Het duurde even, maar Jaguar is definitief aangehaakt bij de premium-SUV-brigade. Dit is de Jaguar F-Pace S, die graantjes mag gaan wegpikken bij succesnummers als de BMW X3 en Porsche Macan. Of ‘m dat gaat lukken? Dat hangt ervan af. Het is een recept dat iedereen slikt. Bouw een SUV die er cool, maar niet te lomp uitziet. Slinger er een paar leuke motoren in. Zorg dat ie enigszins fatsoenlijk een bocht om wil. En bereid je dealers voor op een ware stormloop. BMW, Mercedes en Porsche deden het enkele productgene­raties geleden al en sponnen er garen bij. Bij Jaguar wisten ze de boot lange tijd af te houden, maar de lokroep van een nieuwe, grote en vooral jonge klantenkring was uiteindelijk te sterk. Na een dieselmotor en een stationwagen krijgen conservatieve merkfanaten met tweedpetjes nu dan eindelijk de genadeklap te verwerken. Dit is de eerste SUV met een kattenkop in de grille. Bij zijn onthulling in Frankfurt in 2013, toen nog onder het pseudoniem C-X17, werden we direct gegrepen door de F-Pace. De manier waarop Ian Callum en zijn team het design van hun sedans en de F-type hebben vertaald naar SUV-proporties is ontzagwekkend. Vooral omdat het resultaat op geen enkele manier geforceerd overkomt. De F-Pace oogt vloeiend en natuurlijk, alsof hij uit het niets is getekend. Razend knap, aangezien er in werkelijkheid toch een overkoepelende ontwerptaal gold waarnaar elke lijn, hoek en vouw gevormd moest worden. Bij concurrenten leidt het ophogen en uitdijen van het merkdesign nog wel eens tot een lachwekkend rotzooitje. Maar de F-Pace is een van de meest adembenemend mooie SUV’s (dat je die woorden samen kon gebruiken, wisten wij ook niet) die we ooit hebben gezien. Met zijn zelfverzekerde proporties – een gestrekt silhouet met een lange motorkap en een licht aflopend dak, een klein glasoppervlak, ver naar buiten geplaatste wielen – sluit hij netjes aan bij de aloude opvatting dat een Jaguar er zelfs als ie stilstaat snel moet uitzien.

Is de F-Pace vanbinnen net zo schitterend?

De sierlijke, beweeglijke lijnen van de carrosserie vonden ook hun weg naar het interieur. Het strakke en opgeruimde dashboard loopt door in de deurpanelen en een ingekapseld gevoel overheerst. Sportauto-achtig, zegt Jaguar zelf, en daar kunnen we ons in vinden. Ondanks deze knusse ambiance is de bewegingsvrijheid riant, zelfs voor de hoofden van je achterpassagiers. Dat is niet vanzelfsprekend bij de steeds lager wordende SUV’s van nu. Zeker niet als de ontwerpers de achterbank ook nog eens ‘op z’n Land Rovers’ iets hoger zetten dan de voorstoelen om inzittenden een beter zicht naar buiten te geven. Neem je regelmatig basketballers mee, dan zouden we wel het panoramadak achterwege laten. Het zijn niet alleen de sfeer en de ruimte die een goede eerste indruk maken. Het vorige Jaguar-infotainmentsysteem (sinds 1993) heeft eindelijk plaatsgemaakt voor iets moderns. Bij dit nieuwe aanraakscherm kun je de pixels nu eens niet op drie meter afstand tellen. Het geeft toegang tot Jaguars nieuwste InControl-software, die snel reageert en zich makkelijk en duidelijk laat bedienen. We hebben onze bedenkingen bij het nut van een ultrabreed scherm – de portretvorm die bijvoorbeeld door Tesla en Volvo wordt toegepast, is voor navigatie en algehele bediening een stuk praktischer – maar we klagen niet. Dit is een welkome sprong voorwaarts en vormt een mooi geheel met de geprojecteerde tellers in het tweede scherm voor je neus. Kijken we iets verder, dan komen we niet alleen maar goed nieuws tegen. De afwer­king van het interieur lijkt op het oog erg fraai, met donzig alcantara op de stijlen en hemel en subtiel lichtgevende strips in de deuren en de middenconsole. Maar als we onze hand langs de stoel laten glijden, op zoek naar de knopjes om deze te verstellen, dan blijkt het plastic zijpaneel scherpe randjes te hebben en grijpen we met onze vingers zo in de vettige stoelrails. In een Fiat zouden we er niet over struikelen, maar we durven te wedden dat de interieurmeesters van Audi en Porsche er wel even om zullen grinniken. De kleine resonanties en rammeltjes die zich in dit vroege productie-exemplaar openbaren, dragen ook niet echt bij aan het luxegevoel. Het is dat het er allemaal zo schitterend uitziet, anders zouden we ons er nog aan gaan storen.

Hoe zit het met de motoren en uitvoeringen?

Onze testauto is een First Edition, de extreem complete introductie-uitvoering die enkel met de sterkste motoren te krijgen is. Zodoende rijden we de Jaguar F-Pace S met een 3,0-liter supercharged benzine-V6. Hij is 380 pk sterk; je kent ‘m uit de F-type. Erachter hangt de bewezen briljante achttraps automaat van ZF. Of deze motor de beste keus is, valt te bezien (Jaguars 3.0 V6 diesel met 300 pk en 700 Nm lonkt, en de instapper is de prima Ingenium-viercilinder diesel met 180 pk, een handbak en achterwiel­aandrijving voor 53.750 euro in Nederland, 43.050 euro in België). Maar de benzine-V6 is in ieder geval de best klinkende optie. Daarbij is het de motor die het best aansluit bij wat Jaguar zelf graag wil dat de F-Pace is: een sportauto.

‘Op de weg is deze Jaguar F-Pace S een van de meest imposante auto’s om in je binnenspiegel op je af te zien denderen’

In alle uitingen van het merk komt het naar voren: de F-Pace zou wel zo waanzinnig goed moeten rijden dat ie de hele crossover-wereld z’n uitlaatpijpen laat zien. Om dit te bereiken, werd niets aan het toeval overgelaten. De constructie op Jaguars nieuwe lichtgewicht platform betekent een carrosserie die voor 80 procent uit aluminium bestaat. Er is een geavan­ceerde voorwielophanging met dubbele wishbones, eveneens van aluminium. En een doorontwikkeld vierwielaandrijvingsy­s­teem dat de vooras sneller bij laat scha­kelen (binnen 165 milliseconden) en zich aanpast aan de ondergrond. Uiteraard zijn er instelbare dempers en verschillende rij-modi die de besturing, de gasrespons en het schakelgedrag beïnvloeden.

Alles wat je nodig hebt voor een denderende rij-ervaring dus?

Het schept inderdaad verwachtingen. Maar wanneer we de F-Pace loslaten op een serie grillige bergwegen, valt hij ons in eerste instantie een beetje tegen. Waar bij een Porsche Macan alle dynamische factoren ontstellend goed samenkomen, gaan ze hier net een beetje langs elkaar heen. Met als gevolg dat je de F-Pace niet, zoals een Macan, als een hatchback in het rond mikt. Daar vraagt ie simpelweg niet om. Hij voelt behoorlijk groot aan en hoewel de besturing verzwaart naarmate de snelheid toeneemt, is deze niet bijzonder direct of betrokken. De demping van het onderstel is erg stevig. Toch vertoont de Jaguar F-Pace S in bochten wat neiging tot overhellen. Ook hebben de remmen niet de scherpe bite die we zouden willen. Nu klinkt dit allemaal dramatischer dan het is, want voor een auto van dit formaat – hij is stiekem iets groter dan een Macan – rijdt de F-Pace gewoon uitstekend. Maar als je de allerbest sturen­de SUV’s op aarde op de korrel wilt nemen, word je op dit soort zaken wel afgerekend. Omdat we toch ietwat verbaasd uitstappen na deze bevindingen, proberen we de F-Pace nog even in een andere configuratie. Met – cruciaal, zo blijkt – 20 in plaats van 22 inch velgen. Het oogt nauwelijks minder mooi, maar het comfort gaat met grote sprongen vooruit, tot het punt dat de balans in de hele auto lijkt hersteld. De boel wringt en bokt minder, waardoor het rijgedrag als vanzelf vloeiender en meer trefzeker wordt. We worden nog steeds niet direct verleid tot een gooi- en smijtsessie. Maar als het moet, is de grip ruimschoots voorhanden, zet de supercharged V6 een snerpende keel op en weet de F-Pace het asfalt met een noodgang onder zich door te sleuren. Kalmeer je, dan toont de Jag zich stil en verfijnd en heb je het gevoel zo een wereldreis te kunnen aftrappen. Waarbij je nog best ver zou kunnen komen ook. We hobbelden met onze F-Pace over lastig, steil en rotsig terrein zonder dat hij een centje pijn vertoonde.

Maar er is natuurlijk niemand die dit soort fratsen met z’n Jaguar F-Pace S gaat uithalen.

Inderdaad. We moeten niet vergeten dat bij dit soort auto’s het weggedrag doorgaans bijzaak is. De meeste SUV-kopers geven enkel om het uiterlijk vertoon, de verheven zitpositie en de praktische eigenschappen. Wat dat betreft is de Jaguar F-Pace S moeilijk te kloppen. Op de weg is het een van de meest imposante auto’s om in je binnenspiegel op je af te zien denderen. Z’n bagageruimte van 650 liter is de grootste in z’n klasse en hij zit, mits je genoeg opties aankruist, vol met de handigste gimmicks en gadgets. Zoals connectivi­teit tot in je tenen en een compleet camera­systeem. Ook aardig is de unieke Active Key. Dit is een waterdicht polsbandje waarmee je uitgebreid kunt gaan zwemmen, abseilen of apenkooien. Dit terwijl je je sleutels in de immobiele F-Pace laat liggen. Vervolgens houd je het bandje bij de ‘J’ van Jaguar op de achterklep, waarna de auto zich ontgrendelt en de startblokkering wordt uitgeschakeld. Handig. Toen Jaguar de beeldschone F-type introduceerde, richtte deze zijn pijlen vrij nadrukkelijk op de Porsche 911. Hoewel hij aan diens perfectie niet kon tippen, bracht hij wel een heel eigen karakter met zich mee dat in het sportwagensegment nieuw en verfrissend was. Eigenlijk doet de Jaguar F-Pace S precies hetzelfde. Op de details zou je een Macan er misschien niet voor laten staan. Maar hij heeft een onmiskenbare charme en een gave om je fascinatie te grijpen en vast te houden. Het is niet alleen een uitstekende SUV; het is een enorm geslaagde Jaguar.

Jaguar F-Pace S 3.0 V6 380 pk First Edition


Motor
2.995 cc
V6 supercharged
380 pk @ 6.500 tpm
450 Nm @ 4.500 tpm

Aandrijving
vier wielen
8v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 5,5 s
top 250 km/u

Verbruik (gemiddeld)
8,9 l/100 km
209 g/km CO2
F-label

Afmetingen
4.731 x 1.936 x 1.652 mm (l x b x h)
2.874 mm (wielbasis)
1.861 kg
63 l (benzine)
650 / 1.740 l (bagage)

Prijzen
NL € 115.550 (25%)
B € 85.700

Het vonnis
Een soort F-type voor het gezin en de honden; hoe cool is dat? De F-Pace is misschien niet de meest dynamische, maar wel de schitterendste SUV die we hebben gereden, en op stijl en karakter kom je een heel eind

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)