die altijd ver­raderlijk is. Met indrukwekkende beheersing weet de Jaguar z’n zware lijf door de bocht te krijgen. Even indrukwekkend reageert ie op het gaspedaal voor het korte sprintje naar Gambon. Ook hier kun je vol over de kerbstones. Dan over de streep. Gedraagt ie zich als een F-type? Nee, maar omdat ie zich strak en beheerst betoont, en weinig neiging tot overhellen heeft, geeft ie niet veel toe op een XE of XF. Bij hoge snelheden blijft ie de rust zelf. Door de korte wielbasis is ie alert en wendbaar. Ik denk niet dat hij net zo lenig is als een Macan.

Hoe voelt het om de Jaguar F-Pace op het TopGear-circuit te rijden?

Om eerlijk te zijn, inspireerde de F-Pace me niet om heel veel rondjes af te leggen. Ik denk niet dat de benzineversie veel verschil had gemaakt – behalve dan een mooier geluid. Dat Jaguar beweert dat ie dezelfde bloedgroep heeft als de F-type, is een tikkeltje overdreven. Dat wil niet zeggen dat het geen felle SUV is. Er zal alleen altijd een wereld van verschil zijn tussen een grote 4WD SUV en een echte sportauto. De F-Pace is voor alledaags gebruik, en wat ie iedere dag moet zijn, is veilig. Daarom kun je het stabiliteitssysteem niet uitschakelen en kom je er niet achter waartoe het onderstel allemaal in staat is. Dus laten we, in plaats van het te hebben over wat eraan ontbreekt, eens kijken wat ie wel te bieden heeft. De F-Pace is soepel en doet wat ie moet doen. Door het lage zwaartepunt is z’n weggedrag uitstekend. De aandrijving is even krachtig als soepel. Je zit lekker hoog, maar de auto wordt geen tuimelaar. Als je dat allemaal weet, kun je je vervolgens afvragen of het echt uitmaakt hoe ie zich gedraagt als je ‘m eens flink zou testen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)